Meer dan andere werkgevers maakt de gemeente het haar medewerkers mogelijk mantelzorg te verlenen: flexibele werktijden, thuis werken, onbetaald verlof. Toch zijn ambtenaren maar matig tevreden. Het verwachtingspatroon blijkt hoog.
Steunen en kreunen
I&O Research voerde in opdracht van BB van 1 t/m 12 oktober een online onderzoek uit naar de standpunten en ervaringen van burgers en…
Ambtenaren zijn redelijk actieve mantelzorgers. Onder hen is het aandeel mantelzorgers in elk geval net zo hoog als onder burgers. Uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur blijkt dat ruim één op de tien gemeenteambtenaren hulpbehoevende naasten bijstaat. Mogelijk dat het ermee te maken heeft dat de gemeentelijke werkgever de mantelzorgende ambtenaar doorgaans bovengemiddeld de ruimte geeft ‘goed te doen’ voor zijn naasten. Ze krijgen van hun werkgever beduidend meer ondersteuning dan werknemers in andere sectoren.
Bespreekbaar maken
Het verschil met andere werkgevers zou wel eens groter kunnen worden, want er komen steeds meer gemeenten bij die een mantelzorgvriendelijk beleid voeren. De teller staat volgens projectleider Margreet Woessner van de Stichting Werk en Mantelzorg inmiddels op 27 ‘erkende mantelzorggemeenten’. Momenteel zijn nog eens 20 andere gemeenten bezig te voldoen aan de criteria van de stichting om die status in de wacht te slepen. Die voorwaarden zijn: 1. Bekend en bespreekbaar maken in de organisatie; 2. Concreet en actief aanbod van oplossingen; 3. Borging van mantelzorg in het personeelsbeleid.
De gemeentelijke werkgever blijkt volgens het onderzoek van I&O Research vaker flexibele werktijden, thuiswerkmogelijkheden en de mogelijkheid tot onbetaald verlof aan te bieden dan andere werkgevers. Ook komt het onderwerp bij ambtenaren dubbel zo vaak ter sprake in het functioneringsgesprek met de leidinggevende. Als oorzaken noemt onderzoeker Peter Kanne van I&O Research dat de vaak hoger opgeleide ambtenaar beter thuis is in de materie en wellicht ook assertiever is, waardoor hij het onderwerp vaker aankaart bij zijn of haar collega’s en/of manager. ‘Die kennis en assertiviteit hebben veel ‘gewone’ burgers niet,’ zegt hij, ‘waardoor ze er niet eens naar vragen.’
Of ze durven er niet naar te vragen. Volgens Margreet Woessner zijn veel mensen in andere sectoren namelijk bang om bij hun leidinggevende aan te kloppen voor vormen van ondersteuning. ‘Ze vrezen daardoor promotiekansen mis te lopen of dat hun contract niet wordt verlengd’, zegt ze. Die angst – ‘soms onterecht overigens’ – is volgens Woessner één van de redenen dat de publieke sector meer mantelzorgers telt dan de private sector.
Erkenning
Uit het onderzoek blijkt de steun die gemeenteambtenaren bij mantelzorgtaken van hun werkgever ontvangen zelfs dubbel zo groot is dan bij de doorsnee werkzame burger. Alphen aan den Rijn is zo’n mantelzorgvriendelijke werkgever. Dit jaar ontving de gemeente er namens de landelijke Stichting Werk&Mantelzorg een officiële erkenning voor. Volgens gemeentesecretaris Pieter Jeroense past het beleid bij de ambitie van Alphen aan den Rijn om beste werkgever te willen zijn.
Het initiatief om als organisatie de mantelzorgende medewerkers tegemoet te komen, kwam van de ondernemingsraad. ‘Daar hoorden ze dat mantelzorg bij zo veel mensen een item was dat we er wel iets mee moesten’, zegt hij. Alleen al het bespreekbaar maken en er aandacht aan schenken door de leidinggevende, geeft de mantelzorger lucht. ‘Bij ons is het normaal om het over je zieke moeder te hebben. Je spreekt een werknemer niet alleen maar aan op het feit dat hij werknemer is’, zegt Jeroense.
Met onder andere flexibele werktijden en afspraken over thuiswerken, biedt Alphen maatwerk-oplossingen die tot een win-winsituatie leiden: het ontlast de mantelzorger en de organisatie heeft minder uitval door ziekteverzuim. ‘Nee, ik kan dat laatste niet met harde cijfers onderbouwen, maar het kan bijna niet anders dat het helpt als je je gesteund weet door je werkgever en er goede werkafspraken mee kunt maken. Als je langdurig mantelzorg verleent, is dat een zware belasting’, zegt hij.
Lager ziekteverzuim
Volgens Margreet Woessner is het bestaan van ‘een goede cultuur’ op de werkvloer een niet te onderschatten succesfactor. Een mantelzorger heeft behalve behoefte aan flexibiliteit in tijd en locatie, ook behoefte aan vertrouwen. Als een mantelzorger die ’s ochtends een uur later op zijn of haar werk komt door collega’s met ‘goedemiddag’ wordt begroet, werkt het volgens haar niet. ‘Er moet begrip zijn voor de privésituatie en het vertrouwen dat dat uurtje ’s avonds wel wordt goedgemaakt’, zegt Woessner. Dat vertrouwen betaalt zich volgens haar terug, omdat het leidt tot een lager ziekteverzuim en een grotere betrokkenheid bij de organisatie.
Ondanks het feit dat mantelzorgende ambtenaren door hun baas meer en beter worden gefaciliteerd, blijken ze daar overigens maar matig tevreden over. Burgers waarderen de ondersteuning door de werkgever veel vaker met ‘heel goed’ dan ambtenaren. Driekwart van de ambtenaren (76 procent) verwacht dat de leidinggevende begripvol reageert. Onder burgers is dat 62 procent. Ondanks de ruimere ondersteuning die ze van hun baas ervaren, vinden ambtenaren dat wat die ondersteuning betreft er nog wel een tandje bij kan. Heb ik behoefte aan, zegt liefst 60 procent van de mantelzorgende ambtenaren. En ja, die steun mag van één op de drie van hen wel van de gemeente komen.
Een mogelijke verklaring voor deze veeleisendheid is dat medewerkers in lang niet alle gevallen bekend zijn met het mantelzorgbeleid van hun werkgever. Van de ambtenaren die mantelzorg verlenen, weet liefst 40 procent bijvoorbeeld niet wat hun gemeente doet voor mantelzorgers. Die onwetendheid over het aanbod wordt volgens Woessner soms bewust in stand gehouden door leidinggevenden: ‘Er is wel beleid, maar de vrees bij sommige managers is dat te veel medewerkers er gebruik van gaan maken.’ Volgens haar ligt er een schone taak voor de ambtelijke top en het bestuur het beleid echt te laten landen in de organisatie. In Alphen aan den Rijn is dat al lang business as usual. Jeroense: ‘Iedereen krijgt in zijn leven een keer te maken met mantelzorg en weet hoe zwaar dat met werk te combineren is.’
Regelneven
Bij het verlenen van mantelzorg gaat het in vier van de vijf gevallen om gezelschap, emotionele steun of toezicht. Dat geldt voor zowel burgers als ambtenaren. Wat kenmerkend is, is dat ambtenaren vooral helpen bij het organiseren van professionele zorg. Bij verpleegkundige hulp is juist het omgekeerde te zien: burgers lijken dat vaker op zich te nemen dan ambtenaren. ‘Het lijkt erop dat ambtenaren beter in staat zijn dan ‘gewone burgers’ om de zorg voor hun naaste uit te besteden aan professionals’, zegt senior onderzoeker Peter Kanne van I&O Research.
Zowel ambtenaren als burgers verlenen het vaakst mantelzorg aan hun ouders of schoonouders. Dat is onder ambtenaren nog iets sterker het geval dan onder burgers. Verder wordt – in mindere mate – mantelzorg verleend aan kinderen of partners.
Anderhalf uur per dag
Hoewel de ambtenaar beduidend meer ruimte en ondersteuning van de werkgever krijgt bij het verlenen van mantelzorg, is dat niet evenredig terug te zien in het aantal verleende uren zorg. Waar de ‘gewone’ mantelzorger per dag gemiddeld zo’n twee uur aan mantelzorg besteedt, houdt de ambtenaar het bij anderhalf uur. Toch ervaren ambtenaren de mantelzorg als een zwaardere last. Eén op de vier geeft aan moeite te hebben het vol te houden. Bij werkzame burgers is dat met 18 procent een stuk minder.
Verantwoording
I&O Research voerde in opdracht van BB van 1 t/m 12 oktober een online onderzoek uit naar de standpunten en ervaringen van burgers en ambtenaren met betrekking tot mantelzorg. 2.465 Nederlanders (18+) en 1.056 gemeenteambtenaren werkten mee aan het onderzoek.