Burger initieert, ambtenaar volgt
Burgers nemen steeds vaker zelf de eerste stap om veranderingen in gang te zetten. Diverse gemeenten omarmen de nieuwe burgerinitiatieven. Ambtenaren moeten aan hun nieuwe rol wennen.
Een levensgevaarlijke oversteekplaats en weinig speelgelegenheid. Dat moet anders, vinden bezorgde ouders. Ze zouden 10, 20 jaar geleden naar het stadhuis zijn getrokken met spandoeken en eisenpakketten, om de gemeente aan het werk te zetten. Nu vinden zij via Google deskundigen, mobiliseren zij medestanders via internet en presenteren ze een hapklaar plan.
Burgerinitiatieven zijn er door de eeuwen heen geweest. Nederlanders danken er de scouting aan, en het Amsterdamse Concertgebouw. Tot in de tweede helft van de twintigste eeuw waren het weldoeners die burgerinitiatieven ontplooiden. In de jaren 70 kregen burgers inspraak, onder invloed van de naoorlogse protestgeneratie, die haar ontevredenheid uitte door actie te voeren. Strijdbare burgers organiseerden zich in bewegingen voor vrede, een schoner milieu, een gelijkwaardiger positie, vrouwenemancipatie, betere arbeidsvoorwaarden of woonomstandigheden.
Drie generaties
‘Burgerparticipatie valt onder te verdelen in drie generaties’, schetst Jornt van Zuylen, medeauteur van Help! Een burgerinitiatief, een publicatie van InAxis, de dit jaar gestopte commissie Innovatie Openbaar Bestuur van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het boek beschrijft de verschillende generaties, met allereerst de inspraak in de jaren 70. De overheid bereidt bij de eerste generatie een besluit voor, waartegen burgers en andere belanghebbenden achteraf formeel bezwaar kunnen indienen, meestal over onbelangrijke details. Dit leidt vaak tot heftige discussies tussen morrende burgers en ambtenaren die ‘het signaal zullen meenemen’.
In de jaren 90 ontstaat de interactieve beleidsvorming, waarbij het initiatief ook bij het bestuur ligt, maar de burger de kans krijgt om al vooraf mee te praten over de beleids- en besluitvorming. Met deze vorm heeft de overheid de afgelopen 10 jaar veelvuldig gewerkt.
Bij de derde generatie neemt de burger zelf het initiatief voor een actie binnen het publieke domein en speelt de overheid een faciliterende rol. ‘Een vorm van omgekeerde participatie’, volgens de auteurs van Help! Een burgerinitiatief. De overheid participeert in een burgerinitiatief. Het komt aan op zelfbestuur of direct burgerbestuur, met een grotere eigen verantwoordelijkheid en slagvaardigheid van de initiatiefnemende burger. De overheid ondersteunt het initiatief met tijd, geld, kennis, deskundigheid en materiële hulpmiddelen.
Alle drie de generaties bestaan nog steeds naast elkaar, maar de derde generatie wint terrein. Er bestaan ook mengvormen, waarbij overheden het initiatief nemen, maar waar burgers vanaf dag één mogen meebeslissen. Vaak gaat het om bestemmingsplannen, waarin bewonersgroepen een doorslaggevende stem hebben. Niet meer uitsluitend in zaaltjes, maar ook op internetfora.
Groeiend internet
Hoewel sociaal betrokken burgers zich nog steeds sterk maken voor dezelfde idealen als 30 jaar geleden, zien de initiatieven er tegenwoordig vaak anders uit. Het zijn veelal kortlopende projecten met een duidelijk begin en einde. Daarbij speelt internet een groeiende rol, signaleert Van Zuylen: ‘Internet verdringt wijkorganisaties als bindend element. Via de digitale weg vinden mensen over de hele wereld gelijkgestemden en deskundigen om een plan te ontwikkelen.’
Het aantal internetinitiatieven groeit, bevestigt Rinske van Noortwijk van GreenWish, een landelijke organisatie die duurzame burgerinitiatieven ondersteunt. Van Noortwijk helpt initiatiefrijke burgers bij het vinden van financiers en het schrijven van projectplannen. ‘Via internet zoeken ze daar de deskundigheid bij. Vaak zijn het integrale ideeën, zoals websites waar je informatie kunt halen over allerlei onderwerpen op het gebied van duurzaamheid, met verschillende aan elkaar gekoppelde disciplines.’
Niet alleen internetinitiatieven groeien, blijkt uit de grote opsomming aan burgerinitiatieven in Help! Een burgerinitiatief, waaronder tal van voorbeelden in zowel steden als dorpen. Nemen overheden burgers daarin serieus? Luisteren zij naar hen, honoreren zij de ideeën? ‘Absoluut’, ervaart Han Bolijn, bestuurslid van de Coöperatie Esbeek, in 2007 opgericht door verontruste Esbekenaren om de vergrijzing van het Brabantse dorp tegen te gaan en de leefbaarheid te vergroten, onder andere met de bouw van starterswoningen en de aankoop en verbouwing van een gemeenschapshuis (zie ook kader pagina 9).
Coöperatie Esbeek is een volwaardige partner van de gemeente, merkt Bolijn. Volgens hem komt dit doordat de plannen van de Coöperatie gedragen worden door de meerderheid van de dorpsbewoners: ‘De gemeente heeft daarom belang bij onze initiatieven en waardeert het ook dat wij zo’n groot deel organiseren, zoals het verbouwen en inrichten van een ontmoetingsruimte waarvan het hele dorp gebruik kan maken.’
Ook Elly Pesik, uit de Rotterdamse wijk Pendrecht en ‘professor’ aan de Pendrecht Universiteit, onderdeel van het bewonersinitiatief Vitaal Pendrecht (zie ook kader hieronder) is tevreden over het contact met gemeenteambtenaren: ‘Soms moet je ze achter hun vodden zitten, ze zijn druk. Maar meestal vinden ze onze aanvragen haalbaar, het hoeft niet meer over veel schijven te lopen.’ Voortdurend werken aan contacten is cruciaal, weet Pesik: ‘Als wij plannen niet onder de aandacht houden, verdwijnen ze in een la. Ambtenaren zijn ook burgers, spreek ze daarop aan. Bijvoorbeeld op hun ouderschap, bij plannen voor een veilige speelplek.’
Eerst was Annemarie Vermeer sceptisch over de bewonersinspraak bij de herinrichting van de Udenhoutse Bosstraat-Hofstraat (zie ook kader rechts). Maar nu zij als voorzitster van de bewonerswerkgroep terugblikt, noemt zij de werkwijze ‘super’: ‘Geen gelopen race, zoals vaak gebeurt, maar stap voor stap besproken, met de ontwerper erbij. We mochten zelfs de bomen kiezen.’
Door de nieuwe vormen van burgerparticipatie verandert de rol van de overheid. Ambtenaren moeten leren initiatieven over te laten aan burgers. De kunst is om initiatieven niet helemaal over te nemen, maar de boel ook niet op zijn beloop te laten. Loslaten kost Duco de Bruijn geen moeite bij zijn werk als gebiedscoördinator, eerst in de Rotterdamse deelgemeente Charlois en sinds kort in deelgemeente Feijenoord. In Charlois begeleidde hij Vitaal Pendrecht en in Feijenoord de bewonersparticipatie bij de herstructurering van Vreewijk.
Als De Bruijn geld vraagt voor projecten, stuit hij op koudwatervrees bij collega’s. ‘Het is inderdaad lastig om je er als overheid niet mee te bemoeien als je het zelf heel anders zou doen’, zegt hij. ‘Toch moet je je gelukkig prijzen met actieve bewoners. Niet elke ambtenaar kan dat direct. Maar ik merk dat de inzet en het enthousiasme van bewoners uiteindelijk overtuigt. Ambtenaren leren zich meer in te leven in de belevingswereld van burgers.’
Volgens De Bruijn gaat het erom dat je burgers de vrije hand geeft, maar rekening houdt met financiële grenzen en wettelijke kaders. ‘Als je van tevoren afspreekt dat ideeën in een bestemmingsplan moeten passen, houden mensen zich daar ook aan.’ Dat is ook de ervaring van Helmy van Ingen, in Tilburg projectcoördinator van de herinrichting van de Bosstraat-Hofstraat: ‘Je moet niet dwingend zijn, maar realistisch mogelijkheden en onmogelijkheden uiteenzetten. Dat kan tot pittige discussies leiden, maar uiteindelijk snappen mensen waarom dingen niet kunnen'.
Heel Esbeek denkt mee
Esbeek mag niet vergrijzen, vonden de bewoners van dit Brabantse dorp. Om te voorkomen dat hun dorp een slaapdorp zou worden, vormden zij in 2007 de Dorpscoöperatie Esbeek. Ze realiseerden 2400 starterswoningen. Om het voorzieningenniveau op peil te houden, kocht de coöperatie café/feestzaal Schuttershof voor ruim twintig verenigingen. Na de aankoop, mogelijk gemaakt met aandelen van dorpsgenoten en hulp van de Rabobank, werd het pand door een honderdtal vrijwilligers verbouwd.
Met dit initiatief won het dorp dit jaar de Dorpenderby, een Brabantse leefbaarheidswedstrijd. ‘Het hele dorp werkt mee, dat is onze kracht’, zegt Han Bolijn, bestuurslid van de coöperatie. ‘Wij willen zelf grip hebben op wat in ons dorp gebeurt; in deze organisatie kunnen wij dat.’ De verbouwing van het dorpshuis is mede mogelijk gemaakt met gemeentelijke subsidie. Ook bij toekomstige plannen ziet Bolijn de gemeente als belangrijke partner. ‘Maar’, zegt hij, ‘we willen zelf het initiatief houden, en tot nu toe lukt dat.’
Burgers van Zeist dé deskundigen
Tweehonderd woningen? En ons prachtige bos dan? In de prullenbak met dat plan! Dat was de eerste reactie van bewoners van Huis ter Heide West op de plannen van het Zeister gemeentebestuur met hun wijk. Voor het gemeentebestuur aanleiding om van deze wijk een pilot te maken voor interactieve planvorming. Tijdens een eerste bijeenkomst vorig jaar kozen de buurtbewoners drie vertegenwoordigers in een zogeheten kopgroep, aangevuld met drie inhoudelijke experts.
De kopgroep kwam met een programma van eisen, waarin werd voorgesteld een kleiner gebied te bebouwen vanwege de geluidshinder van de nabijgelegen A28, die groter bleek dan verwacht. Hoewel het programma op dat punt afwijkt van eerder gestelde randvoorwaarden, nam de gemeenteraad het aan vanwege de solide argumentatie.
‘Een mooie, democratische procedure’, vindt bewoner Hans van de Kamp, die de kopgroep voorzat. ‘Burgers worden niet gediskwalificeerd als domoren die over hun back yard zeuren, maar als deskundigen van hun buurt. Deze werkwijze voorkomt ontevredenheid achteraf. Niet iedereen weet de weg om te procederen.’ ‘Vooraf waren er ambtenaren die dachten dat de bewoners vooral eigen belangen zouden behartigen’, zegt begeleidster Boukje Keijzer van adviesbureau B&A. ‘Maar achteraf was er vooral bewondering voor de manier waarop de kopgroep uit alle belangen tot een heel goed programma van eisen kwam.’
Opeinde bouwt via internet
Kant-en-klare bouwtekeningen bekijken en hooguit mogen meebeslissen over de kleur van de stoeptegels: dat is binnenkort wellicht verleden tijd. Samen met andere burgers achter de computer je eigen buurt helpen inrichten, is een stuk leuker en democratischer. Dat kan met Wikiplanning, waarbij burgers via een online community op internet ideeën kunnen indienen en bespreken met deskundigen en medeburgers.
Smallingerland voert een pilot uit met Wikiplanning voor het ontwerpen en inrichten van een nieuwe woonwijk in het dorp Opeinde. Veel bewoners grepen in de eerste ronde de kans om hun invloed uit te oefenen. ‘De ideeënbus stroomde vol’, constateert Evelien Oosterbaan, communicatiemedewerker bij de gemeente.
In de tweede ronde valt de respons echter tegen. In deze ronde worden de verzamelde ideeën besproken met stedenbouwkundigen. ‘Is het wel het juiste instrument?’ twijfelt Akkie Bruinsma, secretaris Vereniging Dorpsbelangen Opeinde. ‘Bewoners lijken er nog niet aan gewend. Het is misschien te nieuw en ingewikkeld.’ Oosterbaan: ‘Maar de grootste winst is toch de openheid van het proces, dat mensen elkaars keuzes kunnen zien en daarop in kunnen gaan.’
Pendrecht richt universiteit op
‘Nu is het genoeg’, dachten actieve bewoners van het Rotterdamse Pendrecht toen hun wijk nummer 2 werd op de hitparade van slechtste wijken, uitgebracht door VROM. Ze waren het zat dat de buurt voortdurend negatief in het nieuws kwam met achterhaalde feiten, en richtten de Stichting Vitaal Pendrecht op, een activiteitenplatform. De Pendrecht Universiteit speelt een voorname rol. Bewoners geven professionals, waaronder ambtenaren en politici, college over actuele onderwerpen in de buurt.
Meestal gaat het over veiligheid, speelgelegenheid en omgang tussen verschillende culturen. Daarnaast is er een kinderraad en zijn er activiteiten op het gebied van sport, kunst, cultuur, gezondheidszorg, herstructurering en wijkbeheer. De Bewonersorganisatie Pendrecht coördineert de activiteiten. ‘Beleidsmakers luisteren naar ons’, ervaart Elly Pesik, die zich inzet voor de Pendrecht Universiteit. Ze merkt hoe belangrijk het is om, zoals zij het noemt, ‘close’ te zijn met lokale bestuurders: ‘Als ze je kennen, krijg je sneller iets voor elkaar.’
Participatiepilots Tilburg
‘Jullie weten toch allang wat jullie willen?’ was de eerste reactie van bewoners van de Bosstraat-Hofstraat in Udenhout (gemeente Tilburg) op het herinrichtingsplan van hun buurt, waarbij zij vanaf het begin mochten meebeslissen. ‘Wat zullen zij uitmaken, wij hebben ervoor geleerd!’ reageerden sommige ambtenaren. Voor beide partijen was het wennen.
Het plan voor de Bosstraat-Hofstraat maakt deel uit van een aantal pilots voor burgerparticipatie. Ambtenaren en raadsleden merkten dat hun informatiebrieven aan bewoners over bestemmingsplannen meestal in de prullenbak belandden, ook al stond daarin dat zij konden meebeslissen. Op initiatief van de gemeenteraad startte de gemeente in 2006 een aantal pilots voor de herinrichting van woongebieden, waaronder de Bosstraat-Hofstraat. De wederzijdse argwaan verdween na de startbijeenkomst, waar enkele vrijwilligers een bewonerswerkgroep oprichtten, die vier keer bij elkaar kwam om samen met betrokken gemeentelijke diensten plannen te maken.
‘Als bewoner moet je je kans pakken’, benadrukt Annemarie Vermeer, voorzitster van de bewonerswerkgroep, ‘dat hebben we gedaan, met een mooi resultaat.’ ‘Projecten, gedragen door bewoners, zijn voor ons werkbaarder’, weet begeleidend projectcoördinator Helmy van Ingen van de gemeente Tilburg. ‘Zo’n straat ligt er wel weer voor 30 jaar, dan is het belangrijk dat iedereen er tevreden over is.’
Wat moet en ambtenaar wel/niet doen?
Wel | Niet |
Win vertrouwen van initiatiefnemers: luister naar hen en denk met hen mee | Pas op voor doodknuffelen door een initiatief over te nemen en zelf tot actie over te gaan. |
Stel je netwerk open voor verbindingen binnen het ambtenarenapparaat, het bedrijfsleven en andere mogelijke partners | Trek het initiatief niet naar binnen door het te koppelen aan andere acties of in beleid te integreren |
Faciliteer initiatiefnemers in het proces, zodat zij zich met de inhoud kunnen bezighouden | Doorverwijzen betekent initiatiefnemers van het kastje naar de muur sturen |
Kijk over je eigen grenzen | Reageer niet uitsluitend vanuit een bureaucratisch systeem |
Zoek de juiste ambtenaren, die de taal van bewoners speken. | Maak van een initiatief geen persoonlijk project. |
Stroomlijn geldpotjes. Help bij het zoeken naar passende financiering, ook buiten de overheid | Geef geen subsidie zonder rekening te houden met de maat en de aard van het initiatief |
Bied ruimte aan uitvoerders en instellingen om initiatieven te steunen. Bouw flexibiliteit in contracten | Geef geen waardeoordeel over het initiatief |
Maak succes zichtbaar, zet het in de schijnwerpers | Pas op voor het ‘Wethouder Hekkingsyndroom’ door bij successen vóór het initiatief te gaan staan |
Meer informatie over het ondersteunen van burgerinitiatieven is te vinden op www.helpeenburgerinitiatief.nl.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.