Azc welkom in de buurt, onder voorwaarden

Ruim een derde (36 procent) van de Nederlanders zou er geen bezwaar tegen hebben als er een asielzoekerscentrum in hun buurt zou komen. Bijna een kwart (24 procent) heeft er wel moeite mee, vooral omdat ze overlast en criminaliteit verwachten. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Voorwaarden

Mensen die geen bezwaar hebben tegen een azc in de buurt, noemen daarbij wel enkele voorwaarden. Zo moet het centrum niet te groot zijn, niet alleen voor mannen en niet te dicht bij een school staan. En er moet voldoende toezicht zijn.

Opvang
Uit het onderzoek blijkt ook dat een ruime meerderheid van 77 procent van de Nederlandse bevolking vindt dat vluchtelingen die voor oorlog of vervolging op de vlucht zijn, opgevangen moeten worden. Voor de opvang van economische migranten is aanzienlijk minder draagvlak. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Veiligheid

Hoewel de meerderheid voorstander is van de opvang van vluchtelingen, is een op de vijf Nederlanders bang dat vluchtelingen een bedreiging voor de veiligheid zouden kunnen vormen. Een kwart ziet de komst van vluchtelingen als een bedreiging voor de Nederlandse normen en waarden, terwijl juist een op de drie (31 procent) vindt dat vluchtelingen de cultuur verrijken. 36 procent vindt van niet.

Economische migranten

Breed draagvlak is er vooral voor de opvang van mensen die op de vlucht zijn voor oorlogsgeweld of vervolging. Voor opvang van economische migranten is een stuk minder draagvlak, vooral als zij uit de Europese Unie komen. De helft van de Nederlanders vindt dat deze migranten niet in Nederland mogen komen wonen en werken. Bijna een kwart (24 procent) staat hier wel voor open. Wanneer de migranten uit landen van de Europese Unie komen, is dit respectievelijk 30 procent en 44 procent.

Groot draagvlak
Ook Vluchtelingenwerk ziet een groot draagvlak voor de opvang van mensen die zijn gevlucht voor oorlogsgeweld. ‘Wij merken dat niet alleen aan het aantal vrijwilligers en het aantal mensen die ons werk steunen, maar ook aan de vele initiatieven waarmee zowel particulieren als bedrijven zich bij ons melden.’