Helft wethouders heeft last van maatschappelijke onrust
Driekwart van de wethouders heeft ervaring met maatschappelijke onrust en bij de helft leidt dit tot fysieke en mentale gezondheidsklachten.

Meer dan driekwart van de wethouders heeft wel eens te maken gehad met vormen van maatschappelijke onrust. Bij meer dan de helft leiden die ervaringen tot verandering van hun gedrag, wat impact heeft op fysieke en mentale gezondheid. Opmerkelijk is dat bijna alle wethouders het rijk als medeveroorzaker zien van maatschappelijke onrust.
Onevenredige werkdruk
Dat blijkt uit onderzoek van het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht in opdracht van de Wethoudersvereniging naar het fenomeen maatschappelijke onrust, de rol en ervaringen van wethouders, de impact op de wethouder en wat de wethouder nodig heeft. Het onderzoek is in 2024 uitgevoerd en betrof onder meer media-analyses, enquêtes, focusgroepen, en interviews. ‘De spagaat waarin wethouders zich begeven, moet snel ten einde komen’, reageert Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging. ‘De onevenredige werkdruk en werklast bij wethouders moet omlaag. Het ambt moet aantrekkelijk worden.’
Alle zeilen bijzetten
Wethouders werken in een uiterst complexe omgeving met speelvelden die steeds sneller veranderen. Het vertrouwen in de politiek neemt af en maatschappelijke onrust toe, concluderen de onderzoekers in hun rapport over de spagaat van de wethouders tussen rijk, regio en inwoners. ‘De wethouder staat midden in dit krachtenspeelveld en moet alle zeilen bijzetten om stand te kunnen houden tussen almaar toenemende veranderingen in beleid, en onuitvoerbare wet- en regelgeving’, zegt Van Gool. ‘Denk aan de asiel- en vluchtelingenwetgeving en de ontwikkelingen in de energietransitie, het lijken soms wel dagkoersen.’
Wethouders hebben budget en beleidsvrijheid nodig om hun taak waar te maken
Rijksoverheid medeveroorzaker
Opvallend is dus dat bijna alle wethouders die mee hebben gedaan aan het onderzoek de rijksoverheid als medeveroorzaker zien van maatschappelijke onrust (95 procent), tegenover 74 procent van hen die de gemeente als medeveroorzaker zien. Wethouders staan dicht bij de samenleving en zijn in staat om aan oplossingen te werken, maar dat vraagt wel consistentie en wederkerige samenwerking tussen overheidslagen, is een andere conclusie.
Desgewenst wet aanpassen
‘Wethouders hebben budget en beleidsvrijheid nodig om hun taak waar te maken’, vervolgt Van Gool. ‘Aan beiden ontbreekt het nu. Middelen en mogelijkheden om lokale én landelijke ambities waar te maken, dát is waar wethouders en in beginsel onze samenleving bij gebaat zijn. De wetgever zou gevoelig moeten zijn voor de signalen van wethouders over de maatschappelijke onrust die zij ervaren door rijksregelgeving en moeten leren van lokale ervaringen en desgewenst de wet aanpassen.’
Samenwerking en stabiliteit
Door samenwerking en stabiliteit neemt het vertrouwen in de overheid toe en de maatschappelijke onrust af, stellen de onderzoekers. De Wethoudersvereniging schrijft het volledig eens te zijn met de onderzoekers dat oplossingen moeten worden gevonden in die richting. ‘Er moet snel overleg komen op basis van gelijkwaardigheid, waarin gesproken kan worden over zaken die goed gaan, en beter kunnen in de uitvoering van wet- en regelgeving’, eist Van Gool. ‘Zo werken we samen aan een mooi bestuurlijk Nederland waarin de huidige en toekomstige wethouders graag hun steentje bijdragen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.