Welke partij belooft het meest voor gemeenten?
Raadsleden geven aan dat GroenLinks/ PvdA het meeste oog heeft voor de financiële belangen van gemeenten.

Raadsleden geven aan dat GroenLinks/ PvdA het meeste oog heeft voor de financiële belangen van gemeenten. Dat blijkt uit een onderzoek van Binnenlands Bestuur in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden onder 588 lokale volksvertegenwoordigers.
Met het oog op het ‘ravijnjaar 2026’ staat er voor gemeenten veel op het spel. In dat jaar belanden gemeenten namelijk tussen het oude financiële systeem, dat in 2025 afloopt, en het nieuwe dat per 2027 van kracht wordt. Zij lopen hier gezamenlijk ruim 3 miljard euro door mis, waardoor hun begrotingen onder grote druk komen te staan. Diverse partijen hebben demissionair minister De Jonge (Binnenlandse Zaken) opgeroepen snel iets te doen aan die dreigende financiële kloof.
Maar welke partijen hebben volgens raadsleden nu het meest oog voor de (financiële) belangen van de gemeenten? Volgens de 588 geënquêteerde raadsleden is dat Groen- Links/PvdA (20 procent), gevolgd door Nieuw Sociaal Contract (17 procent), VVD en CDA (13 procent), BBB (8 procent), D66 (7 procent), ChristenUnie (5 procent), SP (4 procent), PVV (3 procent) en SGP (3 procent). Die volgorde komt niet geheel overheen met de partijvoorkeur van de respondenten.
Bij de verkiezingen op 22 november zegt 19 procent te gaan stemmen op GroenLinks/PvdA. Hoewel volgens 17 procent Nieuw Sociaal Contract de partij is die het meest oog heeft voor de (financiële) belangen van de gemeenten, denkt maar 9 procent straks op die partij te gaan stemmen. VVD (14 procent) en CDA (11 procent) kunnen onder de raadsleden op meer sympathie rekenen. BBB is volgens 8 procent van de respondenten dé gemeentepartij is, maar slechts van 3 procent van hen stemt er straks daadwerkelijk op. D66 en ChristenUnie scoren respectievelijk 6 en 4 procent, PVV en SP 3 procent en SGP 2 procent. Twee op de tien raadsleden geeft aan nog niet te weten wie hun stem verdient: zij zweven zogezegd nog.
Opschalingskorting
Een inventarisatie van de standpunten van de politieke partijen over de gemeentefinanciën in de verkiezingsprogramma’s, gemaakt door LIAS Info, maakt duidelijk dat PVV er op dat vlak geen heeft. Volgens het verkiezingsprogramma van GroenLinks/PvdA gaan gemeenten de financiële middelen krijgen die nodig zijn om de door het rijk bij hen neergelegde taken uit te voeren. De komende jaren wordt er daarom niet gekort op het gemeentefonds – de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten. En door de gemeenten verfoeide opschalingskorting gaat bovendien een dikke streep. Dat scheelt gemeenten circa 1 miljard euro.
Ook Nieuw Sociaal Contract schrapt de opschalingskorting. Jaren geleden werd die opgelegd in combinatie met een schaalvergroting van gemeenten. Die zou tot efficiënter werken en dus kostenbesparing leiden. De gedwongen schaalvergroting ging vrijwel direct van tafel, maar opeenvolgende kabinetten handhaafden wel de korting. Het CDA wil eveneens af van deze financiële prikkel om te fuseren en wil verder gemeenten voldoende geld geven ‘om te kunnen investeren in bibliotheken, bushaltes, zwembaden buurthuizen en goede scholen.’ Hoewel raadsleden weinig lijken te verwachten van de SP, is die partij wel degelijk van plan gemeenten meer geld te geven om te investeren in voorzieningen voor hun inwoners, zeker in krimpregio’s.
De VVD houdt het op meerjarige financiële afspraken tussen rijk en gemeenten. Veel concreter is de ChristenUnie. Om te voorkomen dat gemeenten in 2026 massaal moeten bezuinigen op de (jeugd)zorg, infrastructuur of belangrijke voorzieningen in de wijk, stopt die partij 2 miljard euro extra in het gemeentefonds. Ook de opschalingskorting laat deze partij in rook opgaan.
D66 vindt dat er deze kabinetsperiode veel extra middelen naar gemeenten gingen, maar vooral op incidentele basis. Omdat die na 2025 verdwijnen, wil de partij de financiële problemen als gevolg daarvan voorkomen met extra geld. Gekeken wordt naar het stopzetten van de opschalingskorting, het schrappen van de taakstelling voor de jeugdzorg en extra geld voor onderwijshuisvesting.
BBB is weinig concreet over de gemeentefinanciën: gemeenten moeten financieel ‘vrij’ en ‘gezond’ zijn, genoeg geld krijgen en niet meer afhankelijk zijn van incidentele fondsen en specifieke uitkeringen. De SGP houdt het bij extra middelen voor gemeenten om hun taken goed te kunnen uitvoeren, zoals onder meer financiële compensatie voor de transformatie van de jeugdzorg.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.