Hoogopgeleide ambtenaar loopt achter in loon
Het loon van hoogopgeleiden bij de overheid is tussen 1996 en 2005 gemiddeld met 39 procent gestegen. Dat is minder dan het loon van vergelijkbare werknemers in vergelijkbare functies in de marktsector, dat met 58 procent is toegenomen. Dat concludeert onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek.
Het onderzoek wijst onder meer uit dat de overheid haar loonruimte baseert op de gemiddelde ontwikkeling van cao-lonen in de marktsector. De feitelijke lonen in de marktsector zijn tussen 1996 en 2005 echter harder gegroeid, vanwege een stijgende individuele looncomponent . Omdat de overheid bij de verdeling van haar loonruimte geen onderscheid maakt naar functieniveau, zijn vooral de hoogopgeleiden achterop geraakt. De loonontwikkeling van laagopgeleiden heeft gelijke tred gehouden met de marktsector.
Beloningen
Met name eind vorige eeuw zijn in de marktsector bovenop het cao-loon meer eenmalige beloningen en periodieken verstrekt dan bij de overheid, vooral aan hoogopgeleide werknemers. In die periode stegen de lonen van hoogopgeleiden bij de overheid in drie jaar tijd gemiddeld met 17 procent, terwijl de lonen van vergelijkbare werknemers in vergelijkbare functies in de marktsector 28 procent toenamen.
19 procent
Ook in de periode daarna stegen de lonen in de marktsector harder dan bij de overheid. In negen jaar tijd is de loonontwikkeling van hoogopgeleiden bij overheid daardoor 19 procentpunten achtergebleven: 39 procent tegenover 58 procent.
Openbaar bestuur
In het openbaar bestuur is de achterstand in loonontwikkeling nog beperkt gebleven tot 12 procentpunten (44 procent om 56 procent). De sector onderwijs, waar ruim driekwart van de werknemers hoogopgeleid is, zag haar loonontwikkeling maar liefst 30 procentpunten achterblijven (35 procent om 65 procent).
Niet slechter
Het achterblijven van de loonontwikkeling betekent niet dat alle hoogopgeleiden bij de overheid slechter betaald worden dan in de markt. Sommige functies werden in het verleden bij de overheid beter betaald dan in de markt, daar is sprake van een inhaalbeweging. Primaire beloning is natuurlijk slechts één van de aspecten die een baan aantrekkelijk kunnen maken. Binnen het kader van dit onderzoek is echter geen complete pakketvergelijking uitgevoerd, zodat verschillen in secundaire arbeidsvoorwaarden buiten beschouwing zijn gebleven.
(klik om te vergroten)

Publicatie: 'Het verdiende loon?; Loonontwikkeling overheidswerknemers vergeleken met de marktsector'
Ik ben benieuwd welke overheden gericht (gaan) inspelen op die drijfveren die meer doorwegen in de keuzes van (potentiële) medewerkers. En hoe?
Daar ligt volgens mij het onderscheid dat de overheid kan maken om de onafwendbare concurrentiedruk op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. De knop van salaris is er maar één waar men aan kan draaien. Er blijven er velen over waar veel harder aan te draaien valt.