Advertentie

Zachte heelmeesters aan de Zuidas

Is het erg als een topambtenaar nauwe banden onderhoudt met een marktpartij waarmee hij uit hoofde van zijn functie zaken doet? En als deze zelfde overheidsdienaar, volgens mensen uit zijn werkomgeving, nadrukkelijk zijn best doet om dit bedrijf intern onder de aandacht te brengen? Nee, vindt burgemeester Job Cohen van de gemeente Amsterdam.

13 juni 2008

Het Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de integriteitsrisico’s voor het Projectbureau Zuidas. Onder meer werd gesproken met topambtenaren binnen en rondom het gemeentelijk projectbureau. De meest spraakmakende conclusie in het onderzoeksverslag is dat de relatie tussen Zuidas-directeur Jan Stoutenbeek en vastgoedondernemer Hans van Tartwijk ‘in de ogen van vele geïnterviewden te innig is geweest’. Hieraan wordt in het onderzoeksverslag toegevoegd: ‘Enkele geïnterviewden geven zelfs aan dat de manier waarop de heer Van Tartwijk door de heer Stoutenbeek bij hen werd aanbevolen zo indringend was, dat dit als onplezierig werd ervaren.’

 

In de aanbiedingsbrief die Cohen met het onderzoeksverslag vorige week aan de gemeenteraad stuurde, volstond de burgemeester met een nuancering: ‘Het is belangrijk te benadrukken dat het om beelden/percepties gaat en dat terughoudendheid gepast is met het op basis daarvan trekken van conclusies over mogelijke integriteitsschendingen.’

 

Wie precies wat heeft gezegd over de verstandhouding tussen Stoutenbeek en Van Tartwijk, blijft onduidelijk. De achterliggende gespreksverslagen zijn ‘niet openbaar’. Het Bureau Integriteit kreeg vorig najaar van Cohen opdracht voor het risico-onderzoek, op verzoek van Stoutenbeek zelf. Aanleiding was de arrestatie van Van Tartwijk en verscheidene andere vastgoedondernemers die ‘veel zakelijke contacten’ hadden met het Projectbureau Zuidas. Mediatycoon Joop van den Ende, die samen met Van Tartwijk de jointventure Living City had opgericht om aan de Zuidas een musicaltheater te realiseren, verbrak onmiddellijk alle banden met de vastgoedbranche toen hij kennisnam van het strafrechtelijk onderzoek.

 

Het Bureau Integriteit stelt vast dat het Projectbureau Zuidas formeel nog een gemeentelijk onderdeel is, maar ‘tegelijkertijd ook al (in meer of mindere mate) functioneert als een onderneming’. Tevens ‘komt uit de interviews duidelijk het beeld naar voren dat integriteit binnen de organisatie onvoldoende aandacht en prioriteit heeft gekregen’. En dit wordt dan weer veroorzaakt doordat ‘de sterke nadruk op het bereiken van de operationele doelen te zeer (heeft) overheerst’. Integriteitsschendingen en –ongelukken zijn volgens de onderzoekers vooralsnog uitgebleven. Het Bureau Integriteit adviseert wel om de aandacht voor integriteit binnen de projectorganisatie ‘expliciet te benoemen en vorm te geven’.

 

De volgens het Bureau Integriteit toegewijde en hardwerkende ambtenaren van het bureau Zuidas krijgen door de gebrekkige aandacht voor integriteit en door de onduidelijke organisatievorm te maken met een zichzelf versterkend imagoprobleem. ‘De schijn wordt eerder opgewekt en de beschuldiging lastiger weerlegd’, zegt het Bureau Integriteit daarover. Zou burgemeester Cohen zich dat ook hebben gerealiseerd toen hij slechts in vergoelijkende bewoordingen reageerde op de vermeende innige banden van de projectleider Zuidas met de vastgoedondernemer? 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie