Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Ongelijkheid op de korrel

Als een gemeentelijk handhaver optreedt en de overtreder wijst op vergelijkbare gevallen waartegen níét wordt opgetreden, dan moet de handhaver precies aan kunnen geven waarom juist die overtreder de klos is. 

27 februari 2009

‘Alles in het vizier’ is het devies van Erik Somhorst en zijn vader. In Rietmolen, dat tussen Neede en Haaksbergen ligt in de gemeente Berkelland, repareren zij bij wijze van hobby geweren. Ook maken zij onderdelen. De afnemers zijn jagers en kleiduivenschieters.

 

In 1992 keurt de gemeenteraad van - dan nog - Neede het goed dat vader en zoon de garage gebruiken voor de hobbymatige opslag en reparatie van vuurwapens. Maar ‘enige vorm van detailhandel in vuurwapens’ is uitgesloten. Dat weerhoudt de geweermakers er niet van hun klanten munitie te verkopen. Bij een lamp verkoop je immers ook een gloeilamp.

 

Nadat Somhorst junior en senior in 2001 een bouwvergunning en een hinderwetvergunning hebben gekregen, vraagt ‘een jager uit Rietmolen - geen klant van ons’ de gemeente de illegale verkoop van munitie aan te pakken. Als de gemeente te lang draalt, wendt de boze jager zich tot de Vrom-inspectie. Die dwingt de gemeente op te treden tegen deze en nog twee andere gevallen van illegale detailhandel in het buitengebied.

 

De in 2005 gevormde gemeente Berkelland heeft volgens handhavingsmedewerker Raoul Willemsen een methode om vast te stellen hoe urgent de aanpak van verschillende overtredingen is. In augustus 2006 zeggen B en W van Berkelland dat de wapenmakers de verkoop moeten stoppen. De twee maken daar bezwaar tegen. B en W verklaren dat bezwaar ongegrond, maar geven de mannen wél twaalf maanden en zes weken respijt. Toch gaan vader en zoon in beroep en uiteindelijk belandt de zaak bij de Raad van State.

 

Die veegt bijna alle argumenten van vader en zoon Somhorst van tafel. Zo is de verkoop van munitie hier niet uitdrukkelijk toegestaan en verhinderen de verleende bouw- of hinderwetvergunning de gemeente niet om tot handhaving over te gaan. Ook al omdat de gemeente niet van plan is detailhandel in het buitengebied te legaliseren.

 

Maar met hun beroep op het gelijkheidsbeginsel hebben de Somhorsts succes. Zij komen met eenentwintig gevallen die in hun ogen vergelijkbaar zijn, maar waarin de gemeente niet zou zijn opgetreden. De Raad van State vindt dat de gemeente geen inzicht verschaft in de prioriteit die zij aan al die gevallen heeft gegeven. Ook op de zitting heeft Willemsen de Staatsraden niet duidelijk kunnen maken in hoeverre de aangevoerde gevallen gelijk of juridisch vergelijkbaar zijn. Als B en W van Berkelland alsnog willen handhaven, moeten zij dus een nieuw besluit nemen.

 

Volgens Willemsen komt de uitspraak erop neer dat een overtreder de handhaving flink kan vertragen door gevallen aan te voeren die vergelijkbaar zijn. Want de gemeente moet deze dan zo uitgebreid onderzoeken dat zij kan aangeven dat de onderlinge verschillen een andere behandeling rechtvaardigen. Erik Somhorst hoopt dat hij zijn hobby kan blijven uitoefenen ‘als beide partijen nu een beetje toegeven’.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie