Advertentie
sociaal / Nieuws

Ontketende professionals

Of het nu gaat om leraren, artsen of agenten: overal duikt de klacht op dat het ambacht ondergesneeuwd raakt in de bureaucratie. Het beeld bestaat dat professionals verstrikt raken in een reguleringsjungle van prestatie- en verantwoordingsregels.

20 februari 2009

Regels die als doel hebben het moeilijk grijpbare werk van de professional inzichtelijk en meetbaar te maken, tasten juist de kwaliteit van de beroepsbeoefening aan. De leraar die goed onderwijs wil geven, wordt geconfronteerd met een wettelijk vastgelegd aantal uren dat hij voor de klas moet staan en de eis van zijn schoolbestuur om te zorgen voor aansprekende slagingspercentages, zodat de school goed scoort in de vergelijkingsrijtjes. Dit heeft tot gevolg dat de inspirerende uitwisseling van kennis is vervallen tot verveelde uurvulling en examentraining.

 

De gezinsvoogd die het belang van het kind moet beschermen, komt daar in de praktijk nauwelijks aan toe, omdat het papierwerk op kantoor geen uitstel duldt. En zelfs de rechterlijke macht lijkt onder invloed van productiecijfers en managementtoezicht te zijn vervallen tot een machinale uitvoeringsorganisatie.

 

De beknelling van de professional is meermalen gesignaleerd en wordt vaak gevolgd door een roep om ‘meer ruimte’ voor de professional. Evelien Tonkens, hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam, stelt zich in haar voor de Raad voor het Openbaar Bestuur uitgesproken lezing de vraag hoe de professional meer ruimte kan worden verschaft.

 

Verkruimelen

 

Tonkens gaat eerst na welke factoren hebben geleid tot de beknelling van de professional. Ze zoekt daarvoor naar de oorzaken van de klacht over te veel regels en te veel managers. Een belangrijke verklaring is het verkruimelen van het gezag van de professional. Tonkens wijst er op dat burgers mondiger en beter opgeleid zijn dan voorheen. Bovendien is informatie voor iedereen beschikbaar. Van het gezag van de arts blijft weinig meer over wanneer de patiënt met een uitdraai van een internetpagina de diagnose in twijfel trekt en de, eveneens op internet gevonden, best mogelijke behandeling eist. Regels en interne normen over wat de juiste taakvervulling is, zijn een onvermijdelijke hulpconstructie om dit gezag nog enigszins te bewaren.

 

Daar komt bij dat de taken van de professional, door groeiende kennis en specialisatie binnen de beroepsgroep, aanmerkelijk complexer zijn geworden. Ter illustratie wijst Tonkens op de meest uiteenlopende problemen van jongeren, van dyslexie tot faalangst en van ADHD tot autisme, waarmee jeugdzorg wordt geconfronteerd. Elk verschijnsel eist zijn eigen specialisatie, waardoor versnippering onvermijdelijk is. Versnippering vergt echter ook weer afstemming, in de vorm van procedurele regels en verantwoording.

 

Groei van regels wordt ook veroorzaakt door permanente schaarste van middelen. Schaarste vergt een rationele verdeling. Verdeelregels en financial controllers die toezicht houden op de naleving van die regels, zijn het onvermijdelijke resultaat.

 

Ineffectief

 

De factoren die de ruimte van de professional beknotten, zijn nauwelijks te beïnvloeden. Tonkens stelt zichzelf de vraag op welke wijze de professional in dit veranderde maatschappelijk krachtenveld kan worden beschermd en waar nodig kan worden gestuurd, zonder dat dit ten koste gaat van de professionele ruimte. Marktlogica en bureaucratie schieten daarvoor, naar het oordeel van Tonkens, tekort.

 

In de markt wordt de professional gedwongen tot klantvriendelijke, maar ineffectieve keuzes. In een commerciële omgeving heeft onder meer de reïntegratiecoach sterk de neiging om het klantcontact optimaal te houden en dus de door het klant gewenste reïntegratiebudget te verlenen, terwijl hij weet dat de werkloze daar eigenlijk niet bij gebaat is. De bureaucratie kent weer andere nadelen. Het streven naar gelijke en zorgvuldige behandeling staat immers maatwerk en effectiviteit in de weg.

 

Tegenover deze modellen plaatst Tonkens het professionalisme als aantrekkelijk alternatief. In dit model zijn protocollen slechts hulpmiddelen en wordt horizontaal verantwoording afgelegd, aan collega’s.

 

Onwaarschijnlijk

 

Hoewel de analyse bijzonder leesbaar is, stelt de vrijblijvende oplossingsrichting enigszins teleur. Zo is onwaarschijnlijk dat de professional meer ruimte zal aanwenden om meer maatwerkbeslissingen te nemen. Aannemelijker is dat de professional zijn onzekerheid zal reduceren door een algemene regel toe te passen. De arts past het liefst een beroepsprotocol toe, ook al omdat hij zich dan gedekt weet in eventuele aansprakelijkheidsgeschillen.

 

Bovendien is het professionalisme van Tonkens niet zo veel anders dan de klassieke bureaucratie, met haar hoogopgeleide specialisten die weten hoe ze hun taak moeten uitvoeren en waar nodig de ruimte nemen om af te wijken van standaardprocedures. De praktijk laat echter zien waar het mis gaat: de professional is nauwelijks tot professionalisme in staat. Investeren in de kennis en het niveau van de uitvoerder, is daarom de meest logische en effectieve oplossing waarmee de beknelling van de professional kan worden weggenomen. Dit sluit overigens naadloos aan bij het aantrekkelijke voorstel van Tonkens om de professionele uitvoerder meer te laten verdienen dan diens manager.

 

AlbertJan Tollenaar is universitair docent bij de vakgroep Bestuursrecht & Bestuurskunde aan de RU Groningen.

 

Raad voor het Openbaar Bestuur, Herwaardering van professionals, maar hoe? Verslag van de zesde Rob-lezing, Den Haag, ISBN 9789059910423.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie