'Onderregistratie verkeersongevallen niet bedreigend'

De zeer matige registratie van dodelijke en ernstige ongevallen zou lokaal verkeersbeleid ernstig bemoeilijken, stelde een belangrijke leverancier van verkeersgegevens. Bij de Regionale Organen Verkeersveiligheid is het probleem bekend, maar ziet men geen groot probleem. 

Registratiegraad
In juni meldde Via.nl, een bedrijf dat onder andere overheden helpt bij het uitstippelen van verkeersbeleid, dat de registratie van verkeersongevallen een historisch dieptepunt heeft bereikt en dat met name de politie in 2011 maar half zoveel ernstige verkeersslachtoffers heeft gemeld als in 2010. Ook zijn de verschillen tussen provincies groot; in Limburg bedroeg de daling 28 procent en in Utrecht maar liefst 65 procent. In vergelijking met 2009 is de registratiegraad nog slechter.

Beleid
Er is een grote kans dat gemeenten en provincies hun verkeersveiligheidsbeleid nietsvermoedend baseren op zeer onvolledige cijfers, vreest Via.nl-directeur Erik Donkers tegenover De Limburger. Een woordvoerder van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) stelt dat zijn organisatie al langer weet dat de verkeersveiligheidscijfers 'heel slecht' zijn. "Maar op welke manier bijvoorbeeld gemeenten daarmee omgaan, dat weten we niet."

Utrecht
Mariëlle Zeilstra, tot voor kort secretaris van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Utrecht, zegt dat er in Utrecht (waar volgens Via.nl de registratiegraad het slechtst is) bij de interpretatie wel degelijk rekening wordt gehouden met de slechte kwaliteit van de ongevallencijfers. "We kijken al naar een periode van zo'n zes jaar." Zij vindt wel dat het beleid te lijden heeft onder de lage registratiegraad, "omdat die cijfers niet meer betrouwbaar zijn. Je moet je beleid in ieder geval niet uitsluitend op die cijfers baseren. Het is ook goed om bijvoorbeeld te kijken naar de klachten op je wegennet en naar andere indicatoren. Dat leidt uiteindelijk tot een prioritering van waar we ons beleid de komende jaren op moeten focussen." Voor specifieke doelgroepen is dat des te lastiger. "Als je wilt weten waar er nu fietsongevallen plaatsvinden op het wegennet, dan heb je door die onderregistratie eigelijk geen goede beleidsinformatie."

Bron
De beroerde registratie heeft twee oorzaken. De politie voert de ongevallen in via het BVH-systeem (Basisvoorziening Handhaving), waarna het via het ministerie van Infrastructuur en Milieu terechtkomt in BRON (Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland). Ten eerste hoeft de politie dat sinds 1 januari 2010 alleen nog te doen voor dodelijke ongevallen of ongevallen waarbij vervolging nodig is. Anders volstaat een 'kenmerkenmelding', die doorgaans niet in BRON terechtkomt. Verkeersstatistiek is kortom geen politietaak meer.

BVH
Daarnaast kampen de diverse BVH-systemen van de politieregio's met tekortkomingen, waardoor de registratiegraad van verkeersdoden en -gewonden verder afneemt. De komst van een gebruiksvriendelijker BVH-systeem zal waarschijnlijk nog jaren duren. Via-directeur Donkers stelde in juni al dat gemeenten na verbeteringen bij politieorganisaties wellicht pas in 2014 weer kunnen beschikken over een betrouwbaar ongevallenbestand - en daardoor pas in 2016 over een historisch verantwoorde database.

Kennis
Hans Vergeer, hoofd van het ROV Zuid-Holland, ziet ook geen grote problemen door de lage registratiegraad. "Als er lokaal ongevallen gebeuren staat het ook wel ergens anders geregistreerd of het is bekend bij de verkeersadviseurs bij de politie. Als je in een groter gebied wilt analyseren, ga je dingen missen, maar er zijn ook genoeg andere gegevens die we gebruiken om het beleid vorm te geven, zoals een onderzoek verkeersveiligheid, wegbelevingsonderzoeken et cetera. Verkeerseducatie, daar zit ook geen databank over ongevallen aan vast." Maar de slechte registratie is niet te negeren, stelt hij. "Wil je op straatniveau of kruispuntniveau gaan analyseren welke ongevallen er gebeuren, dán ben je wel afhankelijk van die databank." Dat gemeenten en provincies hun beleid onwetend op slechte cijfers baseren, kan hij zich niet voorstellen. "Elke verkeerscoördinator weet volgens mij dat die cijfers maar beperkt betrouwbaar zijn."