Indien de ‘politisering’ van de waterschappen zich doorzet, dan is dat schadelijk voor deze vorm van functioneel bestuur, zo betoogde ik in enkele eerdere bijdragen in Binnenlands Bestuur. Om die reden moet er opnieuw worden nagedacht over de opbouw en inrichting van het waterschapsbestuur.
Twee weken geleden presenteerde ik in Binnenlands Bestuur het door mij ontwikkelde model van de stadsgemeente. Dit leverde veel reacties op, maar blijven ook wat vragen over.
Landbouw verdient een plek in de stad, stellen Wageningse wetenschappers. Het maakt de stad groener en de voedselproductie duurzamer. Almere wil grond vrijmaken voor stadsboeren: ‘Als ideaalbeeld is het magnifiek.’
Veel randgemeenten in Nederland worstelen met hun bestuurskracht en met hun verhouding tot de grote stad. Fusie met de grote stedelijke buurgemeente wordt als bedreigend ervaren.
Een aantal waterschappen heeft de laatste tijd rekenkamers of rekenkamerachtige functies in het leven geroepen. Daar is op het eerste oog geen bezwaar tegen. Staatssecretaris Ank Bijleveld moedigt deze ontwikkeling aan.
Architecten bekritiseren de aanbesteding van nieuwbouwprojecten. Gemeenten zouden de Europese regelgeving te streng interpreteren. Verschraling van de bouwkunst dreigt. Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol heeft onderzoekers van de TU Delft om een feitenonderzoek gevraagd.
Steeds meer gemeenten kiezen voor de oprichting van een sterk vastgoedbedrijf. Aanvankelijk om slimmer te kunnen beheren, steeds vaker ook om ruimtelijke ontwikkelingen en sociaal beleid te stimuleren.
De Nederlandse aanbestedingspraktijk is ‘roomser dan de paus’. Gemeenten passen de Europese regels zo krampachtig toe, dat nog slechts een beperkt aantal architectenbureaus openbare gebouwen kan en mag ontwerpen. Eenvormigheid dreigt.
Het rookverbod in de horeca leidt mogelijk tot problemen op straat. Preventieve maatregelen worden nauwelijks genomen. ‘Desnoods kunnen burgemeesters een samenscholingsverbod opleggen.’