Aan de muur in Elisa’s woonkamer hangt een koninklijke onderscheiding. Ernaast een foto van haar met de onderscheiding. Elisa ontving hem in 2005 voor twee decennia vrijwilligerswerk, voor de Cliëntenraad en de Bijstandsbond, waarvoor ze nog actief is. Ze demonstreert regelmatig en past vier middagen in de week op Mirte (2005), van dochter Fleur (1968), die IT’er is. De salontafel is beplakt met Mirtes foto’s. ‘Een boeffie, maar het gaat best lekker.’
Lintje
Elisa (1948) leeft van de bijstand. ‘Als deze met 150 euro omlaag gaat, zitten we helemaal met zijn allen achter de geraniums!’
‘Als mijn dochter groot is, ga ik werken’, dacht ik altijd. Het liep anders. Zoals de meeste vrouwen kwam ik door een scheiding in de bijstand, 39 jaar geleden. Fleur was drie. Mijn man had het ene schatje na de andere. Toen Fleur groot was werd ik ziek: fibromyalgie en suikerziekte. Sommige dagen kan ik geen stap verzetten. Mijn collega’s bij de Bijstandsbond zeggen dan 'blijf rustig thuis’, maar met gewoon werk was ik in de Wia beland.’
‘De bijstand is altijd al te weinig geweest. Mijn dochter moest eten en kleren hebben, dus je bezuinigt op jezelf. Eén trui heb ik al sinds mijn 16e, mankeert niets aan. Het nieuwe kabinet wil de bijstand 15 procent verlagen, dat is 150 euro per maand! Dan zitten we helemaal met zijn allen achter de geraniums!’