Advertentie
sociaal / Column

De twee Aagjes

Onlangs is met unanieme stemmen in zowel de 2e als de 1e Kamer een wetsvoorstel aangenomen waardoor het voor ouders van doodgeboren kindjes mogelijk is om ze te laten registreren bij de burgerlijke stand, waardoor ze automatisch ook in de Basis Registratie Personen komen. Verder heeft het in de systeemwereld geen rechtsgevolg, maar wel in de leefwereld van kennelijk veel mensen - 82.000 ondertekenaars van de petitie om dit te regelen! De borelingen worden nu voortaan met hun naam ingeschreven bij ouders en eventuele broertjes en zusjes.

16 april 2019

Onlangs is met unanieme stemmen in zowel de Tweede als de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen waardoor het voor ouders van doodgeboren kindjes mogelijk is om ze te laten registreren bij de burgerlijke stand, waardoor ze automatisch ook in de Basis Registratie Personen komen. Verder heeft het in de systeemwereld geen rechtsgevolg, maar wel in de leefwereld van kennelijk veel mensen - 82.000 ondertekenaars van de petitie om dit te regelen! De borelingen worden nu voortaan met hun naam ingeschreven bij ouders en eventuele broertjes en zusjes.

‘Noem mijn naam, en ik besta’ luidt een oud Joods gezegde.

Er is een strijd van jaren aan vooraf gegaan door een zwermcoalitie van allerlei mensen, aangetrokken door een piepklein groepje moeders dat te maken had gehad met hun levenloos geboren kinderen die niet ‘bestonden’. Na de inwerkingtreding van de wet (begin 2019) waren er binnen vijf weken al 5.500 aangiften, ook van kinderen die tientallen jaren geleden levenloos waren geboren.

Kennelijk zit het diep.

Ook bij mijn opa bleek het diep te zitten. Toen opa (86) op zijn sterfbed aanvoelde dat het moment zou komen, zei hij met een hemelse glimlach ‘Nu word ik herenigd met de twee Aagjes’. Deze twee meisjes waren geboren in een reeks van tien kinderen. Het eerste meisje kreeg de naam Agatha, maar het was stil na haar geboorte. Op zijn Engels: stillborn.

Mijn grootouders waren boeren. Acht koeien, vijf kippen, twee varkens. En tien kinderen. Er werd een tweede meisje geboren. Aagje 2. Ook zij kwam niet toe aan doop noch aangifte. Toen een derde meisje zich aandiende, wilde oma haar niet weer Agatha noemen. Er was sprake van het boze oog van misschien een buurvrouw, zo ging het in het dorp rond. Maar mijn opa wilde per se wel een Aagje. Aagje 3 werd mijn tante Aagje. Van die kant kregen we uiteindelijk vier tantes en drie ooms (en mijn vader). Tante Aagje 3 is bijna 90 geworden.

Aagje 1 en 2 bestonden formeel niet, maar ze bleven wel in de harten van de familie. En aan het eind van opa’s leven leefden de Aagjes weer op en vloog hij ze tegemoet. Ze maakten hem blij op dat ene moment van overgave. En nu bestaan ze weer in deze column.     

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans van Oort / Beleidsmedewerker
Heel goed dat deze wetswijziging er is gekomen. En mooi beschreven waarom dat belangrijk is, Mechtild.
Advertentie