Lintjesregen daalt neer op witte mannen

Beleidswijziging
In ’95 werd het beleid ten aanzien van koninklijke decoraties gewijzigd. Vanaf dat moment was een dienstverband van veertig jaar niet langer aanleiding voor een lintje: het ging om de inzet voor de samenleving. Dat mocht in een professionele functie zijn, of in een vrijwillige.

Niet in aanmerking
Tot vrijwilligers - liever gezegd, tot de mensen in hun omgeving die hen via de gemeente voordragen - is die beleidswijziging nu doorgedrongen. Maar vrouwen met hoge maatschappelijke posities en Nederlanders van buitenlandse afkomst denken  nog steeds niet voor de onderscheiding in aanmerking te komen.

Vanzelfsprekend
Jan van Ingen, secretaris van het Kapittel voor de Civiele Orden: ‘Allochtonen vinden het vaak vanzelfsprekend dat zij zich inzetten voor de samenleving. En bij vrouwen op topposities leeft juist het idee dat zij voor hun hoofdfunctie niet onderscheiden kunnen worden.’

‘Lintje zoekt vrouw’
Het Kapittel spant zich in om zijn beleidswijzigingen onder de aandacht te brengen.  Van Ingen: ‘Wij hebben contact met het Landelijk Overleg Minderheden, we organiseerden het seminar “Lintje zoekt vrouw”. We stimuleren burgemeesters om gericht te zoeken naar mensen in de ondervertegenwoordigde categorieën. Soms levert dat wat op. De burgemeester van Gouda, bijvoorbeeld, heeft zich sterk ingespannen om een jonge Marokkaanse vrouw te laten onderscheiden voor haar jongerenwerk in de wijk.’

Een derde vrouw
Jaarlijks worden zo’n 6000 Nederlanders voorgedragen voor een onderscheiding, waarvan zo’n 90% ook daadwerkelijk een lintje ontvangt. Tussen 2003 en 2007 was een kwart daarvan vrouw, in 2008 was dat een derde.