Advertentie

Italiaanse Lodi wacht nog op echte klap

De stad op veertig kilometer ten zuidwesten van Milaan was vorig jaar het epicentrum van het coronavirus. Het was de eerste stad die de ongekende ervaring van isolatie beleefde; van verlaten en spookachtige steden, van scholen die met tussenpozen open waren, van verschillende gradaties van lockdown, verlaten winkelcentra en lege bussen en treinen. Hoe is het nu in Lodi?

28 april 2021
Lodi-.jpg

Het Italiaanse Lodi, een jaar later. Een dramatische tijd van verloren levens en onzekerheid is achter de rug. Het werkloosheidscijfer daalde zelfs. Maar de vrees is dat de echte klap nog komt. Staatssteun en het daaraan gekoppelde ontslagverbod verbloemen de economische schade.

‘Een jaar dat we nooit zouden willen meemaken, en toch moet het ons tot nadenken stemmen over de mogelijkheden die zich hebben voorgedaan om ongekende situaties te kunnen beheersen. Door een algemeen netwerk te creëren: burgers, lokale overheden en de wereld van het vrijwilligerswerk’, zegt Sara Casanova, burgemeester van Lodi.

Lockdown
De stad op veertig kilometer ten zuidwesten van Milaan was vorig jaar het epicentrum van het coronavirus. Het was de eerste stad die de ongekende ervaring van isolatie beleefde; van verlaten en spookachtige steden, van scholen die met tussenpozen open waren, van verschillende gradaties van lockdown, verlaten winkelcentra en lege bussen en treinen.

Van de Italiaanse regering ontving Lodi dik 7 miljoen euro aan leningen. ‘Met dit geld hebben we de verliezen gedekt die het gevolg waren van de opschorting van de afvalheffing, bijna 2 miljoen. Vervolgens hebben we nachtopvang gefinancierd. Maar ook thuishulp, huur voor mensen in moeilijkheden, begrafenistransport, werkbeurzen, helpdeskbijdragen, de opname van gehandicapten in woonvoorzieningen en zomerkampen. We verlaagden de tarieven van sportvoorzieningen en die van gemeentelijke ruimten. We gaven een premie voor het openbaar vervoer en een bijdrage voor particuliere kinderdagverblijven,’ licht wethouder financiën Angelo Sichel toe.

Voedselhulp
Nog in de eerste week van april wendden 450 gezinnen zich tot het inzamelingscentrum van Solidariteit in Lodi om voedsel te vragen. Volgens de autoriteiten ging het om mensen die tot een jaar geleden daar nog nooit waren gezien – bijna allemaal vijftigers met een gezin. Met de pandemie verloren zij de bijbaantjes die ze in staat stelden een waardig leven te leiden. Nu hebben ze ook hulp nodig om ten minste één keer per dag te kunnen eten.

Werkloosheid
In dat opzicht klinkt het wellicht wat vreemd dat het werkloosheidscijfer in Lodi en de provincie (229.000 inwoners) is gedaald van 7,2 procent in 2019 tot 5,9 procent in 2020. ‘Dat lijkt ongelooflijk, denkend aan de economische schade van pandemie’, zeggen Isacco Galluzzi, algemeen secretaris van Lodi en Basso Lodigiano van de Italiaanse pendant van de ondernemersvereniging VNO/NCW. In deze dagen komen de wonden van de pandemie allemaal naar voren in de negatieve nationale balans van de werkgelegenheid die het Italiaanse CBS heeft gepubliceerd: van februari 2020 tot februari 2021 is het aantal werkenden in Italië met 945.000 gedaald, van 23.142.000 tot 22.197.000. Daarbij komt nog de toename van meer dan 700.000 inactieven, dat wil zeggen mensen die geen werk hebben of daarnaar op zoek zijn. Volgens de nieuwe Europese verordening die op deze statistiek van toepassing is, omvat het aantal werklozen ook werknemers die een ontslagvergoeding krijgen en langer dan drie maanden afwezig zijn van hun baan. Zijn die gegevens alarmerend of niet?

‘De waarheid is dat we ons in een impasse bevinden als gevolg van de interventies van de regering die de noodsituatie hebben verzacht’, zegt Galluzzi. Hij doelt onder andere op het afvloeiingsfonds en het ontslagverbod, bij het laatste decreet verlengd tot 30 juni. Dat fungeert als een deken dat het zicht wegneemt op de onderliggende situatie.

Winkelsluitingen
Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel van de provincie Lodi spreekt wat anders. Namelijk dat er heel weinig nieuwe bedrijfsinschrijvingen zijn geweest – een soort opschorting van nieuwe initiatieven. In 2019 werden 711 nieuwe bedrijven ingeschreven, in 2020 waren dat er net 530. In 2019 stopten 975 bedrijven tegenover 877 in 2020. Dat is te verklaren. Een winkelier die maanden van dichtgooien en openen heeft doorgemaakt, waarvan de bestellingen zijn binnengekomen en betaald, wil zijn zaak niet sluiten. Hij wil zijn bedrijf voortzetten om de liquiditeit te verkrijgen waarmee hij zich kan herstellen van zijn schulden. Het definitief sluiten van een winkel, een bar of een restaurant kost geld: er zijn contracten die moeten worden opgezegd, goederen die moeten worden betaald en bankleningen die moeten worden afgelost. De sluiting wordt zo het laatste van de alternatieven.

‘Restaurants en winkeliers vormen de zwaarst getroffen categorie. De tussentijdse openingen in de lockdown hebben ons niet in staat gesteld de verliezen te dekken. We werkten met de handrem erop. Het gebrek aan tijdigheid en kwaliteit van de steun ondermijnt de wil van zelfs de meest veerkrachtigen. Als deze bedrijven niet voldoende steun krijgen om deze storm te boven te komen, zullen ze op lange termijn sluiten’, legt Galluzzi uit. 

 

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr 8 van deze week. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie