Wachtlijsten nemen toe
Na een aanvankelijke daling nemen de wachtlijsten in de helft van de provincies weer toe. In provincies waar het wel beter gaat, is Rouvoet ontevreden over het tempo. Hij vindt het onacceptabel als provincies de afspraak niet nakomen dat eind dit jaar de wachtlijsten zijn weggewerkt. Jongeren zouden dan niet langer meer dan negen weken hoeven te wachten op hulp.
Rouvoet roept provincies op matje over jeugdzorg
Minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) roept provincies op het matje waar de wachtlijsten voor jeugdzorg weer langer zijn geworden of…
Na een aanvankelijke daling nemen de wachtlijsten in de helft van de provincies weer toe. In provincies waar het wel beter gaat, is Rouvoet ontevreden over het tempo. Hij vindt het onacceptabel als provincies de afspraak niet nakomen dat eind dit jaar de wachtlijsten zijn weggewerkt. Jongeren zouden dan niet langer meer dan negen weken hoeven te wachten op hulp.
Dwingen
Rouvoet wil volgende week van de provinciebesturen tekst en uitleg. In een brief aan de Tweede Kamer sluit hij donderdag niet uit met een 'aanwijzing' provincies te zullen dwingen actie te ondernemen. Op 1 juli wachtten 4946 jongeren langer dan negen weken op zorg. Op 1 april waren dat er nog 4893, en begin dit jaar 5510.
Afspraken
Provincies en Rouvoet hebben samen tientallen miljoenen euro's uitgetrokken om van de wachtlijsten af te komen. Desondanks had de bewindsman eerder ook al zorgen of de provincies aan het einde van het jaar de afspraken zouden nakomen. Om die reden werd een paar maanden geleden al afgesproken dat provincies inzicht zouden geven in hun aanpak.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De jeugdzorg is, zoals inmiddels algemeen bekend, een instelling die niet is ingericht op het verlenen van daadwerkelijk hulp. Daarvoor is zij aangewezen op de deskundigen. Jeugdzorg en de RvdK vervullen een telefoonklapper-functie en dat nog niet eens met veel succes. Wel weet men behendig steeds de schuld van het feilen en falen naar anderen te wijzen. Immers, op grond van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid die een bepaalde toezichthoudende functie als: onderwijzer, badmeester of politieagent met zich meebrengt (Garantenstellung) had in de zaak Savannah natuurlijk een veroordeling moeten volgen (Dat dit niet is gebeurd heeft zeer waarschijnlijk zijn oorsprong in de omstandigheid dat de betreffende kinderrechter met zijn beschikkingen in al die affaires evenveel schuld treft. De magistraten vallen zichzelf uiteraard niet af).
Jeugdzorg levert bovendien veel werkgelegenheid in dienstverlenend Nederland op en wordt sinds het aantreden van Rouvoet met veel (extra) miljoenen nog langer in stand gehouden, zonder dat de effecten van haar optreden eens goed worden beoordeeld. Wel wordt hier al sinds jaar en dag door deskundigen (Dag van het Volkspetitionnement) op aangedrongen, bij voorkeur door middel van een parlementaire enquête. Die is tot heden succesvol afgehouden, mede door jeugdzorg en de politieke beschermheren van Rouvoet, maar de VVD wil nu in ieder geval een parlementair onderzoek. Ook daartegen ageren de financieel belanghebbenden natuurlijk; voorlopig nog met succes.
Van die vele honderden miljoenen extra die naar jeugdzorg zijn gevloeid, is geleken dat het 'management' zich wel erg rijkelijk hieruit bedeelt, terwijl het voetvolk in de jeugdzorg zijn positie heeft weten te rekken met een forse toename van het aantal maatregelen. Dit levert weliswaar veel extra werkgelegenheid op voor: buurtwerkers, kinderrechters, advocaten, GGZ, politie, psychologen, adviesbureaus, e.d., maar is er ook de oorzaak van dat de toevoerkanalen van de 'zorgketen' zijn verstopt (Overigens was het, als ik me goed herinner, de oud-voorzitter van kinderrechters, Van der Reijt, die indertijd al zijn vrees uitte dat het die kant zou opgaan bij aanhoudende kritiek op jeugdzorg). Die keten doet wat in Nederland sinds jaar en dag met succes gebeurt, namelijk vragen om meer geld en meer personeel. Of dat dit keer lukt is nog maar de vraag, want Rouvoet weet voorlopig de provincie als falende bestuurslaag in het licht te houden en zal dit gewiekst weten vol te houden tot het einde van zijn ambtsperiode. Maar hoe dan ook: hulp voor de getroffen kinderen blijft voorlopig uit.
Want de provincies, die sinds de Wet op de jeugdzorg officieel een toezichthoudende functie op jeugdzorg hebben, zijn nooit in staat geweest in de jeugdzorg een rol te spelen. Het IPO wilde natuurlijk wel graag de lusten, maar vergat dat die bestuurslaag nu eenmaal te ver afstaat van hen die om hulp behoeven. De managers van die bestuurslaag zijn dan wel bij uitstek geschikt om te communiceren met het management in de jeugdzorg, maar de problemen zijn gebleven.
Maar, het zij herhaald, dat wil allemaal nog niet zeggen dat hiermee die vorm van bureaucratie daadwerkelijk hulp zou bieden of, zoals de Cie. Paas nu wil, nu bij de gemeente zou moeten komen te berusten, omdat zij wel ‘dicht bij de burger staat’.
Hiervoor zou men toch eerst de fundamentele vraag moeten beantwoorden wat men nu eigenlijk onder hulp aan de betreffende kinderen verstaat en op welke wijze die moet worden verleend. Dat vergt een psychische gesteldheid om met de Zaak bezig te willen zijn en dat is de vluchtige politieke waan van de dag helaas niet gegeven.
Overigens zou het niet de eerste keer zijn dat het rijk een taak decentraliseert, doorgaans met een ‘financiële taakstelling, die het zelf niet kan uitvoeren. Wat dat betreft is het voor de gemeente oppassen geblazen en uitkijken dat zij niet in dit ‘Vietnam’ komt.
Daarnaast blijft het ook dan nog de vraag of men daar in staat is hulp te bieden waar het toch gaat om een complexe materie die nogal wat kundigheid vergt die men niet direct mag verwachten op dat bestuursniveau. De ‘overplaatsing’ van gezinsvoogden, die enkel zijn belast met huisbezoekjes en het formeren van dossiers, biedt helaas hiervoor geen soelaas.
Kortom, het blijft afwachten, totdat de Tweede Kamer eindelijk eens het initiatief neemt om die discussie daadwerkelijk eens te voeren.