Particuliere verhuur

Ruim 350.000 Nederlandse woningen worden door particulieren verhuurd. In welke gemeenten komt deze praktijk het meest voor? Schemeren de ingrepen van minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) al door in de laatste cijfers? Het Kadaster brengt de ontwikkelingen in beeld. Wat blijkt? De particuliere verhuur is enorm gedaald na de hausse tussen 2016 en 2020. En de afstand neemt toe tussen de woonplaats van de particuliere verhuurder en de door hem verhuurde panden.

Sterke toename tussen 2016 en 2020

Ongeveer een kwart van van de verhuurde woningen op 1 juli 2023 werd al vóór 1995 door de eigenaar gekocht. Deze zijn dus al minimaal 30 jaar in bezit. Van de overige woningen werden er relatief veel gekocht in de jaren 2016 tot en met 2020. Belangrijke aanjagers in dit tijdvak om huurwoningen aan te kopen waren de uitermate aantrekkelijke financiële rendementen en de toenemende vraag naar huurwoningen. Dat de groei na 2020 stevig afneemt, heeft vooral te maken met de maatregelen van minister De Jonge om de aankoop van woningen om die te verhuren af te remmen. Denk hierbij aan de verhoging van de overdrachtsbelasting en de opkoopbescherming.

Grote steden versus de kust

In absolute zin vindt in de grote steden veruit de meeste verhuur door particuliere verhuurders met maximaal 8 woningen plaats. Amsterdam steekt er met kop en schouders bovenuit. Op 1 juli 2023 staat ruim 10 procent van deze particulier verhuurde woningen in Amsterdam. Als we kijken naar het aandeel verhuurde woningen van kleine particuliere verhuurders in de woningvoorraad van een gemeente krijgen we een geheel ander beeld. Vooral de kustgemeenten domineren daar dankzij het toerisme.

Meer afstand tussen huurder en verhuurder

Van de verhuurders die maar één woning verhuren woont één op de drie in dezelfde buurt als de huurder. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom juist voor deze kleine verhuurders de nabijheid van belang is. Het kan bijvoorbeeld om verhuur aan familie of vrienden gaan, of de verhuurder kent de buurt goed en er is controle mogelijk. Hoe meer woningen worden verhuurd, hoe vaker die ook buiten de buurt, wijk of gemeente van de verhuurder staan. Die trend zet zich door. Verhuurde woningen staan door de jaren heen steeds minder in de buurt, wijk of gemeente waar de eigenaar woont. Krapte op de woningmarkt kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er geen geschikt aanbod is in de nabije omgeving. Daarnaast kunnen verhuurders meer ervaring met verhuren krijgen en durven ze woningen over grotere afstand te gaan verhuren.

Meeste particuliere eigenaren in g4

Verreweg de meeste particuliere eigenaren van huurwoningen wonen in de G4-gemeenten. Daar staan ook relatief vaak hun verhuurde woningen. Voor heel Nederland geldt dat ongeveer de helft van de verhuurde woningen in de eigen gemeente staat, maar in de G4 is dat gemiddeld ongeveer driekwart. Het woningbezit van Amsterdammers strekt zich uit over het hele land. Van de G4 verhuren Rotterdammers hun woningen in het minste aantal gemeenten. Verder valt op dat dat juist in studentensteden relatief veel woningen in bezit zijn van eigenaren die daar zelf niet woonachtig zijn.