Belagen hulpverleners met vuurwerk is poging doodslag
Er moet een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen komen. Daarvoor pleit korpschef Erik Akerboom maandag 19 juni bij de conferentie Vijf voor Twaalf. De politie pleit voor een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. Wie ermee gooit, maakt zich schuldig aan poging tot doodslag.
Er moet een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen komen. Daarvoor pleit korpschef Erik Akerboom maandag 19 juni bij de conferentie Vijf voor Twaalf. De politie pleit voor een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. Wie ermee gooit, maakt zich schuldig aan poging tot doodslag.
Grimmig
Vooral door het gooien van zwaar vuurwerk hebben politiemensen en andere hulpverleners de sfeer tijdens de laatste jaarwisseling als grimmig ervaren. Ook al nam het aantal incidenten van agressie en geweld tegen politiemensen licht af ten opzichte van voorgaande jaren. Korpschef Akerboom riep daarom op tot een maatschappelijk debat en liet versneld kijken naar de mogelijkheden van de bodycam, de uitschuifbare wapenstok en het stroomstootwapen. Hij benadrukt dat hij dit niet uitsluitend doet met het oog op gevaar voor zijn collega's en andere hulpverleners, maar ook voor de veiligheid en gezondheid van andere mensen en zeker ook dieren: `Vuurwerk is weinig verbindend in de samenleving'.
Vernietigende kracht
Om het debat te stimuleren, organiseerde het korps maandag 19 juni in het Haagse World Forum de conferentie Vijf voor twaalf, veilig werken tijdens de jaarwisseling. Tijdens deze conferentie werd een onderzoek van TNO en de Politieacademie gepresenteerd. Daaruit blijkt dat de explosieve kracht van illegaal vuurwerk sterk is toegenomen. Korpschef Akerboom ervaart de onderzoeken als een bevestiging: `Ons beeld over de vernietigende kracht van bepaald vuurwerk klopt. Daar kunnen we onze mensen en dieren eenvoudigweg niet meer tegen beschermen, evenmin als andere hulpverleners en burgers. Het is echt vijf voor twaalf.’
Verbod
Daarom pleit de politie voor een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. ‘Vuurwerk naar anderen en hulpverleners gooien, beschouwen wij als een ernstig vergrijp. Het Openbaar Ministerie kwalificeert dit gedrag al vaak als poging tot doodslag en wij gaan met hen in gesprek om te bezien of zij dit structureel kunnen doen. We willen als overheid een duidelijke grens stellen. Tot hier en niet verder.'
Effectief
De bestuurlijke maatregelen die de afgelopen jaren in verschillende gemeentes zijn getroffen, zoals vuurwerkvrije zones, het beperken van afsteektijden en de meldplicht voor notoire raddraaiers, zijn effectief, zo blijkt uit het onderzoek.
Tien jaar is de overheid nu bezig om een grens te stellen. Elk lik-op-stuk beleid is mislukt. Handhavers hebben er geen greep op en hulpverleners worden voortdurend bedreigd. We blijven smeren, gedogen, tot drie tellen en plannen maken. Dat gaat dus niet werken. Wat hulpverleners bereft is er maar één remedie: Bij elke vorm van bedreiging onmiddellijk stoppen met hulpverlenen en wegwezen.