Provincie houdt Groningse gemeenten klein

Zorgvuldig
Het gaat om vier gemeenten in het Westerkwartier (Marum, Leek, Zuidhorn en Grootegast) en om de gemeente Vlagtwedde. Volgens de gemeenten zijn hun bestemmingsplannen uiterst zorgvuldig opgesteld en hebben ze van tevoren overlegd met inwoners en bedrijven. De gemeente Zuidhorn wil de behandeling door de Raad van State afwachten voor ze nader wil reageren op hun stap naar de Raad van State.

Verrommeling
VVD-wethouder Tanja Haseloop van Leek zegt tegen RTV Noord dat de reactieve aanwijzing, waarmee de provincie de bestemmingsplannen tegenhoudt, op haar overkomt alsof gemeenten niet zuinig zouden zijn op hun buitengebieden. ‘Er is geen sprake van verrommeling van het landschap. En we hebben het bestemmingsplan al vastgesteld voordat de omgevingsverordening was vastgesteld.’

Verstening
Gedeputeerde William Moorlag (PvdA) geeft verrommeling en verstening van het landschap juist wel op als reden voor de reactieve aanwijzing die de provincie heeft gegeven. Hij vindt dat de plannen te veel ruimte bieden voor bebouwing op plekken waar dat niet gewenst is. De plannen zijn bedreigend voor de kwaliteit van het landschap. Dat de gemeenten nu naar de Raad van State stappen vindt hij jammer. ‘Ik heb de gemeente al in de voorbereiding in kennis gesteld dat hun bestemmingsplannen niet in overeenstemming zijn met regel 3 van de provinciale omgevingsverordening. Dat hebben zij opzijgeschoven.’

Wennen
Moorlag geeft toe dat de formele inwerkingstelling van de verordening later was dan de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad. ‘Maar met een reactieve aanwijzing kan ik deze toch van kracht laten zijn. Het is wel een ruwe maatregel. Daarom ben ik ook in overleg met de gemeenten om bepaalde plekken die voor ons niet van belang zijn te ontzien.’ Maar Moorlag wijst er ook op dat hij met de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening instrumenten heeft om nakoming van de verordening kracht bij te zetten. ‘Gemeenten moeten eraan wennen dat de provincie van tevoren hun ruimtelijke belangen borgen.’

Reclamemasten
Voor de gemeente Vlagtwedde geldt dit in het bijzonder. Volgens Moorlag is deze gemeente het principieel oneens met de verordening. ‘Ze vinden het een inbreuk op gemeentelijk beleid. Maar met de nieuwe verhoudingen zal er ook nieuwe jurisprudentie komen. De gemeente Groningen heeft al een beroepszaak gevoerd bij de Raad van State over de hoogte van reclamemasten die niet hoger dan 6 meter mochten zijn. Die hebben ze verloren. De bepaling is in stand gehouden.’

Eigenzinnig
En dat is maar goed ook, vindt Moorlag. Hij hoort de geluiden uit de samenleving die tegen teveel verrommeling en verstening zijn en vertaalt dat in regels. ‘In Groningen staan we bekend om ons eigenzinnige Ruimtelijke Ordeningbeleid. We zijn selectief. We bouwen drie windmolenparken, maar wel grootschalig. We voeren geen hagelslagbeleid.’ De zaak bij de Raad van State ziet hij met vertrouwen tegemoet. ‘Maar we zijn ook in dialoog met de gemeenten, want sommige kritiek is terecht. In de nieuwe wet zitten kinderziekten. We willen de bestuurs- en regellast verminderen, maar ook de provinciale belangen overeind houden.’