Wmo-dilemma gedeeld met bevolking

Als gemeenten dilemma’s over toewijzing van een Wmo-voorziening met inwoners delen en hen daarover laten meepraten, vergroot dat het vertrouwen in de besluitvorming van gemeenten. Het voorleggen van dilemma’s draagt tevens bij aan betere en gelegitimeerde beslissingen. 

Dat blijkt uit een pilotproject in de gemeenten Roosendaal, Utrecht en Zoetermeer. Voor het pilotproject De Tweede Mening werd een panel met 750 mensen gevormd, dat representatief van samenstelling was, vertelt adviseur Hein Albeda, een van de initiatiefnemers. Gemeenten die worstelden met een toekenning of afwijzing van een hulpmiddel, woningaanpassing of het aantal uren huishoudelijke hulp konden de casus geanonimiseerd aan het panel voorleggen. Daarbij werd de argumentatie van de aanvrager vermeld om in aanmerking van een voorziening te komen, als ook de argumenten van de gemeente om de gevraagde voorziening toe of af te wijzen.

Huiverig
Gemeenten waren aanvankelijk huiverig omdat zij vreesden ongenuanceerde reacties te krijgen, vertelt Albeda, maar het tegendeel bleek waar. In de meeste gevallen waren de panelleden het eens met de afweging van de gemeente. Het doel van de pilot was tweeledig: het vergroten van het vertrouwen in gemeenten bij de uitvoering van de Wmo en het leren door gemeenten van de reacties van de panelleden. Dat zou ten goede kunnen komen aan de dienstverlening en tot verbetering van beleid kunnen leiden. Het eerste doel is bereikt. Panelleden kregen meer vertrouwen in de gemeente. Het lerend effect van gemeenten viel wat tegen.