Honderden ambtenaren vinden dat het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders zich harder moet uitspreken tegen de aanvallen van Israël op Gaza en de Westelijke Jordaanoever, zo meldt Het Parool.
Ambtenaren eisen krachtigere veroordeling Israëlische aanvallen
De Amsterdamse ambtenaren vinden de veroordeling van Hamas vanwege het bloedbad terecht, maar de stellingname 'pijnlijk eenzijdig'.
Mensenrechtenschendingen scherp veroordelen
Onder Amsterdamse ambtenaren circuleert een petitie waarin zij het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders vragen om de mensenrechtenschendingen door de Israëlische regering in Gaza en ook de Westelijke Jordaanoever 'scherp' te veroordelen.
De initiatiefnemers vinden dat het bloedbad dat Hamas onder Israëlische burgers aanrichtte, terecht is veroordeeld door het gemeentebestuur, maar dat de stellingname vervolgens 'pijnlijk eenzijdig' is. Ze wijzen erop dat mensen in Gaza ook worden gebombardeerd, er inmiddels duizenden burgerdoden zijn gevallen en mensen worden afgesloten van drinkwater, voedsel en medicijnen door toedoen van de Israëlische regering.
Geen onvoorwaardelijke steun aan Israel
De ondertekenaars willen daarom dat het college het geweld in Gaza harder veroordeelt en dat de vlag halfstok wordt gehangen als steunbetuiging aan de Palestijnse bevolking. Daarnaast vragen ze aan burgemeester Femke Halsema en consorten om 'geen onvoorwaardelijke steun aan de Israëlische regering te uiten zoals het kabinet' dat wel doet.
Politiek bepaalt de lijn
Vorige week vrijdag riep ook een groep van honderden rijksambtenaren het kabinet in een brief op om Israël een halt toe te roepen. De medewerkers van ministeries stelden dat het kabinet Israël moet aanspreken op de verantwoordelijkheid die het land heeft ‘als bezetter van de Palestijnse gebieden’. Dit tot ongenoegen van demissionair minister van Justitie Dilan Yeşilgöz, die hard uithaalde naar de ambtenaren. ‘De politieke leiding bepaalt de lijn, niet andersom’, zei Yeşilgöz.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Hoewel het allemaal vast goed bedoeld is, is dit m.i. toch wel een soort staatsrechtelijk probleem aan het worden dat lijkt op een vorm van insubordinatie. Men mag best een mening hebben maar als groepen ambtenaren zich rechtstreeks gaan bemoeien met politieke keuzes (hoe krom ze soms ook zijn) dan gaat dat toch wel iets te ver als deze inmenging gemeengoed gaat worden. Dat geldt overigens ook voor de minister president die soms veel te ver voor de politieke fanfare uitloopt om zich in EU landen te profileren.