‘Hooliganaanpak voor overlastgevende jongeren’

In Zoetermeer neemt het aantal misdrijven af, maar de criminele incidenten en overlastsituaties door Zoetermeerse jongeren stijgen. Het college wil een jeugdmarshall en jeugdboa’s inzetten en lokale partij Zoetermeer Vooruit pleit zelfs voor een hooliganaanpak.

Zero tolerancebeleid
Kopstukken van jeugdbendes of groepen overlastgevende jongeren zouden moeten vallen onder de hooliganaanpak, zoals die in Amsterdam en Rotterdam al specifiek wordt toegepast op gewelddadige voetbalsupporters. Het gaat dan om zerotolerance beleid op deze jongeren, waarbij de gemeente bijvoorbeeld een bezoek brengt aan de ouders en hen informeert over het gedrag van de jongeren. Voor die benadering pleitte commissieraadslid Sepehr Mohammadian (19) van Zoetermeer Vooruit. ‘Heel veel jongeren zijn geen vrachtwagens waar je kennis in laadt, maar een raket waarvan je de ontsteking moet vinden om ze op het goede pad te krijgen. Laten wij samen voor die jongeren de ontsteking vinden. Tegen de jongeren die geen ontsteking hebben moet wij hard optreden.'

Gesprek met gezin
Volgens fractievoorzitter Juliette Meurs-Troch heeft Mohammadian onderzoek gedaan naar de aanpak in Amsterdam en Rotterdam en zijn daar goede resultaten behaald. ‘De Rotterdamse politie zat hooligans op de huid en daarmee hebben ze bereikt dat de overlast is afgenomen.’ Hooligans werden in beeld gebracht en bij een misstap meteen opgepakt. ‘Daarna werden met het hele gezin gesprekken gevoerd. De ouders waren goed op de hoogte. Je kunt met deze aanpak meteen kijken of binnen het gezin meerdere uitdagingen spelen.’

Vier jeugdbendes

Eigenlijk kunnen de incidenten die het college in de raadsbrief opsomt eerder als crimineel dan als ‘overlastgevend’ worden omschreven. Het gaat van een jongen die een vuurwapen mee naar school nam naar schieten op de openbare weg tussen twee bendes tot een beschieting (in Delft) waarbij een Zoetermeerse jongen werd gedood en andere Zoetermeerse jongeren zijn aangehouden. Het gaat om een groeiende groep jongeren tussen 14 en 23 jaar die mogelijk betrokken zijn bij schietpartijen en afpersingen en te linken zijn aan een nieuwe jeugdbende of ‘jeugdgroep’, zoals het college het noemt. De lokale driehoek heeft deze groep geprioriteerd als vierde jeugdgroep. Deze groep is in meerdere wijken actief.

Jeugdmarshall
De aanpak problematische jeugd en integrale groepsaanpak wordt daarom gestart, maar deze groep vergt ook een andere aanpak. Het college vraagt de raad om extra middelen in te zetten voor de inzet van een jeugdmarshall en tijdelijk twee jeugdboa’s. De hooliganaanpak zou daar dus bovenop moeten komen, als het aan Zoetermeer Vooruit ligt. ‘Wij denken dat dit het proberen waard is. Het verstoort hun handelen. We hopen dat we op deze manier nog iets kunnen betekenen en de gezinnen hulp kunnen bieden’, aldus Meurs-Troch. Volgens haar waren er in het verleden wel jeugdgroepen in een specifieke wijk en werd de stadsmarshall ingeschakeld. ‘Die boekte goede resultaten, de overlast nam af, maar toen werd de marshall geschrapt wegens bezuinigingen.'

Positieve reacties
De marshall, nu specifiek voor de jeugd, moet binnenkort dus terugkeren. Een goede tendens, vindt Meurs-Troch. Over de mogelijkheden van een hooliganaanpak sprak burgemeester Charlie Aptroot zich niet uit, maar volgens Meurs-Troch kreeg het voorstel positieve reacties in de raad en is de kans groot dat haar partij een motie indient om de aanpak erdoor te krijgen. ‘Ik hoop dat het meelopers ook afschrikt. Om effect te hebben op lange termijn zou je die aanpak eigenlijk structureel moeten inzetten.’

Zoetermeer doet het 'net even anders'
Burgemeester Aptroot noemde wel stijgende percentages van onder meer geweld, bedreigingen en straatroof. ‘Het gaat hier om jonge jongeren van 12, 13, 14 jaar. Dat is een nieuw fenomeen. Er moet iets gebeuren en daarom ligt dit voorstel hier. Ik kan u niet garanderen dat dit werkt, maar het is breed gedragen integraal maatwerk. Niet alleen de harde aanpak, maar ook contact zoeken met de jongeren en hun familie. In Zoetermeer doen we het net even anders dan elders. We kijken ook naar hoe andere gemeenten het doen, maar ons streven is dat zij straks naar onze aanpak komen kijken.’