Apeldoorn moet bedrijf 2 miljoen euro betalen

Mooi bedrijf
Het conflict tussen Reesink en Apeldoorn stamt uit 1996, toen een intentieverklaring tussen beide partijen werd opgesteld over de verhuizing van het handelsbedrijf van Zutphen naar Apeldoorn. Volgens woordvoerder Toon Schuiling van de gemeente wilde Apeldoorn het ‘mooie bedrijf’ graag en snel hebben vanwege de werkgelegenheid, en bood een lage grondprijs aan. Maar het lukte Reesink niet snel te verhuizen: het bedrijf had moeite het oude pand in Zutphen te verkopen.

Raadsonderzoek
De intentieverklaring werd gewijzigd en vervolgens ontstond een ingewikkeld proces waarin beide partijen elkaar beschuldigden de verhuizing te traineren. De kwestie liep zo hoog op, dat in 2006 een raadsonderzoek werd ingesteld. Daaruit bleek volgens Schuiling dat ‘alles wat fout kon gaan fout is gegaan’. Het voltallige college minus de burgemeester stapte op. Schuiling: ‘De gemeente heeft haar fouten toegegeven, maar de schadeclaim van 41 miljoen euro is buiten iedere proportie.’ Die claim was zo hoog, omdat Reesink de gederfde inkomsten vanwege de niet-verhuizing in de schoenen van Apeldoorn schoof. Volgens Schuiling een omkering van de feiten. De rechter gaf Apeldoorn daarin gelijk. 

Achter de komma
In een persbericht laat wethouder Fokko Spoelstra van Apeldoorn weten zich in belangrijke mate te kunnen vinden in de uitspraak. ‘De rechtbank heeft de claim van Reesink tot ver achter de komma beoordeeld. En dat post voor post. Het is voor ons fijn te constateren dat ons grondige verweer hout heeft gesneden.’

Genormaliseerd
De verhoudingen tussen Apeldoorn en Reesink, inmiddels al jaren in Apeldoorn gevestigd, zijn volgens Schuiling genormaliseerd. ‘We gaan samen de toekomst in.’ Reesink heeft het boek nog niet definitief gesloten. Op de website van het bedrijf staat: ‘Het uitvoerige vonnis zullen wij met onze adviseurs nader bestuderen.’