Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

‘Ongewenste inmenging’ in enquête Noord-Zuidlijn

De dinsdag gepresenteerde raadsenquête naar de gang van zaken rond de Noord- Zuidlijn in Amsterdam biedt een ontluisterend beeld van falende besluitvorming.

18 december 2009

Opeenvolgende Amsterdamse colleges van B en W moeten het ontgelden. De enquêtecommissie laakt de ‘onwenselijk geachte inmenging’ van het college bij ‘de inrichting’ van het enquêteonderzoek. Klachten over onwenselijke collegebemoeienis hebben onder meer betrekking op het direct benaderen van ambtenaren door commissieleden. B en W wilde dat niet. De enquêtecommissie waarschuwde het college in een brief zich hier niet mee te bemoeien.

 

Ook voelde de commissie zich gedwongen in ‘stevige bewoordingen’ haar ongenoegen uit te spreken over trage en gebrekkige informatievoorziening. Het eindrapport presenteert negen voorbeelden van gebrekkige informatievoorziening aan de enquêtecommissie. ‘Het onderzoek is daardoor gehinderd’, schrijft de commissie. Voorzitter van de raads-enquêtecommissie Maurice Limmen (CDA ) licht toe.

 

U stuitte op onwil van het college belangrijke stukken te geven.
‘Medewerking bleef achter bij de verwachtingen. Deel van de verklaring is dat de gemeente geen goed archief heeft over de Noord-Zuidlijn (NZL). Je kunt geen lessen trekken zonder alle stukken te hebben.’

 

Als u wel alle stukken had gehad, wat had u dan meer geweten?
‘Besluitvorming en loop der gebeurtenissen veranderen er niet door. We hebben het plaatje vrij scherp kunnen maken. Evengoed moeten vergaderingen goed verslagen én gedocumenteerd worden.’

 

Bent u zelf tevreden?
‘Er zijn geen partijpolitieke concessies gedaan. De conclusies zijn hard en duidelijk. Verschillen binnen de mogen. Uiteindelijk vormde de commissie één front.’

 

De burgemeester was afgelopen dinsdag in Kopenhagen.
‘Dat is zijn keus.’

 

Het gaat over miljarden waar telkens miljoenen bij moeten. U heeft geen spoor van fraude kunnen ontdekken?
‘Als we wat hadden gevonden, hadden we het gezegd.’

 

Hebt u al die extra miljoenenclaims van aannemers dan kunnen doorspitten?
‘We hadden volledig inzicht. We zagen geen onverantwoorde claims.’

 

Dus alle claims waren gedekt?
‘We konden niet elke claim apart bekijken. Contracten met open einden bleken een belangrijke oorzaak. Het eind van het liedje was dat A msterdam ervoor opdraaide. Het had moeten worden dichtgetimmerd. Dat zeggen we in een harde en duidelijke toonzetting.’

 

Het besluit tot aanleg van de NZL had zó nooit genomen mogen worden. Wat is de rol van voormalig VVD-wethouder Dales, die het besluit door de raad loodste?
‘In 2002 had het anders moeten gaan. Maar voor- en nadien ook. Door de sterke politieke wens de NZL door te laten gaan is de technische en financiële complexiteit niet onderkend. Dat zie je steeds weer: de omstandigheden verslechteren, de politiek gaat door. Ook doordat de eigen projectorganisatie kwalitatief niet bij machte was bestuurders erop te wijzen: jongens, ho, stop!’

 

Een bestuurder mag amateur zijn in tunnels boren, hij moet de juiste mensen aantrekken.
‘Hij mag zich er nooit achter verschuilen dat hij niet de juiste deskundigen heeft binnengehaald.’

 

Draagt uw enquête bij aan betere projectuitvoering in de toekomst?
‘We moeten niet over ons eigen graf heen willen regeren. Er zit er geen woord Spaans bij onze aanbevelingen. Wij stellen ons tevreden met de mooie röntgenfoto die we maakten.’

 

Wat moeten de politieke conclusies zijn?
‘Daar spreek ik me pas als raadslid weer over uit. Al laat ik dat gezien de zuiverheid graag aan een ander over.

 

Uit de enquête

 

  • Risico’s raakten volledig ondergeschikt aan de sterke politieke wens om te bouwen. 

     

  • Gemeenteraad werd uitvoerig, maar niet-volledig geïnformeerd.

     

  • Gemeenteraad is niet bewust misleid. Wel werd gepoogd beeldvorming bij te stellen.

     

  • Ambtelijke expertise binnen de gemeente ontbrak.

     

  • Raad werd in besloten vergaderingen vertrouwelijk geïnformeerd, dit ging ten koste van het kritisch vermogen van de raad.

     

  • Het ‘ergste’ moet nog kom: het tunnelboren. Risico’s moeten opnieuw aan de orde komen in de raad.

     

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frans Weisglas (VVD) / oud-voorzitter Tweede Kamer
Het verbijsterende echec van de Amsterdamse Noord-Zuidlijn is – naast aan een totaal gebrek aan politieke sturing, vooral door burgemeester Cohen – te wijten aan het ontbreken van voldoende ambtelijke deskundigheid. Hetzelfde hebben wij de afgelopen jaren gezien op rijksniveau: denk aan HSL, Betuwelijn en de tunnel onder de A73.

Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken wil de ambtelijke organisatie flexibeler maken. Dat zal de uitholling van ambtelijke deskundigheid nog vergroten. Want door ambtenaren voortdurend over te plaatsen van afdeling naar afdeling en van ministerie naar ministerie, verliezen publieke organisaties kostbare kennis en ervaring. Excellente deskundigen verdwijnen en maken plaats voor ambtelijke managers, die de inhoud van het beleid niet voorop stellen.

Noord-Zuidlijn, HSL en Betuwelijn hebben aangetoond hoe groot de behoefte aan ambtelijke deskundigheid is en hoe gevaarlijk het is om deze behoefte te negeren. Rijk, provincies en gemeenten proberen dit probleem op te lossen door externe deskundigen in te huren. Daarmee roept men echter nieuwe problemen in het leven. Externe deskundigen zijn duur. Zij ondermijnen het zorgvuldig opgebouwde ambtelijke loonsysteem en doen in een klap de vaak moeizaam bijeen geschraapte bezuinigingen op personeelsuitgaven teniet.

Een ambtenaar die vanwege bezuinigingen het ministerie door de voordeur verlaat, komt vaak voor een aanzienlijk hoger salaris door de achterdeur terug als externe deskundige. Externe deskundigen hebben meestal geen loyaliteit aan het ministerie, de provincie of de gemeente die hen heeft ingehuurd. Zij doen hun duurbetaalde klus, als buitenbeentje in de ambtelijke cultuur, en zijn dan weer op weg naar de volgende opdrachtgever. Of - en dat is schering en inslag – zij doen die klus op zo’n manier dat er weer nieuwe behoefte aan externe deskundigheid ontstaat, veelal ingevuld door dezelfde persoon of een persoonlijke of zakelijke relatie.

Dit alles frustreert de ambtenaar, die vaak letterlijk aan het bureau tegenover zich een extreem duurbetaalde externe ziet zitten, die vooral voor zichzelf bezig is en nauwelijks oog heeft voor het algemeen belang dat een ambtenaar behoort te dienen. Minister Ter Horst moet daarom niet overgaan tot grotere flexibiliteit in de ambtelijke organisatie, maar haar energie richten op het drastisch terugbrengen van het aantal externe deskundigen. Dat kan alleen door herstel van de professionaliteit van de ambtelijke organisatie. Alleen dan kan de overheid tegenwicht bieden aan vaak gewiekste projectontwikkelaars en vastgoedtyconen. En dat is in het algemeen belang.
Advertentie