Advertentie
sociaal / Nieuws

Gemeenten in hoger beroep over jeugdzorg

Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem leggen zich niet neer bij de uitspraak van de voorzieningenrechter, die een streep zette door de aanbesteding van de jeugdzorg per 2017. De gemeenten in hoger beroep.

13 oktober 2016

Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem gaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter. Die zette een streep door de aanbesteding van de jeugdzorg per 2017. De gemeenten gaan pas tot een nieuwe aanbesteding over, als ook de rechter in hoger beroep beide gemeenten terugfluit.

Beroepszaak

De gemeenten herkennen zich niet in een aantal punten uit het vonnis van de voorzieningenrechter, maar willen nog niet aangeven om welke punten dat precies gaat. ‘Vanuit strategische overwegingen’, stelt de Alphense wethouder Han de Jager (zorg en welzijn, CDA). ‘Er wordt ons onder meer verweten dat we onvoldoende informatie hebben verstrekt aan potentiële inschrijvers over onder meer het volume van de huidige zorgvraag. Wij vinden dat we voldoende informatie hebben verstrekt om een goede inschrijving in te dienen.’ De gemeenten vinden daarnaast, in tegenstelling tot de rechter, dat er wel sprake is van faire afspraken met de toekomstige zorgverlener.


Tijdelijke overeenkomsten

Er is nog geen zittingsdatum voor de beroepszaak gepland. Hoe die ook uitpakt, het doel van het inkooptraject blijft overeind, benadrukken Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem: ervoor zorgen dat cliënten in de gemeenten sneller en beter worden geholpen. In de tussentijd zullen met de huidige jeugdzorgaanbieders tijdelijke overeenkomsten worden gesloten. ‘Onze eerste prioriteit is dat de continuïteit van de jeugdhulp is gegarandeerd per 1 januari 2017’, zo schrijft het college van Alphen aan den Rijn aan de raad. De komende weken worden hierover met de jeugdhulpaanbieders nadere afspraken gemaakt. ‘Cliënten veranderen per 1 januari 2017 dus niet van aanbieder’, benadrukt het college. Datzelfde geldt ook voor Kaag en Braassem.


Risicoverdeling

De voorzieningenrechter stelde vorige week in zijn vonnis dat de risicoverdeling tussen de gemeenten en de opdrachtnemer in de aanbesteding ‘onvoldoende evenwichtig (disproportioneel) is geregeld’. De zorgverlener, die voor drie jaar wordt gecontracteerd, moet alle financiële risico’s dragen en mag geen wachtlijsten laten ontstaan. Daarnaast stelde de rechter vraagtekens bij het realiteitsgehalte van de gemaximeerde budgetten die door beide gemeenten voor de jeugdhulp beschikbaar worden gesteld, waarbij geen ‘concrete ontsnappingsmogelijkheid’ is ingebouwd als blijkt dat deze budgetten ontoereikend blijken. Wethouder De Jager ziet het anders: ‘Wij vinden dat de beoogde samenwerking met jeugdhulpaanbieders berust op faire afspraken. Ook in financieel opzicht.’ Hij benadrukt dat het aanbestedingstraject niet is ingezet om te bezuinigen. ‘Het is bovenal bedoeld om de samenwerking binnen de jeugdhulp te verbeteren. Dit leidt ertoe dat zorgvragers sneller en beter worden geholpen.’


Plafondbudget

Alphen heeft volgens De Jager bovendien extra middelen beschikbaar gesteld, bovenop de middelen die zij daarvoor van het rijk krijgen. ‘Het eerste jaar is het plafondbudget van de opdracht hoger om transformatie en zorgvuldige overgang voor cliënten mogelijk te maken. Hiervoor zijn incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld.’ Voor 2017 heeft Alphen het plafondbudget gesteld op 20 miljoen euro, en voor 2018 en 2019 jaarlijks 17,5 miljoen euro. De rijksbijdrage voor de totale jeugdhulp (inclusief jeugdhulp uit rechterlijke maatregelen) bedroeg voor Alphen aan den Rijn dit jaar circa 23,5 miljoen euro.


Beoogde vernieuwing

Alphen stelt dat door de beoogde vernieuwing in de jeugdhulp efficiënter, dus goedkoper, kan worden gewerkt. ‘Wij hebben de volledige jeugdhulp − met uitzondering van de rechterlijke maatregelen − integraal als één opdracht aanbesteed. Daardoor krijgt de aanbieder maximaal de ruimte om de jeugdhulp vorm te geven. De professionals kunnen daardoor tijdig de juiste ondersteuning bieden. Concreet betekent dit dat in onze inkoop jeugdhulp een vernieuwing wordt beoogd die meer uitgaat van de oplossing die de inwoner nodig heeft, in plaats van producten die we in het oude systeem van jeugdhulp kenden. Dit betekent ook een efficiëntere manier van werken. Als gemeenten sturen we daarom op het resultaat voor de inwoners, want daar doen we het voor. De titel van de aanbesteding – Ruimte voor de professional, Beter voor het kind − is daarom de grondgedachte van waaruit we deze aanbesteding hebben geschreven.’


Heraanbesteding

Als de rechter in hoger beroep de gemeenten alsnog gelast de aanbesteding opnieuw te doen, blijft die visie overeind, benadrukt De Jager. Wel zal bij een heraanbesteding rekening worden gehouden met het vonnis van de rechter.

Het kort geding was aangespannen door Stichting Rivierduinen, ’s Heeren Loo, Stek Jeugdhulp en MEE. 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frits van der Meer / hoogleraar Comparative Public Sector and Civil Service Reform
Er lijkt bij deze gemeenten sprake van een grote interne geslotenheid vanuit een overmatig geloof in het eigenlijk gelijk van de organisatie. De zin: "als de rechter in hoger beroep de gemeenten alsnog gelast de aanbesteding opnieuw te doen, blijft die visie overeind, benadrukt De Jager"" is een goede illustratie van deze arrogante visie. Minder van binnen naar buiten denken en meer aandacht voor de dienende rol van de gemeenten lijkt op zijn plaats.
Advertentie