Gemiddeld twee brieven van de regering per dag over de Europese Unie kregen de Kamerleden de afgelopen jaren. Dat vergt EU-kennis, tijd en capaciteit van volksvertegenwoordigers. Hoe willen de politieke partijen Brusselse wetgeving en fondsen gaan behandelen? De verkiezingsprogramma’s laten grote verschillen zien.
Stemmen over Europa
Gemiddeld twee brieven van de regering per dag over de Europese Unie kregen de Kamerleden de afgelopen jaren. Dat vergt EU-kennis.
De VVD wil een Tweede Kamer die wetgeving en begrotingsbeleid serieuzer neemt, en een regering die het parlement voorziet van goede informatie. Datzelfde stelt de Boer Burger Beweging; met als voorbeeld een parlementaire effectbeoordeling voor instemming met internationale verdragen. Het CDA benoemt als enige de EU-problemen waar decentrale overheden mee worstelen. Gemeenten, provincies en waterschappen hebben te maken met EU-wetgeving en -fondsen, maar daar vaak geen capaciteit voor. Daar moeten middelen naartoe, stelt het CDA.
Hoe willen politieke partijen straks de Brusselse wetgeving gaan behandelen?
Meerdere partijen zetten in op verhoging van het aantal Tweede Kamerleden en meer inhoudelijke ondersteuning van het parlement. D66 maakt dat concreet door te pleiten voor oprichting van een parlementair expertisecentrum. En de Tweede Kamer moet volgens die partij beter worden betrokken bij de EU, ‘zeker bij de Europese Raad’. Al die Europese Toppen worden in de Tweede Kamer voorbesproken. Maar de vele stukken en de vertrouwelijke werking van de Europese Raad – achter de schermen zonder hulp van telefoons en diplomaten – zijn door een nationale volksvertegenwoordiging lastig te controleren. Wat de verbetervoorstellen precies zijn, expliciteren de sociaalliberalen niet.
Het verkiezingsprogramma van Nieuw Sociaal Contract (NSC) is duidelijk geschreven door twee ervaren parlementariërs. NSC wil tijdige Nederlandse beïnvloeding van de EU-agenda. Dat is een uitdaging, want de Europese Commissie, die in Brussel meestal de pen vasthoudt, is onafhankelijk. Toch is er ook in die schrijffase al Nederlandse beïnvloeding. Partijen, provincies en de regering brengen standpunten in via consultaties, Nederlandse leden van expertgroepen en werkbezoeken aan Brussel. Politieke partijen gebruiken daarvoor ‘hun’ Europarlementariërs of partijgenoten binnen de EU-instellingen. Als NSC gaat meedoen aan de EP-verkiezingen, krijgt het vanaf juni eigen ogen en oren in Brussel.
Kamerleden vergaderen ook zelf regelmatig in Brussel. Maar door de krappe coalitiemeerderheid was het de afgelopen jaren lastig voor Tweede Kamerleden om op dinsdag, woensdag of donderdag buiten de landsgrenzen te werken. Door de constante dreiging van stemmingen misten de voorzitter en Tweede Kamerleden veel EU-vergaderingen. Andere nationale parlementen kennen ruimere meerderheden, stemmen op een vaste dag of laten volksvertegenwoordigers elkaar vervangen bij stemmingen. De parttime Eerste Kamer heeft dat probleem niet, senatoren namen vaak de internationale honneurs waar. De programma’s vermelden niet hoe de nieuwe Tweede Kamerleden dit Europese dilemma gaan oplossen.
NSC benadrukt wel de subsidiariteitstoetsing van EU-wetten en het werken met een EU-rapporteur. Daarvan zijn er momenteel achttien in de Tweede Kamer. En: ‘De Tweede Kamer moet tegenstemmen of niet meedoen in de EU bij onvoldoende draagvlak, onwerkbaarheid of te hoge kosten’. Daarbij moet de regering moties van de Tweede Kamer respecteren. Minister Adema (CU, Landbouw) onthield zich onlangs bij een EU-stemming over glyfosaat, in plaats van dat hij tegenstemde. Staatssecretaris Van Huffelen (D66, Digitale zaken) legde in EU-onderhandelingen over de ‘digitale identiteit’ een Kamermotie om tegen te stemmen naast zich neer. Dat mag niet meer, stelt NSC. Maar hier geldt de vertrouwensregel; als de regering een motie niet uitvoert, kan de Kamer die bewindspersoon of de regering het vertrouwen ontnemen. Die meerderheid was er simpelweg niet in het geval van Van Huffelen, die achteraf op het parlementaire matje werd geroepen met een interpellatie door de SP.
De verkozen nieuwe Tweede Kamer heeft, kortom, al veel mogelijkheden om de behandeling van EU-beleid en de EU-informatievoorziening zelf serieuzer te nemen. Hopelijk laten de vele nieuwkomers zich terdege informeren door ervaren rotten in het vak.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.