Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Waterschappen polderen te veel

Serie als opmaat naar de verkiezingen voor Provinciale Staten en de waterschappen in maart 2015. Deel 3 over de waterschappen..

13 februari 2015

Voor het eerst vallen de verkiezingen voor de waterschappen samen met die van Provinciale Staten. Er valt zeker wat te kiezen, maar het uitventen van verschillen zit niet in het dna van de deelnemende politieke partijen.

Op weg naar 18 maart
Serie als opmaat naar de verkiezingen voor Provinciale Staten en de waterschappen in maart 2015. Deel 3.

Slecht nieuws voor de waterschapsverkiezingen. De verkiezingen voor de nieuwe Provinciale Staten worden dit keer meer dan ooit overschaduwd door het belang ervan voor een nieuwe Eerste Kamer en daarmee voor de stabiliteit van het kabinet. De kans is groot dat dit zeker ook zijn weerslag zal hebben op de verkiezingen voor de waterschappen, die nog minder dan die voor de provincie massa’s kiezers op de been brengen.

Hoewel deze verkiezingen voor de inmiddels 23 waterschappen normaliter ook eens in de vier jaar worden gehouden, waren de laatste in 2008. Die van 2012 werden uitgesteld omdat stevige politieke discussies werden gevoerd over de toekomst van de waterschappen; opheffen of samenvoegen met de provincie. In afwachting van de uitkomst daarvan werd de bestuursperiode met twee jaar verlengd. De waterschappen hebben de Haagse discussie overleefd: zij blijven zelfstandige bestuursorganen. Bij de laatste verkiezingen werd een opkomst van 23,9 procent genoteerd.

Die lage opkomst is volgens Arian Kuil, woordvoerder van Waterschap Rijn en IJssel, deels te wijten aan de wijze van stemmen: toen nog per brief. ‘Het waren erg afstandelijke verkiezingen.’ Het is de vraag of de opkomst dit jaar groter zal zijn, ook al zijn het gecombineerde verkiezingen zodat op 18 maart de kiezer in het stemhokje zijn stem voor zowel een nieuw provincie- als waterschapsbestuur uitbrengt. Want volgens Kuil speelt de onzichtbaarheid van de politieke dimensie bij waterschapsbesturen eveneens parten. ‘Over het werk van de waterschappen zelf is niet veel discussie. Uit metingen blijkt dat mensen ook wel weten wat waterschappen doen. De politieke dimensie van de waterschappen is minder zichtbaar, maar die is er wel.’

Hoge compromisbereidheid
Het is aan de deelnemende politieke partijen om aan de kiezers duidelijk te maken waar ze voor staan en vooral wat het verschil is met de andere partijen, vindt Kuil. Maar daar wringt de schoen. ‘Het waterschap is het oudste bestuursorgaan van Nederland en puur vanuit zijn functie ontstaan. Als je de handen niet ineen slaat, kun je het water niet buitenhouden. In Nederland is er een gedeeld belang om droge voeten te houden. De manier waarop waterschapsbesturen nu werken, laat dat zien. Er is een hoge compromisbereidheid. Het polderen komt hier letterlijk vandaan.’

Het zit volgens Kuil niet in het dna van partijen om die verschillen uit te venten. Partijen hebben, bijna historisch bepaald dus, niet de neiging om zich scherp uit te laten. ‘Dat vergt een cultuuromslag.’ Maar verschillen zijn er en Kuil vindt het belangrijk dat die ook aan de kiezers duidelijk worden gemaakt. Hoewel niet alle leden van het algemeen bestuur van een waterschap rechtstreeks worden gekozen – een percentage wordt benoemd (geborgde zetels, bestemd voor vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, de agrarische sector en natuurorganisaties) − gaat het nog altijd om het gros ervan.

Met een direct gekozen meerderheid in het algemeen bestuur maakt het dus nogal wat uit of partijen in de meerderheid zijn die vooral voor de belangen van agrariërs opkomen, of juist partijen die meer oog hebben voor de cultuur- en natuurwaarden van een gebied.

De discussie en politieke verschillen over al dan niet lasten(verhoging) speelt niet alleen op lokaal en landelijk niveau, maar ook op het niveau van waterschappen. Er zijn partijen die zo min mogelijk waterschapsbelasting willen heffen, maar dan kan er ook weer minder worden geïnvesteerd. Ook zijn er regionale belangengroeperingen die zich voor specifieke ontwikkelingen in een gebied opkomen.

Zo heeft een regionale partij – Vrienden van de Berkel − zich in het waterschap Rijn en IJssel jaren geleden hard gemaakt voor het ‘omtoveren’ van de Berkel in een meanderend riviertje. Het lukte de partij – na het nodige gepolder − het hele bestuur achter zich te krijgen. De ombouw heeft tot een toeristische en economische impuls geleid. Er valt dus degelijk wat te kiezen, wil Kuil maar zeggen.

Stemhulp
De (communicatie)adviseurs van de waterschappen doen hun best om de partijen te overtuigen van het belang van profilering, maar verder kunnen ze niet gaan, benadrukt Kuil. Wel pakken ze hun rol bij de bevordering van de opkomst. De waterschappen werken daarbij onderling nauw samen. ‘Dat is weer illustratief voor het polderen’, stelt Kuil lachend.

Een landelijke werkgroep van communicatieadviseurs heeft de koppen bij elkaar gestoken om ideeën en ervaringen uit te wisselen en zaken samen op te pakken en uit te voeren. Het resultaat: een gezamenlijk beeldconcept, de gezamenlijke aanbesteding van een stemhulp, de inzet van social media, verkiezingskranten en een Facebookpagina.

Daarop komt onder meer een quiz, waarbij via het intikken van je eigen postcode kan worden doorgeklikt naar de stemhulp van jouw waterschap. De stemhulp gaat medio februari in alle waterschappen online. Pogingen om ook met provincies meer samen te werken zijn gestrand. ‘We wilden bijvoorbeeld graag samen een stemhulp ontwikkelen en ook met gezamenlijke communicatie-uitingen, zoals een verkiezingskrant, komen. Dat is helaas niet van de grond gekomen.’


Opkomst minder dan een kwart
Bij de laatste verkiezingen in 2008 was het gemiddelde opkomstpercentage 23,9 procent, met uitschieters naar boven (35,9 procent bij het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen) en naar beneden (18,2 procent bij het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht). In 2004 nam 22,8 procent de moeite hun stem voor een nieuw waterschapsbestuur uit te brengen. Ter vergelijking: bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart vorig jaar ging 53,8 procent van de kiezers naar de stembus en bij de laatste verkiezingen voor Provinciale Staten in 2011 bedroeg het opkomstpercentage 46,3 procent.


Zetel verdeling
In 22 van de 23 waterschappen worden op 18 maart verkiezingen gehouden. Er zijn 620 zetels te verdelen. Waterschap Vechtstromen heeft vorig jaar al verkiezingen gehouden als gevolg van de fusie tussen Velt en Vecht en Regge en Dinkel.
Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie