De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit hiervoor in de Tweede Kamer bij de evaluatie van de Wet werk en bijstand (WWB). Gemeenten hebben de wet tot een succes gemaakt, concludeert de VNG. Zij hebben het uitgangspunt van de wet ‘werk boven inkomen’ serieus opgepakt en veel mensen aan het werk geholpen.
VNG wil gezamenlijke pot voor werk en scholing
Gemeenten zijn onnodig veel geld en mankracht kwijt bij hun inspanningen om burgers richting werk, scholing of een inburgeringscursus…
Maar het is niet genoeg. Gemeenten worden bij de uitvoering van de WWB gehinderd door de verschillende potjes waaruit de financiën komen. ‘De gelden komen nu van drie ministeries. Dat is lastig voor gemeenten, omdat ze voortdurend bezig zijn met aanvragen indienen en verantwoording afleggen’, zegt woordvoerster Frea Broekman van de VNG. ‘We streven daarom naar een participatiefonds waarin die geldstromen zijn samengevoegd.’ Gemeenten kunnen dan op lokaal niveau bepalen op welke wijze zij maatwerk leveren in de vorm van scholing of een traject gericht op werk.
Daarnaast moeten gemeenten meer ruimte krijgen voor creativiteit om álle burgers actief te laten meedoen in de maatschappij. Mensen van wie duidelijk is dat zij door omstandigheden nooit uit de bijstand zullen komen, moeten bijvoorbeeld een ‘participatiebaan’ krijgen. ‘We denken dat het goed is dat zij toch actief blijven meedoen in de maatschappij. Daar moeten mogelijkheden voor worden geschapen’, zegt Broekman.
Ook willen gemeenten mensen die parttime aan het werk gaan daarvoor financieel kunnen belonen, bijvoorbeeld door hen maandelijks een premie te geven. Deze prikkels zijn belangrijk om meer mensen blijvend te motiveren hun werk te behouden, denkt de VNG.
