Inwoners van de gemeenten Leiden en Leiderdorp kunnen de weg naar de schuldhulpverlening lang niet altijd goed vinden. Dat geldt in het bijzonder voor Leiderdorpers, concludeert de lokale rekenkamer. De onafhankelijke onderzoekscommissie is eveneens bezorgd over de ICT-problemen.
Zorgen over schuldhulp Leiden en Leiderdorp
In Leiderdorp stijgt het aantal huishoudens met problematische schulden.
Hoewel de Rekenkamer Leiden & Leiderdorp onder de indruk is van de wijze waarop de Stadsbank de schuldhulpverlening uitvoert, constateert zij dat er grote uitval is na een eerste intakegesprek. ‘Dat is zorgelijk, want als mensen doorzetten na dat eerste gesprek, is de kans groot dat het schuldhulpverleningstraject een succes is’, stelt de lokale rekenkamer. De Stadsbank probeert deze situatie te verbeteren door minder gegevens te vragen van mensen die hulp zoeken.
ICT
Daarnaast vinden de onderzoekers de ICT-problemen ‘verontrustend’. Mensen hebben vaak meerdere schuldeisers. Om hen goed te laten samenwerken zijn twee ICT-systemen noodzakelijk: het schuldenknooppunt, waarmee schuldhulpverleners en eisers eenvoudig met elkaar kunnen communiceren, en het beslagregister, dat ervoor zorgt dat eisers geen contact opnemen met inwoners die zich voor schuldhulp hebben aangemeld. Deze ICT-systemen zijn echter nog niet operationeel, waardoor het veel tijd kost om een schuldhulpverleningstraject te starten. ‘Dat zorgt voor extra werkdruk bij de Stadsbank, waardoor medewerkers niet met andere taken bezig kunnen zijn’, constateert de rekenkamer.
Schuldenprobleem
Sinds juli is de aflostermijn voor mensen die een schuldsaneringstraject doormaken verkort van drie naar anderhalf jaar. Om terugval te voorkomen adviseert de rekenkamer intensievere begeleiding. Ook moet de Leiderdorpse raad meer aandacht besteden aan het schuldenprobleem. Dit omdat het aantal huishoudens met problematische schulden in deze gemeente stijgt.
