Vrees voor nieuwe vluchtelingenstroom uit Oekraïne

Albergen bevindt zich overigens in een groot gezelschap. Uit een steekproef van het Comité van de Regio´s (CvdR) blijkt dat driekwart van de lokale en regionale overheden vluchtelingen opvangen of hulp naar Oekraïne sturen.

Lokale bestuurders

Daags na Ruslands escalatie op 10 oktober met bombardementen op civiele doelen, zoals scholen, kruispunten en de energie- en watervoorzieningen, vreest de locoburgemeester van Boetsja, Mikhailyna Skorik-Shkarivska dat Poetins geweld tegen civiele infrastructuur doorgaat. En dat burgers steeds weer tijdelijk moeten vertrekken. In Boetsja is inmiddels 80 procent weer teruggekeerd, zo vertelde ze tijdens de European Week of Cities and Regions in Brussel. Daar ontmoetten duizenden regionale en lokale bestuurders elkaar om te praten over lokaal en regionaal beleid maar ook om vooral te praten over de oorlog in Oekraïne en de gevolgen hier.

Leegloop

In Boetsja, bij Kiev, zijn eerder dit jaar honderden burgers afgeslacht tijdens de Russische bezetting, de lijken lagen er op straat. De grote angst van de mensen in Boetsja is dat de Russen weer een aanval op het dertig kilometer verderop gelegen Kiev gaan wagen. Dan dreigt weer een leegloop.

Europese solidariteit

Intussen is de solidariteit is Europa is onveranderd groot. De burgemeester van het Poolse Łódź en lid van het CvdR, Hannah Zdanowska, zegt dat de bevolking van de stad met 15 procent is gegroeid door de komst van 120.000 Oekraïense vluchtelingen. Als Albergen 15 procent zou groeien door de komst van vluchtelingen, zou het bijna 600 vluchtelingen moeten opvangen. Dat worden er 150, waar het rijk om maximaal 300 plekken had gevraagd.

30 kilometer verband

Volgens de Zdanowska worden de vluchtelingen met alles geholpen, zoals huisvesting, medische zorg en werk. 6500 kinderen volgen onderwijs in Łódź. Daarnaast vertrokken vanuit de stad inmiddels 100 vrachtwagens met hulpmiddelen naar plaatsen als Lviv en Odessa en vandaar weer verder naar andere plekken in Oekraïne. Zdanowska vertelt dat ze een Oekraïner vroeg hoeveel verband er nodig is. Het antwoord: 30 kilometer.

Populisme

Ook de vicepresident van de Franse regio Bourgogne-Franche-Comté, Patrick Molinoz, zegt dat in zijn regio ook initiatieven zijn om Oekraïne en de Oekraïners te helpen. Zo zamelen de apotheken krukken in om gewonden in Oekraïne te helpen. Hij tekent aan dat populisme een vijand is, want niemand weet hoelang de oorlog gaat duren. En dat vergt naast alle fondsen uit de Europese Unie ook nadenken over hulp op de lange termijn, meent het CvdR.