Advertentie
ruimte en milieu / Column

Stop gedeputeerde Anne Koning

Zuid-Hollandse gemeenten willen voorzichtig uitbreiden, maar gedeputeerde Anne Koning zet de hakken in het zand.

16 februari 2024

Gedeputeerde Anne Koning van Zuid-Holland zet zich tomeloos in voor het woningbouwprogramma met minimaal 200.000 woningen rond de Oude Lijn, de spoorlijn tussen Leiden en Dordrecht. Het is een integraal verstedelijkingsprogramma, met onder meer dertien binnenstedelijke woningbouwlocaties, vijf nieuwe treinstations en de ambitie van 75.000 nieuwe banen. Een langjarig miljardenproject, waarin de overheden gezamenlijk optrekken in de Verstedelijkingsalliantie.

Het positieve bestuurlijk engagement van de gedeputeerde voor de Oude Lijn staat in scherp contrast met het planologisch afknijpen van niet-stedelijke gemeenten in het zuidelijk deel van Randstad. Het gaat om gemeenten als Krimpenerwaard, Molenwaard, Waddinxveen, Nieuwkoop, Kaag en Braassem, Lisse en Goeree-Overflakkee. Totaal achttien gemeenten richtten zich eind januari tot Provinciale Staten met het verzoek – meer een smeekbede – voor ruimte voor woningbouwlocaties.

De provincie werkt in haar omgevingsverordening met een zogenaamde 3-hectare-kaart. Nieuwbouwwijken met een grotere omvang hebben de uitdrukkelijke toestemming van het provinciaal bestuur nodig. En die geeft het college van GS op voorstel van Anne Koning niet. De laatste twee toevoegingen aan de 3-hectare-kaart – de Gnephoek in Alphen aan den Rijn en Sliedrecht-Noord – kwamen al met veel pijn en moeite onder druk van de rijksoverheid tot stand.

De achttien gemeenten willen bouwen voor de (eigen) behoefte. Om jonge mensen in hun kernen vast te houden, verenigingen vitaal te houden en om scholen en winkels voor sluiting te behoeden. Die laatste argumenten kloppen soms wel – als de kern voldoende omvang heeft ­­­– en soms niet.

Bescherming van gave, open veengebieden in het Groene Hart kan een legitieme reden zijn om bouwplannen af te wijzen. ‘Nee’ zeggen is zelfs een basistaak van evenwichtig provinciaal ruimtelijke ordeningsbeleid. Maar de dogmatische benadering van de provincie Zuid-Holland gaat veel te ver. Zeker als je erbij betrekt dat Zuid-Holland in zijn totaliteit krap zit in de uitvoerbare plancapaciteit; het krapste van alle provincies. Dat de provincie de plaatsing van een stel windturbines op de locatie Bleizo (gemeente Lansingerland) door wil zetten ten koste van de woningbouwplan van 5.000 woningen maakt de situatie helemaal schrijnend.       

Neem een landelijke gemeente als Goeree-Overflakkee (50.000 inwoners) met veertien kernen als voorbeeld. Niet in het Groene Hart gesitueerd maar wel hartstikke (hoofdzakelijk agrarisch) groen. Ook daar mogen de kernen nauwelijks uitbreiden. Terwijl een gevarieerd uitbreidingsprogramma niet meer dan een half procent langbouwgrond zou kosten.

Het provinciaal bestuur omarmt verbaal de aanpak van ‘een straatje erbij’. Dat is de optie om aan elke kern dertig tot vijftig woningen toe te voegen. Het is de sublieme framing om de strakke ‘rode contouren’ te doorbreken die een aantal provinciebesturen al jaren hanteert. Biedt die benadering dan geen uitkomst? Eigenlijk niet. De provincie Zuid-Holland wil, zo blijkt uit de eerste ambtelijke uitwerkingen, het ruimteslag zo beperkt mogelijk houden, op een oppervlak van één, hooguit anderhalve hectare. En dan met de extra zware sociale programmeringseisen volgens de nieuwe regels van Anne Koning.

Zo kun je geen financieel haalbare plannen met (omgevings-)kwaliteit maken: straatje eraf. En mocht het financieel nog wel lukken, dan wordt het stenen proppen, met de rug gekeerd naar het aangrenzende landelijk gebied. Juist vervlechting met groen en water kan aantrekkelijke, klimaatbestendige buurten opleveren met betaalbare woningen. Er moeten, kortom, gewoon meer locaties van 3-hectaren-plus bijkomen.

Tweede Kamerlid Pieter Grinwis (CU) stelde goede vragen over de impasse en de ‘noodkreet’ van de achttien gemeenten. Hij vraagt om ingrijpen door minister Hugo de Jonge. Die deed al eerder bij de locatie Gnephoek. Anne Koning maakt het er dan ook naar.

Haar optreden doet denken aan de gedeputeerde ruimtelijke ordening en wonen van Noord-Holland in de vorige collegeperiode (2019-2023), Cees Loggen. Dezelfde dogmatische, stugge, inflexibele en weinig communicatieve houding die cohorten gemeentebestuurders de gordijnen in joeg. Op de zelfde portefeuille zit nu een bestuurder met een andere mentaliteit, Jelle Beemsterboer.

Nu moet ik erbij zeggen dat het college-akkoord 2023-2027 in Noord-Holland van zijn ergste restrictieve trekken is ontdaan; dat helpt natuurlijk. Maar dat is hooguit de helft van het verhaal. Niet alleen politieke kleur en collegeprogramma doen ertoe, ook personen maken het verschil. Dat illustreert deze casus aardig, want kijk maar naar de politiek denominaties:  Anne Koning is PvdA, Cees Loggen VVD en Jelle Beemsterboer BBB (voorheen CDA). Zuid-Holland kan wel een Beemsterboer gebruiken, al is de naam wel erg Noord-Hollands.            

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie