Advertentie

Perverse effecten van de oekaze van Kok

Kamerleden, en in sommige gemeenten ook raadsleden, mogen geen rechtstreeks contact met ambtenaren hebben. Deze afspraak, vastgelegd in de zogeheten ‘oekaze van Kok’, is niet meer van deze tijd.

21 januari 2011

Premier Rutte had, zo bleek bij de laatste behandeling van de begroting Algemene Zaken, nog nooit gehoord van de oekaze van Kok. Die oekaze sloeg op de richtlijn die in 1998 onder premier Kok was uitgevaardigd en waarin werd vastgelegd dat contacten tussen individuele Kamerleden en ambtenaren aan banden werden gelegd. ‘Dat was voor het eerst’, vertelt Guido Enthoven, die woensdag promoveert op een onderzoek naar de informatierelatie tussen regering en parlement.

 

‘In 1972 is een richtlijn gemaakt die de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren toestond. Onder het kabinet-Van Agt in 1980 werd bevestigd dat individuele contacten tussen Kamercommissies en ambtenaren konden blijven bestaan, dat was een kwestie van fatsoen.’

 

Volgens Enthoven heeft Kok in 1998 in de Kamer gezegd dat er niets was veranderd, maar informeerde hij daarmee de Kamer onjuist over de aard en strekking van de oekaze. ‘Die oekaze werd gemaakt omdat er irritaties in het kabinet waren over al te vrijmoedige contacten tussen Kamerleden en ambtenaren. De oekaze bevestigde daarmee het primaat van het bestuur, en niet van het parlement.’

 

Rutte heeft volgens de promovendus geen afstand genomen van de oekaze-Kok ondanks zijn opmerkingen dat hij de richtlijn te rigide vond. ‘Rutte is van mening dat toestemming vooraf nodig is van de minister voordat een ambtenaar contact kan hebben met Kamerleden. En hij zei dat de informatieverstrekking beperkt moet blijven tot technische en feitelijke zaken. Daarmee bevestigt de premier de essentie van de oekaze van Kok.’

 

Het verbod op rechtstreeks contact tussen ambtenaren en volksvertegenwoordigers is gebaseerd op onjuiste veronderstellingen. ‘De angst is dat ambtenaren zonder dat de minister of de wethouder het weet, van alles gaan vertellen. Op basis van onderzoek zeg ik dat de Nederlandse ambtenaar erg professioneel is. Als hij merkt dat vragen politiek worden, zal hij altijd zeggen dat die vraag beter aan de wethouder kan worden gesteld, of aan de minister.’

 

Verschil

 

De oekaze schept ook verschil tussen volksvertegenwoordigers van coalitie- en oppositiepartijen. ‘In de praktijk blijkt dat ambtenaren en bewindslieden een onderscheid maken tussen Kamerleden van coalitie- en oppositiefracties. Leden van coalitiefracties worden regelmatig uitgenodigd voor onderhandelingen en gesprekken op departementen. Hun informatiepositie is dus sterker. Leden van de oppositie moeten het doen met de formele brief van de bewindspersoon.’

 

Volgens Enthoven is de oekaze van Kok, een anomalie uit vervlogen tijden. ‘Ik kan het begrijpen vanuit een negentiende-eeuwse staatsrechtelijke opvatting van een strikte scheiding van machten, maar in de kennissamenleving is het beter om kennis, inzichten en ervaringen te delen om beleid te verbeteren. De oekaze dient daarom te worden afgeschaft.’

 

Dat kan volgens hem op twee manieren: ‘Of Rutte trekt namens het kabinet de oekaze in en vervangt deze door een richtlijn-Rutte die het contact tussen volksvertegenwoordigers en ambtenaren toestaat. Óf, de Kamer dwingt het zelf af door een ini tiatiefwet.’

 

Overigens bestaan ook op gemeentelijk niveau vergelijkbare afspraken tussen het gemeentebestuur en de gemeenteraad over de contacten van raadsleden met ambtenaren. Enthoven: ‘In Den Haag en het Westland bestaan regelingen die verdacht veel lijken op de oekaze van Kok. Raadsleden moeten alles voorleggen via de griffier en het college.

 

Er zijn ook gemeenten zoals Utrecht waar naam plus telefoonnummer van de betreffende ambtenaar bij het stuk staan en het volstrekt gebruikelijk is wanneer raadsleden rechtstreeks contact opnemen met ambtenaren.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie