De integratie van statushouders vereist een omslag in het gemeentelijk beleid. Start eerder, breng de achtergrond van de statushouders beter in kaart en betrek burgers, maatschappelijke organisaties en marktpartijen erbij, betogen Linda Bakker, Bart Geurts en Iri Angeli (*) in een essay in Binnenlands Bestuur.
Maatwerk verhoogt kans op succesvolle integratie
Gemeenten staan niet alleen voor de uitdaging om passende woonruimte voor de groeiende instroom van vluchtelingen te realiseren, maar ook…
Gemeenten staan niet alleen voor de uitdaging om passende woonruimte voor de groeiende instroom van vluchtelingen te realiseren, maar ook om ze goed te laten landen in de gemeente. Ten behoeve van de sociale cohesie en het beperkt houden van de bijstandskosten is integratie van statushouders van groot belang.
Eerder beginnen
Zolang statushouders in een azc wonen, vallen ze onder de verantwoordelijkheid van het COA. Pas na het betrekken van de woning kan de statushouder aanspraak maken op inkomensvoorzieningen en ondersteuning vanuit de gemeente. Om op lange termijn hoge bijstandskosten en lage participatie van statushouders te voorkomen, raden de auteurs aan dat gemeenten al in het azc starten met de begeleiding van statushouders.
Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een lang verblijf in een azc succesvolle integratie belemmert. Het lange wachten in een omgeving met weinig privacy en beperkte rechten en mogelijkheden op het gebied van arbeid heeft een negatief effect op de mentale gezondheid van statushouders. Op de lange termijn beperkt dit ook hun participatie en kansen op de arbeidsmarkt.
Momenteel aarzelen gemeenten veelal om statushouders te begeleiden wanneer deze nog in het azc verblijven, onder andere omdat het risico bestaat dat de statushouder uiteindelijk wordt gehuisvest in een andere gemeente. Eventuele investeringen vloeien daarom niet direct terug naar de gemeente waar het azc is gevestigd. Maar in deze fase leveren investeringen in taal, onderwijs en inburgering maatschappelijke waarde op landelijk niveau. Hoe meer gemeenten deze uitdaging gezamenlijk aangaan, hoe meer alle gemeenten hier de voordelen van ondervinden.
Assesments
De gemeente Amsterdam heeft onlangs 6 miljoen euro vrijgemaakt voor het uitvoeren van assessments bij statushouders in het azc die aan de gemeente zijn gekoppeld voor huisvesting. Nog voordat ze in de gemeente wonen, wordt daarmee duidelijk wat voor werk ze kunnen doen of dat ze eerst behoefte hebben aan een opleiding, taalonderwijs of zorg. Het doel is al in het azc te starten met taaltraining en statushouders te koppelen aan werkgevers die personeel kunnen gebruiken.
Dat kan bijkomende voordelen opleveren. Wanneer een statushouder die nog in het azc woont ook werk vindt in zijn woongemeente, dan kan de statushouder ook voor huisvesting aan die gemeente worden gekoppeld. Zo kan een gemeente invloed uitoefenen op welke statushouders in de gemeente worden geplaatst – interessant voor gemeenten die bijvoorbeeld een specifieke werkgelegenheid bieden.
Ken statushouder
Inzicht in de samenstelling van de groep statushouders waarvoor de gemeente verantwoordelijk wordt, helpt gemeenten zich goed voor te bereiden op hun komst. Uit onderzoek blijkt dat mannen, hoogopgeleiden en vluchtelingen die op jonge leeftijd aankomen in Nederland meer kans hebben op een baan en vaak ook gezonder zijn dan vrouwen, ouderen en vluchtelingen zonder opleiding. Ook zijn er grote verschillen tussen herkomstlanden. Zo is de participatie op de arbeidsmarkt van Iraniërs hoger dan de participatie van Somaliërs. Inzicht in de doelgroepen maakt het mogelijk om doelmatig beleid te voeren. Een voorbeeld: bij de instroom van Somalische statushouders in de gemeente is het van belang een taalcursus aan te kunnen bieden die gericht is op analfabeten. Dit omdat een derde van de Somalische vluchtelingen in Nederland ongeschoold is.
Good practices
Een laatste suggestie is het ontwikkelen van een integrale benadering, ten eerste tussen de domeinen wonen, werk, zorg. Uit onderzoek blijkt dat vluchtelingen pas na een verblijf van vijf jaar substantieel toetreden tot de arbeidsmarkt. Integraal beleid kan dit proces versnellen en daarmee de bijstandskosten in gemeenten naar beneden brengen.
Good practices uit andere gemeenten kunnen hierbij een voorbeeld zijn, zoals het combineren van inburgering en oriëntatie op werk in de gemeente Amersfoort. Een andere goed voorbeeld is dat onder andere de gemeente Amsterdam het voor vluchtelingen mogelijk maakt om te studeren met behoud van uitkering.
Het behalen van een Nederlands diploma vergroot de kansen op arbeidsmarktparticipatie van vluchtelingen aanzienlijk. Bovendien verhoogt het de kansen op een baan die past bij het opleidingsniveau, wat op lange termijn waarde toevoegt.
Iets nieuws proberen
Voor een succesvolle integrale benadering is het raadzaam om alle betrokkenen al in een vroeg stadium bij het integratieproces te betrekken. Door het gesprek aan te gaan met reeds bij de integratie betrokken instanties, maar ook met allerlei initiatieven van burgers, maatschappelijke organisaties en marktpartijen komt het gezamenlijke belang voor de statushouders, de burgers in de gemeente en andere belanghebbenden naar voren. Dat helpt bij het starten van integrale initiatieven met betrekking tot wonen, zorg en passend werk. Belangrijk daarbij is om de nadruk te leggen op het snel doen (experimenteren, ervan leren en weer iets nieuws proberen).
*Linda Bakker promoveerde in januari 2016 op de integratie van vluchtelingen in Nederland. Bart Geurts maakt gegevens inzichtelijk in het sociaal domein. Iri Angeli is gespecialiseerd in het sociaal domein. Ze zijn alle drie als adviseur verbonden aan Significant.
Lees het volledige essay in Binnenlands Bestuur nr. 13 van deze week (inlog)
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het duurt lang voor dat politici en beleidsmakers beseffen dat alles draait om persoonlijk contact en betrokkenheid !
Dat betekent dat de IND eerst een grondige selectie moet maken tussen kansloze gelukszoekers, potentiële dwarsliggers of mensen met een terroristisch risico en uiteindelijk de relatief kleine groep die hier voor een langere tijd een bestaan wil opbouwen. Die mensen verdienen het ook om persoonlijk begeleid en gecoacht te worden.