Advertentie

Regionale verbanden hollen lokaal bestuur niet uit

Leidt de wirwar aan samenwerkingsverbanden waarin gemeenten functioneren inderdaad tot veel bestuurlijke drukte, onderling wantrouwen, weinig effectiviteit en een democratisch gat? Dat valt enorm mee, zo blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Twente.

24 mei 2017

Leidt de wirwar aan samenwerkingsverbanden waarin gemeenten functioneren inderdaad tot veel bestuurlijke drukte, onderling wantrouwen, weinig effectiviteit en een democratisch gat? Dat valt enorm mee, zo blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Twente.

Bestuurlijke drukte
Een gemiddelde Brabantse gemeente werkt in 19 samenwerkingsverbanden met 47 verschillende gemeenten samen. Dat moet dus wel tot veel bestuurlijke drukte, onderling wantrouwen, weinig effectiviteit en een democratisch gat leiden, zo is de algemene aanname. Dat beeld verdient echter nuancering, zo blijkt uit een onderzoek van Marcel Boogers, hoogleraar innovatie en regionaal bestuur aan de Universiteit Twente. In het vandaag gepresenteerde onderzoek ‘Praktijk van regionaal bestuur in Noord-Brabant’ analyseren Marcel Boogers en Pieter-Jan Klok van de Universiteit Twente de effecten van regionaal bestuur voor gemeenten. Op welke manieren en in welke verbanden werken gemeenten samen, hoe is de samenwerkingscultuur en hoe zit het met de democratische kwaliteit en de bestuurlijke effectiviteit?

Groot belang
De onderzoekers concluderen dat de regionale bestuursvormen van groot belang voor gemeenten. Bijna 90 procent van alle Brabantse gemeenten geeft aan dat samenwerkingsverbanden nodig zijn voor het realiseren van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van B&W, het ontwikkelen van doeltreffend beleid of voor het verbeteren van de dienstverlening en bedrijfsvoering. Kleinere gemeenten hebben samenwerking het hardst nodig, vooral voor het verminderen van de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisatie. Er zijn dan ook enorme hoeveelheden samenwerkingsverbanden die ook nog eens sterk van elkaar kunnen verschillen en variëren van licht en vrijblijvend tot zwaar en verplichtend.

Democratische controle
De samenwerkingsverbanden en regionale bestuursstelsels zijn vaak complex. Daardoor ontstaat al gauw de gedachte dat die complexiteit ook zal leiden tot moeizame onderlinge verhoudingen. En als gemeenten met veel verschillende partners in veel verbanden samenwerking, zal het met het onderling vertrouwen niet al te best gesteld zijn en zal de samenwerking wel vrijblijvend zijn en weinig opleveren, zo is de overtuiging. En zo’n samenwerkingsverband is natuurlijk ook nog eens moeilijk democratisch te controleren. Die negatieve verwachtingen verdienen echter een stevige nuancering, zo concluderen de onderzoekers.

Invloed
De samenwerking blijkt over het algemeen goed. Een meerderheid van de gemeenten geeft aan dat er in onderling vertrouwen en met consensus op een zakelijke manier wordt samengewerkt. Ook met de democratische kwaliteit van de regionale besturen blijkt weinig mis. Ongeveer 90 procent van de Noord-Brabantse gemeenten heeft via de portefeuillehouders invloed op regionale besluitvormingsprocessen en bijna driekwart heeft daar rechtstreeks via de gemeenteraden invloed op. Alleen de verantwoording van regiobesturen aan de gemeenteraad en de betrokkenheid van burgers en organisaties laat te wensen over.

Geen uitholling
Ook op het gebied van bestuurlijke effectiviteit blijken regionale besturen beter te presteren dan vaak wordt aangenomen. Bijna driekwart van de gemeenten in Noord-Brabant geeft aan dat regionaal bestuur voor de gemeente duidelijke resultaten oplevert, terwijl ruim 90 procent van de gemeenten vindt dat regionaal bestuur zichtbare resultaten voor de regio oplevert. En van uitholling van het lokaal bestuur door het regionaal bestuur is ook nauwelijks sprake. Meer dan de helft van de gemeenten geeft aan dat regionale besturen bijdragen aan de realisatie van lokale beleidsdoelen zonder dat dit ten koste gaat van de invloed van de gemeenteraad hierop. Ongeveer een vijfde van de gemeenten ziet juist een wisselwerking met regiobesturen: de raad heeft weliswaar weinig invloed op regiobesturen, maar heeft dankzij diezelfde regionale besturen wel extra mogelijkheden om zijn beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Van uitholling  is bijna geen sprake, aldus de onderzoekers.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Noud Bijvoet / Raadslid
Het lijkt er op dat dit onderzoek (en hetzelfde onderzoek in april 2016) louter gebaseerd is op een enquete onder gemeentesecretarissen en griffiers en op CBS cijfers. Volgens mij kunnen raadsleden vele malen beter over 'uitholling van de democratie' oordelen dan de genoemde ambtenaren. Bovendien worden in maar 4% van de gemeenten inwoners en instellingen betrokken bij regionale besluitvorming. Met andere woorden: de uitkomsten van het onderzoek lijken me discutabel.
Advertentie