Meerderheid steunt recht op werk jongeren

Kritiek
Ondanks veel kritiek schaarden regeringspartijen CDA, PvdA en ChristenUnie met oppositiepartij PVV zich woensdag tijdens een Kamerdebat achter de plannen van staatssecretarissen Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) en Marja van Bijsterveldt (Onderwijs).

Plicht
Tegenover het recht op een baan of een leertraject staat een werkleerplicht. Alleen als de jongeren het aanbod van gemeenten accepteren, krijgen ze zonodig een uitkering. Deze kan lager uitvallen dan de bijstand. Zowel regeringspartijen PvdA en ChristenUnie als de SP in de oppositie eisten dat voor werkloze jongeren de bijstandsnorm onverkort blijft gelden.

'Voegt weinig toe'
Verder klaagde de oppositie van links tot rechts dat de WIJ weinig toevoegt aan bestaande bijstandsregels, die gemeenten al zouden stimuleren om werkloze jongeren te activeren. Die kritiek is eerder al geuit door diverse organisaties, zoals de Raad van State, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de vakcentrale FNV. CDA-Kamerlid Jack Biskop erkende dat de wet 'niet perfect en niet volledig is', maar zei dat het gaat om het oplossen van problemen.

Twijfel genoeg banen
Coalitiegenoot ChristenUnie betwijfelde echter met SP, GroenLinks en SGP of er nu door de economische crisis wel genoeg banen en stages zijn om de werkloze jeugd garanties te kunnen geven. Klijnsma zei dat er nog steeds vacatures in bijvoorbeeld de zorg zijn en wees erop dat werkgevers al hebben toegezegd om schoolverlaters in drie maanden een leerwerkplek aan te bieden.

Urgent
Het is volgens Klijnsma met de crisis extra urgent om ook te investeren in scholing, zodat de jongeren straks inzetbaar zijn als de economie aantrekt en weer een tekort aan arbeidskrachten ontstaat. In mei hoopt zij bovendien een actieplan te presenteren tegen de snel oplopende jeugdwerkloosheid.

Bezuiniging
De SP en GroenLinks vrezen dat er helemaal niet wordt geïnvesteerd in jongeren en dat vooral op uitkeringen wordt bezuinigd. PvdA, CDA en ChristenUnie vroegen Klijnsma om snel te rapporteren en evalueren over de resultaten van de WIJ wegens alle kritiek binnen en buiten de Kamer.