Onnodig op de strafbank
In het boek 'Behandelen of straffen in het jeugdstrafrecht' geven hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Dorelijers, kinderrechter Bartels en bijzonder hoogleraar jeugdrechtspleging Wijers antwoord op de vraag wat Nederland aan moet met jeugdigen die met het strafrecht in aanraking komen. Dorelijers stelt dat de organisatie en de kwaliteit van de huidige jeugdzorg abominabel geworden is en er daarom steeds meer jongeren met gedragsstoornissen onnodig in aanraking komen met Justitie.
De voorstellen die Dorelijers aandraagt komen neer op eerder en effectiever behandelen met justitieel ingrijpen als ultimum remedium. Hier toont hij zich de optimistische arts die vertrouwen heeft in onderzoek naar de samenhang van antisociaal gedrag en neurobiologische factoren dat 'op termijn' diagnostiek en behandeling zal verbeteren. Maar die weg is lang en neemt tientallen jaren in beslag. Bartels is niet minder kritisch. Hij maakt aannemelijk dat het strafrechtstelsel jeugdige veelplegers sterk bevestigt in hun gedrag door een inconsequente zigzagkoers te varen die over vele schijven gaat.
De jongere krijgt daardoor verschillende laatste kansen en als er dan uiteindelijk detentie volgt wordt hij ook daar niet tot gedragsverandering uitgedaagd. Voor een heropvoeding in een justitiele jeugdinrichting ontbreekt het kader sinds de onder toezicht stelling niet meer gebruikt mag worden. De nieuwe Gedragsmaatregel kan hopelijk in deze leemte voorzien. Die maakt een samenhangend pakket mogelijk van een opname in een gesloten setting gecombineerd met ambulante hulp, gericht is op herintegratie in de maatschappij.
Bartels verbaast zich over de omslachtige bureaucratische weg die daarvoor moet worden afgelegd, maar hij is niet voor één gat te vangen en zoekt naar creatieve combinaties van de gedragsmaatregel met jeugddetentie, zodat de jongere tijdens de behandeling kort teruggeplaatst kan worden als hij of zij zich niet aan afspraken houdt. Wijers stelt kort en bondig dat het goed gaat met de Nederlandse jeugd en dat alle energie die bijvoorbeeld Rouvoet steekt in zijn brede aanpak besteed zou moeten worden aan de jongeren die het écht nodig hebben.
Dit wetenschappelijk breed gedragen geluid is verfrissend, omdat het ingaat tegen overheersende opinie bij media, publiek en de politiek. De impliciete boodschap van dit boek dat behandelen of straffen geen tegenstelling behoeft te zijn heeft hiermee echter nog onvoldoende praktische handvatten gekregen.
Alleen Bartels zoekt actief naar een combinatie van ‘straf en behandeling’ die de jongere een consequente grens stelt, maar ook kansen biedt om ernstige problemen te boven te komen. Zo’n combinatie is zinvol als rechter en Openbaar Ministerie bij ieder individueel geval op maat met jeugdreclassering en behandelaren kunnen samenwerken en er een goede toetsing plaatsvindt of de behandeling effect heeft.
Sander van Arum, hoofd Behandelzaken Jeugd bij het centrum voor ambulante forensische psychiatrie De Waag Nederland
J.A.C. Bartels en F. Nijland (red.), Behandelen of straffen in het jeugdstrafrecht, uitgeverij SWP, Amsterdam, 2009, ISBN 987908850039, 62 pagina's, 11,90 euro.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.