Advertentie
sociaal / Nieuws

Promovendus: bijstandsregime werkt niet goed voor kwetsbaren

De Participatiewet is teveel gestoeld op wantrouwen. Nijmegen deed mee aan een experiment. János Betkó promoveert op het onderwerp.

23 maart 2023
Participatiewet
Needpix

Mentaal kwetsbare inwoners en personen met een migratieachtergrond zijn beter af zonder het strenge regime van de Participatiewet. Dat is een van de bevindingen van de Nijmeegse beleidsambtenaar en promovendus János Betkó.

Kwaliteitsmedewerker Jeugd

JS Consultancy
Kwaliteitsmedewerker Jeugd

Afdelingshoofd Ruimte / MT-lid

VDH Selectie namens Gemeente Hilvarenbeek
Afdelingshoofd Ruimte / MT-lid

Zijn werkgever, de gemeente Nijmegen, was een van de zes gemeenten die onder het wakend oog van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gebruikmaakte van een tijdelijke experimenteermogelijkheid in de Participatiewet.

De inmiddels ook door het kabinet overgenomen kritiek is dat die wet te veel is gestoeld is op wantrouwen, met veel nadruk op plichten en controle. Op overtredingen, ook als die per ongeluk worden begaan, staan hoge boetes. Daarnaast leidt de wet tot veel bureaucratie, waardoor de uitvoering veel geld kost. Behalve Nijmegen waren Deventer, Groningen, Tilburg, Utrecht en Wageningen de experimenteergemeenten. In elke gemeente varieerde de opzet van de experimenten. De volgende (combinaties van) interventies zijn onderzocht: een ontheffing van re-integratieverplichtingen, een intensivering van begeleiding zonder een dwingend karakter, en een vrijlating van bijverdiensten tot 200 euro.

Niet wereldschokkend

In 2019 waren de experimenten afgerond. Een jaar later maakte het Centraal Planbureau (CPB) op verzoek van SZW een kwantitatieve analyse van de effecten van de experimenten. Wereldschokkend waren die niet, volgens het bureau. Hier en daar nam na het experiment de uitstroom naar werk toe. Meer begeleiding of ruimere bijverdienmogelijkheden verhoogden tijdens het experiment soms de uitstroom naar deeltijdwerk, maar na het experiment verdween dit effect. In Groningen, Nijmegen en Tilburg was de uitstroom naar werk niet direct te herleiden op de interventies, oordeelde het CPB.

Maar juist op het effect op uitstroom lag in zijn gemeente niet het accent, legt socioloog Betkó uit, die ten tijde van het experiment projectleider was van het experiment en vandaag promoveert. In zijn dissertatie bekeek hij met name de effecten op andere levensgebieden. ‘Wij wilden weten wat een ruimhartiger benadering deed met het welbevinden van de deelnemers aan het experiment, met hun geluk, vertrouwen in de overheid, in elkaar en in zichzelf. En verder, wat het doet met hun gezondheid.’

Te bureaucratisch

In totaal deden ruim driehonderd Nijmegenaren mee aan de experimenten. ‘De Participatiewet vond onze gemeenteraad te hard en te bureaucratisch’, aldus de Nijmeegse gemeenteambtenaar. ‘Daarom wilden we experimenteren met een meer op vertrouwen gebaseerde bijstand. Vaak ligt de focus in onderzoek naar deze doelgroep vooral op uitstroom.’ Voor de Nijmeegse deelnemers golden minder verplichtingen en de deelnemende huishoudens kregen meer autonomie.

Volgens Betkó sluiten de ‘Nijmeegse’ uitkomsten goed aan bij voornemens van minister Carola Schouten (Armoedebeleid en Participatie) die de Participatiewet ‘meer in balans moeten brengen’. Zij wil niet de regels, maar de mens centraal stellen. In plaats van wantrouwen van de overheid jegens bijstandsgerechtigden, moet vertrouwen centraal komen te staan.

Wortel of stok

De wortel of de stok: ‘effectiviteit’ is bij zulke geringe verschillen in de uitkomsten volgens Betkó geen rationeel argument om het huidige beleid in stand te houden. Naar zijn idee is het meer een politieke keus om streng te zijn dan een op degelijke data gebaseerde. ‘Voor mij is het belangrijkste inzicht dat de kwetsbaarste mensen het meest geholpen zijn met deze nieuwe vorm van beleid, of andersom, het slechtst af zijn onder de reguliere Participatiewet. Ga je, zoals ik deed, de uitkomsten uitsplitsen naar subgroepen, dan zie je wél significante resultaten. Bijvoorbeeld dat de gezondheid van mensen met een migratieachtergrond in één van de experimentele groepen zich positief ontwikkelde, ten opzichte van de controlegroep. Ze gaan in beide experimentele groepen ook meer participeren, bijvoorbeeld door mantelzorg, vrijwilligerswerk, scholing of een eigen bedrijf opstarten – net als mensen met mentale gezondheidsproblemen in de groep die een ontheffing kreeg.’

Veel stress

Uit Betkó’s analyse bleek dat inwoners die zich in Nijmegen aanmeldden voor het experiment niet representatief zijn voor de hele bijstandspopulatie. Hij zag een oververtegenwoordiging van deelnemers zonder migratieachtergrond, met een relatief hogere opleiding, singles en van mensen die tijdelijk werk of deeltijdwerk hadden in het jaar voor het experiment begon. Personen die veel stress ondervonden bleken ook minder geneigd mee te doen aan het experiment. ‘Ergens wel logisch’, vindt Betkó. ‘Dat zijn doorgaan de mensen die hun post niet openen, de deur niet uit komen en weinig vertrouwen hebben in de overheid. Zou je de resultaten van dit experiment vertalen naar de hele bijstandspopulatie dan worden de effecten, in ieder geval die op het gebied van gezondheid en participatie, veel groter. Dat werpt een ander licht op resultaten waarvan aanvankelijk gezegd werd: het lijkt niet veel te doen.’

Betkó trekt er een stevige conclusie uit: ‘Ons sociale zekerheidsstelsel, in ieder geval de bijstand, is bedoeld voor kwetsbare mensen. Maar juist de meest kwetsbaren bedienen we niet goed. Daar zou de landelijke politiek naar mijn idee iets mee moeten.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie