Advertentie

1 op 7 wethouders woont niet in eigen gemeente

178 Nederlandse wethouders wonen niet in de gemeente die ze besturen, terwijl ze volgens de wet verplicht zijn om in die gemeente te wonen.

01 februari 2022
snelweg

178 Nederlandse wethouders wonen niet in de gemeente die ze besturen. En dat terwijl ze volgens de wet verplicht zijn in de gemeente te wonen waar ze werkzaam voor zijn. Van de ontheffing wordt steeds vaker gebruik gemaakt, blijkt uit onderzoek van onderzoeksjournalist Rens van de Plas.

Adviseur Onderzoek, Evaluatie en Organisatie-inrichting

JS Consultancy in opdracht van KokxDeVoogd
Adviseur Onderzoek, Evaluatie en Organisatie-inrichting

Woo-jurist

Gemeente Pijnacker-Nootdorp
Woo-jurist

246 kilometer

Uit dat grondige onderzoek blijkt dat wethouder Maria Le Roy van de gemeente Smallingerland de ranglijst qua afstand aanvoert. Officieel woont zij in het Zeeuwse Hulst, hemelsbreed 246 kilometer daarvandaan. Haar collega Derk Reneman van de gemeente Hoogeveen woont in Nieuw-Vennep, 135 kilometer verderop. Beiden maken zij deel uit van een zakencollege en zijn dus bewust van buiten gehaald. Wethouder Bob Bergkamp van de gemeente Oldebroek neemt de derde plek in met 123 kilometer afstand. Hij woont in Breda. Deze wethouders verblijven doorgaans in een tijdelijke woning in de gemeente waar ze werken, maar vertrekken in het weekend weer naar hun eigen huis.


Gelderland hofleverancier

Gemiddeld wonen de wethouders in dit onderzoek ongeveer 30 kilometer van hun gemeente vandaan. De provincie Gelderland is met 28 wethouders van buiten hofleverancier van wethouders met een ontheffing op de voet gevolgd door Noord-Brabant met 27 wethouders. Op de derde plaats staat Noord-Holland met 21 wethouders van buiten. Sommige wethouders van buiten interpreteren de regeling zeer ruim. Wethouder Ted Kok van de gemeente Aalten woont al bijna twaalf jaar in Didam, 31 kilometer van het stadhuis vandaan.


Netwerk

Wethouder Hans van Daalen van de gemeente Barneveld is ook al bijna twaalf jaar wethouder van buiten, want hij woont 13 kilometer verderop in Amersfoort. Van Daalen was al wethouder geweest in Amersfoort en wilde daar wegens de praktijk van zijn vrouw en de school van zijn kinderen blijven wonen. Het wordt hem niet kwalijk genomen, zegt hij tegen Van de Plas. ‘Dat ik wethouder in Amersfoort ben geweest en dus een heel Utrechts netwerk meebreng is voor de gemeente alleen maar voordelig. Dat netwerk had ik niet gehad als ik altijd in Barneveld had gewoond.’


Onderwaterhypotheek

Naast een deel dat zich niet aan de gemeente wil committeren vanwege een sociaal bestaan of gezinsleven elders, is een aanzienlijk deel van de wethouders tussentijds aangesteld. Zij zien het niet zitten om voor enkele jaren te verhuizen naar de gemeente waar ze in functie zijn. Er zijn daarnaast wethouders die geen geschikt huis konden vinden binnen de gemeente. CDA-wethouder Arjan Kraijo van de gemeente Alblasserdam krijgt bijvoorbeeld al acht jaar ontheffing, omdat hij zijn huis destijds niet kon verkopen vanwege een ‘onderwaterhypotheek’. Later was hij zo geworteld in woonplaats Langerak dat verhuizen voor hem geen optie meer was. Voor de coalitiepartijen was dat verder geen probleem, maar oppositiepartij VVD vond dat laatste ‘niet passend voor een bestuurder’.


Vier ton

Al dat heen en weer reizen kost wel geld. Van de Plas rekende uit dat de ‘uitwonende wethouder’ de Nederlandse belastingbetaler in totaal bijna vier ton (387.340 euro) kost. Het werkelijke bedrag ligt hoger, want niet alle gemeenten konden of wilden volledige openheid van zaken geven over de reiskostenvergoedingen die aan hun wethouders werden uitgekeerd. Sommige wethouders van buiten krijgen geen reiskostenvergoeding of zagen er van af, maar andere wethouders van buiten ontvingen hiervoor tijdens hun wethouderschap duizenden euro’s. Enkele wethouders kregen in hun loopbaan zelfs meer dan 10.000 euro.


Achterhaald

Namens de Wethoudersvereniging laat directeur Jeroen van Gool aan Van de Plas weten dat hij in de praktijk ziet dat het woonplaatsvereiste weleens wordt misbruikt als politieke stok om mee te slaan wanneer de onvrede over een wethouder toeneemt. Ook noemt hij het vereiste ‘achterhaald’. Er zijn volgens Van Gool andere manieren om binding met een gemeente te hebben ‘dan er per se te wonen’. ‘Wij zouden dat woonplaatsvereiste graag afgeschaft of op z’n minst versoepeld zien.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie