Advertentie

Belgische crisis deert grensregio niet

België staat op zijn kop door de Vlaams-Waalse crisis, maar in de Nederlands- Belgische grensregio gaat de samenwerking gewoon door. ‘Zelfs als België uit elkaar valt, heeft dat geen repercussies.’

08 augustus 2008

Zwarte limousines die de smeedijzeren hekken van het Koninklijk Paleis te Brussel passeren, bezorgde hoofden van politici, ferme uitspraken over wat men aan weerszijden van de taalgrens niet langer van elkaar pikt: ook de Nederlandse tvjournaals doen met grote regelmaat verslag van de perikelen rond de Belgische regering, die inmiddels al een jaar in een staat van permanente crisis lijkt te verkeren. De gewone Belg op de straat klaagt inmiddels via ingezonden brieven en op internet zijn nood over het gebrek aan daadkracht van politici die hun tijd verdoen met zogeheten staatshervormingen zonder intussen de koopkracht of de pensioenproblematiek aan te pakken.

 

In de media verschijnen cynische statistiekjes waarin de geringe wetgevende activiteit van de huidige regering Leterme vergeleken wordt met die van de vorige onder Verhofstadt, nu al weer een jaar geleden. De vraag is of deze staatkundige verlamming geen gevolgen heeft voor de gezamenlijke activiteiten die in de grensregio’s met Nederland worden georganiseerd. Slaat ook daar de stagnatie toe?

 

Een kabinetsmedewerker van de Belgisch-Limburgse gedeputeerde Marc Vandeput, die bestuursvoorzitter is van de Interregio Brabant-Limburg, moet een beetje grinniken om deze vraag: ‘Nee, wij hebben op dit punt niets met de federale regering te maken, dat staat er volledig los van.’ ‘In het geheel niet’, bevestigt Hans de Jonge, sinds kort algemeen directeur van Interreg Vlaanderen-Nederland. ‘Stagnatie vanwege de crisis rond de regering Leterme? Welnee’, zegt ook Axel Buyse, de officiële vertegenwoordiger, zeg maar de ambassadeur, van de Vlaamse regering in Den Haag.

 

Er is geen stukje gezamenlijke grens tussen Nederland en België of er zijn wel projecten gaande. Ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, kunst en cultuur, gezondheid, alle thema’s worden gedekt. Dat kan groot- of kleinschalig zijn. Soms leidt het tot oprichting van grensoverschrijdende openbare lichamen als Welzijn voor ouderen Assenede-Sas van Gent, door de gemeente Terneuzen en de welzijnsinstantie OCMW Assenede aan de andere zijde van de grens. Bescheiden initiatieven, waar hooguit lokale overheden bij betrokken zijn.

 

Aan de andere kant van het spectrum staat een recent mega-programma als Interreg IV Grensregio Vlaanderen-Nederland, dat tot 2013 zo’n 94 miljoen euro aan Europees geld mag spenderen aan grensoverschrijdende samenwerking, variërend van bedrijfsmatige activiteiten tot culturele projecten. ‘De duurzaamheidsdriehoek Mens-Milieu-Economie staat centraal’, heet het ronkend in de brochures, maar waar ‘economie’ meer dan de helft van het budget opslorpt, is duidelijk dat de aandacht vooral daar naartoe gaat. En dat budget wordt nog groter, want andere overheden worden geacht de Eurogelden te matchen.

 

Partners in de constructie zijn de provincies aan beide zijden van de grens, maar ook de landsregeringen. Let op: dat wil in dit geval zeggen dat tegenover het Nederlandse kabinet de Vlaamse regering staat, niet de federale. En dat is precies de reden waarom de vraag of ook Nederlandse grensprovincies last gaan krijgen van de Belgische regeringscrisis tot enige verbaasde hilariteit leidt in Vlaanderen. Hans de Jonge (zelf overigens Nederlander) van het Interregprogramma: ‘Zelfs als België uit elkaar valt heeft dat nog geen repercussies voor ons. Het Vlaamse Gewest treedt hier op als lidstaat, net als Nederland.’

 

Autonoom

 

Axel Buyse getroost zich nu al vijf jaar veel moeite om als Vlaams Vertegenwoordiger in Den Haag de nieuwe Belgische realiteit door te laten dringen tot de op dit punt tamelijk harde Hollandse koppen. ‘België is een federale staat, meer zelfs dan de Bondsrepubliek Duitsland. Daar zijn de afzonderlijke Länder hiërarchisch ondergeschikt aan de Bondsregering, bij ons staat de wetgeving van de ‘deelstaten’ - zo heten ze niet officieel - op gelijke hoogte als de federale.’

 

De twee grote gewesten Wallonië en Vlaanderen zijn in hoge mate autonoom, met bevoegdheden die rijken van landbouw tot onderwijs en cultuur, van infrastructuur tot ontwikkelingssamenwerking. Brussel en de rest van de ingewikkelde staatsstructuur hebben weer een andere status. Met name de Vlamingen willen de bevoegdheden nu uitbreiden tot terreinen als belastingen, arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg - thema’s die de Walen het liefst bij het federale niveau willen laten. Een en ander betekent ook dat de ‘deelstaten’ een eigen buitenlandse politiek kunnen voeren op elk terrein waar men binnenslands bevoegd is, en dat men tevens zelfstandig verdragen kan sluiten.

 

Een erg nieuwe realiteit is het federale model overigens niet. In een aantal stappen is België steeds verder ontmanteld. De eerste staatshervorming dateert van 1970 en maakte een einde aan de unitaire staat, bij de tweede van 1980 is begonnen met het overdragen van bevoegdheden naar de gewesten, wat in 1993, we zijn dan al bij de vierde staatshervorming, resulteert in de zinsnede in de Belgische grondwet dat er sprake is van ‘een federale staat’.

 

In Vlaamse regeringskringen is het Nederlandse onbegrip voor de staatkundige realiteit bij de zuiderburen al jaren een bron van zorg. Dat de Nederlanders ‘Belgen’ zeggen als ze Vlamingen bedoelen, dat kan toch echt niet, verzuchtte een minister al in 2005 in een strategienota over de Vlaams-Nederlandse betrekkingen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie