Onlangs meldde het CBS dat het aantal verkeersdoden de afgelopen 25 jaar meer dan 40 procent is gedaald. Dat lijkt goed nieuws, maar niets is minder waar. Tussen 2013 en 2023 is het aantal verkeersdoden zelfs met 20 procent toegenomen. Er is absoluut geen reden om de indruk te wekken dat het wel goed gaat met de verkeersveiligheid in ons land. Wil Nederland het tij keren, dan is hiervoor stevig en effectief beleid nodig, gepaard met forse investeringen.
Verkeersveiligheid is te koop
Het aantal verkeersdoden neemt toe. Om het tij te keren, is stevig en effectief beleid nodig, gepaard met forse investeringen.
Ooit hoorde ons land wat betreft de verkeerveiligheid tot de top drie van de wereld, maar inmiddels zijn we afgezakt naar de middenmoot in Europa. De laatste tien jaar presteerden we internationaal zelfs het slechtst van alle Europese landen volgens een recent rapport van het International Transport Forum. De Europese doelstelling van nul verkeersdoden in 2050, waarvoor ook Nederland heeft getekend, zijn zonder flinke investeringen ver buiten bereik.
Om deze ontwikkeling te doorbreken is het essentieel om verkeerstoezicht effectief en intensiever in te gaan zetten. Nu is de pakkans laag, met uitzondering van trajectcontroles op enkele wegen. Met inzet van moderne technologie is het mogelijk het wegverkeer veiliger te maken. Maar het valt vooral op dat investeringen in veilige infrastructuur achterblijven bij eerdere investeringsniveaus.
In de laatste twee decennia van de vorige eeuw heeft Nederland de visie ‘Duurzaam Veilig Wegverkeer’ ontwikkeld. Vanuit deze visie is succesvol geïnvesteerd in veilige weginfrastructuur: aanleg van rotondes, vrijliggende fietspaden, aanleg van 30- en 60km/uur-gebieden etc. SWOV-onderzoek heeft uitgewezen dat de in 1998-2007 uitgevoerde maatregelen een groot effect hebben gehad. Ze hebben in 2007 geleid tot een daling van 300 tot 400 verkeersdoden per jaar, ofwel ruim 30 procent. De maatregelen blijken maatschappelijk zeer rendabel te zijn; de baten zijn bijna een factor vier hoger dan de kosten.
Vooral wegbeheerders zoals gemeenten, provincies, waterschappen hebben vele jaren geïnvesteerd, (financieel) aangemoedigd door de rijksoverheid. Dat model werkte voortreffelijk. Maar het huidige investeringsniveau blijft ver achter bij het eerdere niveau van investeringen en is volstrekt ontoereikend om het aantal verkeersslachtoffers substantieel te laten afnemen. In de recente Investeringsimpuls Verkeersveiligheid stelt het rijk 500 miljoen euro beschikbaar tot 2030 als cofinanciering (50 procent) voor wegbeheerders Berekeningen laten echter zien dat daarvoor zo´n 12,5 miljard euro nodig is.
Het huidige investeringsniveau is volstrekt ontoereikend om het aantal verkeersslachtoffers substantieel te laten afnemen
De vraag is dan hoe deze uitgaven gefinancierd kunnen worden. Gezien de aard van uitgaven (forse investeringen met impact op lange termijn) ligt het niet voor de hand om dat via de reguliere overheidsuitgaven te doen. Wij denken eerder aan structurele financiering via bijvoorbeeld een fonds, zoals er ook het Deltafonds is voor financiering van maatregelen voor waterveiligheid. Ook zou dit type investeringen ondergebracht kunnen worden bij een nationale investeringsbank, die onlangs is bepleit door een brede groep prominenten uit bedrijfsleven, wetenschap en openbaar bestuur.
Jaarlijks kosten verkeersongevallen in Nederland meer dan 30 miljard euro. Nut en noodzaak van investeringen zijn evident. Maar waar het uiteindelijk om gaat is het almaar toenemende leed, verdriet en verlies van levens en levenskwaliteit door verkeerongevallen een halt toe te roepen. En dat kan. Verkeersveiligheid is te koop.
Fred Wegman, emeritus hoogleraar verkeersveiligheid aan de TU Delft, Wim Wijnen, verkeerseconoom bij W2Economics
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.