Burgerpanels, burgerjury’s, burgerbegrotingen, burgerwerkgroepen. De lokale democratie staat onder druk en de heilige graal lijkt gevonden te worden in talloze vormen van burgerparticipatie.
Leve de burger!
Over het algemeen kan wel worden gezegd dat dit soort bijeenkomsten resulteren in heel veel goede bedoelingen. Ze laten zien dat…
Ook tijdens de begin juni in Apeldoorn gehouden D1000 stonden deze centraal. De bijeenkomst was een vervolg op de G1000-bijeenkomsten die dit voorjaar in Rotterdam, Amersfoort, Uden en Maastricht zijn gehouden. Een G1000 is een bijeenkomst waarbij 1000 burgers uit een gemeente bijeenkomen om het lokale beleid in al zijn facetten te bespreken. In Apeldoorn waren het niet alleen burgers, maar ook wethouders, burgemeesters, raadsleden, ambtenaren en ondernemers die met elkaar in gesprek gingen over versterking van de lokale democratie en hun eigen rol daarin.
Over de vraag wat zo’n bijeenkomst nu oplevert, is nog weinig te zeggen. Het was immers de eerste D1000. Over het algemeen kan wel worden gezegd dat dit soort bijeenkomsten resulteren in heel veel goede bedoelingen. Ze laten zien dat bestuurders de burgers vertrouwen en naar hen willen luisteren. Dat is fijn, maar om het gat tussen burger en beleid de verkleinen, is het eerder nodig dat de burger weer vertrouwen krijgt in de bestuurder.
Gemeentebestuurders zouden er goed aan doen niet alleen te kijken naar nieuwe burgerinitiatieven die ze zouden kunnen opzetten, maar vooral ook welke maatschappelijke initiatieven er al zijn. Uit recent onderzoek blijkt immers dat initiatieven die zijn opgezet door burgers zelf vaak succesvol zijn. Wat echter ook blijkt, is dat gemeenten daar relatief weinig op inhaken.
Een G1000 en D1000 zullen zeker hun waarde hebben bij leggen van contacten tussen burger en politiek en mogelijk bij het herstel van vertrouwen. Maar hoe groot die waarde uiteindelijk is, staat of valt bij de wijze waarop een vervolg wordt gegeven aan de bevindingen die uit dergelijke bijeenkomsten naar voren komen.
Burgerparticipatie is geen doel, maar een middel. En de finale vraag die zal moeten worden beantwoord, is niet zozeer hoe de burger meer kan worden betrokken bij het politieke proces, maar hoe de lokale politiek beter betrokken kan worden bij het maatschappelijk proces.