Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Zuinige lantaarns met klein budget

Het tempo van energiebesparing op openbare verlichting is te laag. Er is geen geld genoeg voor. Een nieuwe manier van financieren kan uitkomst bieden.

15 maart 2010

Negen van de tien gemeenten en alle provincies zijn actief op het gebied van energiebesparing op openbare verlichting, blijkt uit onderzoek van het Agentschap NL – voorheen SenterNovem. Het onderzoek leert ook dat amper een kwart van de gemeenten en een derde van de provincies daadwerkelijk een uitvoeringsplan voor energiezuinige straatverlichting heeft. De helft van de gemeenten en provincies werkt aan een dergelijk plan.

 

Volgens Rob Metz van de Taskforce Verlichting, eind 2007 ingesteld door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, is de komende tijd een extra inspanning noodzakelijk om de doelstelling te halen dat 270 gemeenten en alle provincies dit jaar over zijn plan beschikken. De besparingsambities van de taskforce - 15 procent in 2011, 20 procent in 2013 en 30 procent in 2020 ten opzichte van 2007 - worden met de huidige plannen van gemeenten niet gehaald. De provincies liggen overigens wel op schema.

 

Doelstellingen

 

De doelstellingen voor openbare verlichting zijn afgeleid van de Europese klimaatdoelen om over 10 jaar in totaal 20 procent energie te besparen. Nederland heeft die doelstelling overgenomen. Omdat openbare verlichting goed is voor ongeveer de helft van het energieverbruik in gemeenten, is het volgens Metz lucratief om in te zetten op energiebesparing in die hoek.

 

Gemeenten blijken in de praktijk vooral te kiezen voor het vervangen van hoge druk kwiklampen en tl-verlichting door energie-efficiëntere oplossingen en op LED-verlichting in (nieuwe) woonwijken. De plannen van de gemeenten leveren gemiddelde 1,5 procent energiebesparing per jaar op. De taskforce wil het dubbele bereiken, maar zelfs de zogenaamde koplopergemeenten halen de doelstellingen nog niet.

 

Kapitalisering

 

Een gebrek aan budget noemen de meeste gemeenten en provincies als grootste belemmering voor meer besparingsmaatregelen. Daar heeft Metz een oplossing voor: het zogeheten kapitaliseren van de energiekosten. ‘Door te berekenen wat de exploitatiekosten van de openbare verlichting over de volle levensduur zijn, hoeft financiering van duurzame vervanging geen probleem meer te zijn. Het enige dat een gemeente moet doen is eerst de energiekosten te meten’, zegt Metz.

 

Als gemeenten het probleem van de financiering middels kapitalisering tackelen, kunnen volgens Metz in Nederland grote stappen worden gezet. ‘De gemiddelde afschrijving van openbare verlichting is 30, soms 40 jaar. Dat betekent dat veel van de hopeloos verouderde straatverlichting van in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw gebouwde woonwijken voor vervanging in aanmerking komt. Met toepassing van LED-technieken breng je die verlichting uit de Steentijd ineens in de 21e eeuw.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie