Overslaan en naar de inhoud gaan

De stad brandde

Beatrix werd op 30 april 1980 gekroond in een grimmig decor. Jongeren vochten met bloeddoorlopen verbetenheid tegen agenten. 'Waar was ik…

Het is waar: er is in 1980, het oprichtingsjaar van Binnenlands Bestuur, wel meer gebeurd. Lelystad wordt een volwaardige gemeente. Leiden komt 24 miljoen tekort op de begroting. Rotterdam heeft problemen met migranten. De Tweede Kamer wil een rookverbod in openbare gebouwen. Den Haag wil een Nationale Ombudsman. Een vrouw mag van de SGP geen burgemeester in Genemuiden worden. Utrecht plaatst een advertentie om een gemeentesecretaris te vinden. De strippenkaart wordt ingevoerd. Me dunkt.

 

Kroning

 

Gerelateerde artikelen

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Maar voor mij zal 1980, hoe dan ook, het jaar zijn van de Kroning. Op 30 april 1980, om zes minuten over tien in de morgen deed Juliana afstand van haar troon. Dezelfde middag werd Beatrix in de Nieuwe Kerk te Amsterdam ingehuldigd als haar opvolgster. Die gebeurtenis heeft mijn leven veranderd. Ik zal u vertellen hoe.

Gerelateerde artikelen

 

In de dagen voorafgaand aan de feestdag had ik, samen met mijn toenmalige collega bij Vrij Nederland, Elma Verheij, een artikel geschreven waarin de militaire verdediging van de hoofdstad nauwkeurig uit de doeken gedaan werd. We spraken mensen die in de buurt van de Dam en in de omstreken daarvan woonden. Ze vertelden ze dat er tijdens de feestelijkheden op hun dak en achter hun ramen sluipschutters plaats zouden nemen. De stad was in diverse zones verdeeld en in de meest precaire daarvan mocht niemand zonder speciale toestemming zich vertonen. Dat beloofde wat.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

 

De toenmalige directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst Van der Voet ontbood ons op zijn kantoor in Den Haag, in de hoop dat we hem zouden vertellen wie onze bronnen waren. Hij wilde niet aannemen dat het alleen maar om openhartige omwonenden ging.

 

Op de ochtend van de inhuldigingsdag gingen Elma en ik voor dag en dauw de stad in. Beloofd was dat het leger wel achter de hand gehouden zou worden maar niet voor iedereen zichtbaar over straat zou lopen. De eersten die we tegenkwamen waren soldaten in vol ornaat en met bewapening. Dat beloofde nog meer.

 

Die ochtend vonden de eerste harde krakersrellen plaats. In de Kinkerstraat zag het blauw van de ME’ers die zich met alle voorhanden zijnde middelen tegen het kraakvolk verweerden. De Amsterdamse zender Radio Stad deed bij monde van Stan van Houcke en Hanneke Groenteman levendig verslag. Ze zweepten hun luisteraars en met name het vechtvolk onder hen op om massaal de straat op te gaan en ook tegen de kroning en voor de woning te gaan ageren. Het is niet onwaarschijnlijk dat de berichtgeving van Radio Stad mede de aanleiding geworden is van wat er die dag in de stad vertoond zou gaan worden.

 

Later die ochtend stond ik op de Dam in het speciale vak voor journalistieke genodigden. Om ons heen bleven de andere Damtegeltjes angstig leeg. De ene na de andere schoolklas had zich afgemeld, omdat de onderwijzers hun leerlingen niet aan de gevaren van de dag durfden bloot te stellen. En zo werd het middag.

 

Ik geloof niet dat Elma of ik van nature sterk geneigd waren om politieagenten van hun paard te trekken en op de grond het gevecht met hen voort te zetten. Ik weet wel dat er binnen de Amsterdamse studentenbeweging van toen ook anders over gedacht werd. Ik herinner me een keer dat de leiders van die beweging voordeden hoe je het gevecht met de agent aan moest pakken. Die keer verliet ik de bijeenkomst met een nare smaak in de mond. Je kwam niet aan mensen, vond ik. En je kwam ook niet aan dieren.

 

Branding

 

Op de Dam bleef het nog vrij lang vrij rustig. Pas halverwege de middag, terwijl de overdracht in de Nieuwe Kerk volop aan de gang was, kwam er vanaf de Munt iets op gang dat van afstand even woest klonk als het aanzwellende geluid van golven in de branding. Het naderde snel. Het trok het Damrak over richting de Dam. Gevaarlijker nog: richting de Nieuwe Kerk.

 

Later bleek ons dat het allemaal begonnen was bij het beeld van de Dokwerker. Daar verzamelde het kraakvolk zich, en het werd ter plekke aangevuld met alles en iedereen uit Amsterdam en de wijde omgeving dat zich een fikse knokpartij met de Mobiele Eenheid niet zomaar wilde laten ontgaan.

 

De golven sloegen almaar wilder op de kust. Al gauw stond het halve Damrak in lichterlaaie. En toen, niet veel later, stonden we oog in oog met ze: honderden, nee duizenden, jonge mannen en ook enkele jonge vrouwen die er geen been in zagen om agenten van hun paard te trekken en ze met vuistslagen te bewerken. Alle feestelijk bedoelde stalletjes op het Damrak werden omver gehaald, traangasgranaten ontploften links en rechts, politieknuppels zwaaiden vervaarlijk in het rond, de eerste gewonden werden van straat opgeraapt.

 

Die hele avond werden de gevechten voortgezet in alle straten die op de Dam uitkomen. Het was gewoon een wonder dat het verzamelde vechtvolk er niet in slaagde om de Nieuwe Kerk te bestormen en de Majesteit nog tijdens haar inzwering te ontvoeren. Om dat te verhinderen moest er keihard op ze in gemept worden. De Mobiele Eenheid hield net aan stand.

 

Het mooiste moment deed zich in mijn herinnering laat die avond voor op de Munt. Daar werd nog altijd ongehoord hevig gevochten. En daar bevindt zich ook het Hotel de l’Europe, met de eetzaal langs het water. In die eetzaal zaten vreemdelingen aan het avondmaal. Ze keken niet op en niet om. Ze aten door. Hen ging het niet aan dat er vlak voor hun raam bitter werd gevochten. Ze hadden het te druk met hun tournedotjes.

 

Op het hoogtepunt van de gevechten zag ik dat wat mijn leven zou veranderen. Een jongeman kreeg een agent te pakken en mishandelde de man zo krachtig dat die in een ambulance afgevoerd moest worden. Op dat moment wist ik het zeker. Ik mocht dan een overtuigd republikein zijn en een zware tegenstander van de monarchie: nog meer dan tegen de monarchie bleek ik die avond tegen het ongehoorde geweld dat er op de Kroningsdag door de stad trok.

 

Gruwel

 

Achteraf is er natuurlijk veel over geschreven in kranten en weekbladen, ook in mijn eigen Vrij Nederland. Maar ik geloof niet dat er iemand vreugde beleefd heeft aan wat zich die dag tussen Dam en Dokwerker afgespeeld heeft. Voor brave types zoals ik was het een gruwel om jongelui met bloeddoorlopen verbetenheid in de weer te zien met driekwart van het Amsterdamse politiekorps.

 

Waar ze vandaan kwamen, God mag het weten. Het leek die dag wel alsof alles dat plezier ontleent aan geweld, naar Amsterdam was gekomen om daar de boel te verbouwen. Toen het eindelijk allemaal voorbij was - revoluties duren in Nederland nooit langer dan tot het vertrek van de laatste tram - kon ik de slaap die nacht niet vatten. Waar was ik getuige van geweest?

 

Ik viel pas in slaap toen ik het hoofd weer voor me zag van Nelly Frijda, die zich nu keert tegen de metrobouw en daarom in de gemeenteraad zit. Zij bracht die dag onder woorden wat ik in mijn verbijstering amper kon. Dat ze van dat vechtvolk een nog veel ergere afkeer had, dan ze van huis uit toch al had tegen de dienstdoende agent.

 

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in