Advertentie
sociaal / Blog

Stoeiende collega’s

Tijdens een pauze op het werk gaat een ambtenaar achter één van zijn collega’s staan, die onderuit gezakt op een stoel zit. Hij pakt zijn collega van achteren vast en neemt hem, bij wijze van grap, in een houdgreep. Het gaat echter mis: de stoel kantelt en de collega loopt (nek)letsel op. Wie is hier aansprakelijk voor? De ambtenaar die zijn collega in een houdgreep nam? De (gemeentelijke) werkgever, omdat het onder werktijd gebeurde?

14 april 2010

De ambtenaar die zijn collega in een houdgreep neemt is volgens de rechter in elk geval aansprakelijk. Deze ambtenaar heeft onrechtmatig gehandeld. Dat het slechts ging om “collegiaal dollen” is daarbij niet van belang.

Ingewikkelder is de vraag of de werkgever aansprakelijk is. Volgens de wet is de werkgever soms aansprakelijk voor fouten van zijn werknemers. Van belang is dan dat er een voldoende verband is tussen de aan de werknemer opgedragen werkzaamheden en de kans op de gemaakte fout.

 

Ook moet de werkgever zeggenschap hebben gehad over de gedragingen van de werknemer. Maar daarmee ben je er niet. Want hoe leg je deze criteria uit? Het voorval vond plaats binnen de werksfeer, in een gebouw van de gemeente, en in een werksituatie waar collegiale stoeipartijen – volgens getuigenverklaringen - normaal waren. De rechtbank vond daarom dat de werkgever aansprakelijk was.

 

In hoger beroep oordeelde de rechter anders en meende dat de gemeente niet aansprakelijk was omdat er onvoldoende verband was tussen het werk en de fout. Inmiddels heeft ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, weer gezegd dat de hele zaak nog eens opnieuw moet worden bekeken (LJN BJ6020). De uitkomst in deze zaak is dus nog niet duidelijk.

In elk geval is niet doorslaggevend of de fout wordt gemaakt tijdens de werkzaamheden. Zo was de werkgever die een bedrijfsuitje had georganiseerd aansprakelijk voor de brandschade die ontstond doordat werknemers olie op een barbecue gooiden (de partytent waar het feest werd gehouden brandde af). Het gebeurde allemaal buiten werktijd, niet in het bedrijfsgebouw en het had geen direct verband met de werkzaamheden. Toch moest de werkgever voor de schade opdraaien omdat hij het uitje had georganiseerd en betaald. Ook van belang was dat de leidinggevende erbij was en hij niet voorkomen had dat er olie op het vuur werd gegooid; integendeel, hij had hier zelfs toe aangezet.

De werkgever moet zich dus realiseren dat zijn verantwoordelijkheid niet ophoudt bij het begin van de pauze of aan het eind van de werkdag.

Anja Hoffmans

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie