Dertien procent van de Nederlanders is voornemens om vuurwerk af te steken rond de komende jaarwisseling. Uit het jaarlijkse vuurwerkonderzoek van Ipsos I&O in opdracht van Binnenlands Bestuur blijkt dat het afsteken van vuurwerk, zoals de voorgaande jaren, het meest populair is in het oosten en het minst in de drie grote steden.
Vuurwerk afsteken populairst in het oosten
Eén op de tien Nederlanders geeft aan een landelijk vuurwerkverbod te gaan negeren en door te zullen gaan met het afsteken ervan.
Verbod
Bijna driekwart (73 procent) van de Nederlanders steekt (bijna) nooit vuurwerk af. Dat is iets minder dan vorig jaar, toen gaf ruim driekwart aan (bijna) nooit vuurwerk af te steken (77 procent).
Tijdens de jaarwisseling van 2026- 2027, over ruim een jaar, zal naar verwachting voor het eerst een landelijk vuurwerkverbod gelden voor particulieren. Ruim acht op tien Nederlanders geven aan dat verbod te respecteren, terwijl één op de tien zegt zich er niet aan te gaan houden. Zeven procent weet nog niet wat te doen wanneer het verbod in werking treedt.
Meer steun vuurwerkshow
Twee derde van de Nederlanders is voorstander van een centrale professionele vuurwerkshow georganiseerd door de gemeente. ‘Daarmee is de steun voor een gemeentelijke vuurwerkshow weer terug op het niveau van 2023’, zegt onderzoeker Dionne Van Lint van Ipsos I&O. Zowel het aandeel dat een verbod wenst op het afsteken van vuurwerk door particulieren, als het aandeel dat van mening is dat vuurwerk een mooie traditie is en het in stand moet worden gehouden, is vergelijkbaar ten opzichte van 2024.
De opvallendste stijging is te zien bij Nederlanders tussen de 25 en 34 jaar, bij wie de steun voor een gemeentelijke vuurwerkshow groeide van 60 procent in 2024 naar 73 procent in 2025. Tegelijkertijd neemt de belangstelling voor een professionele vuurwerkshow af onder jongeren tussen 18 en 24 jaar.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.