Noord-Groningen proeftuin voor gemeentelijke krimp

Schoolbussen inzetten, huizen slopen, seniorenwoningen bouwen. Dat soort maatregelen moeten Noord-Groningse gemeenten nemen om de tot 2025 voorspelde krimp het hoofd te bieden.

Ontgroening en vergrijzing
Uit de Eemsdelta zullen de komende jaren naar verwachting 18.000 bewoners wegtrekken. Samenwerking met het Rijk is onvermijdelijk. Het onderwerp kwam ter sprake tijdens een werkbezoek van staatssecretaris Bijleveld. Zij toonde zich verheugd over de realistische houding van de gemeenten, maar zei dat zij onderling meer moeten samenwerken. Andere demografische ontwikkelingen in Noord-Groningen zijn ontgroening en vergrijzing. Het gemiddelde inkomen van de inwoners zal naar verwachting, ondanks de crisis, blijven stijgen.

Bestuurlijke slagkracht
Al die veranderingen vereisen bestuurlijke slagkracht, zegt burgemeester Emme Groot van Delfzijl. Hij somt op: ‘We zullen meer seniorenwoningen nodig hebben, en meer woningen voor kleinere huishoudens. Het aantal leerlingen zal afnemen met 40-50%, dus je moet scholen bundelen en zorgen dat ze bereikbaar zijn. Dat geldt ook voor de detailhandel, die zal wegtrekken uit het platteland.’

Geld van het Rijk
De transformatie gaat een hoop geld kosten, voorspelt Groot: zo'n 300 tot 400 miljoen. De verkoop van duurdere koopwoningen is niet genoeg om de overige investeringen voor de transformatie te bekostigen. Daarom is overleg met de staatssecretaris gewenst. ‘We zullen zelf prioriteiten moeten stellen binnen de gemeentelijke begrotingen, maar uiteindelijk komen we uit bij het Rijk.’

 

Proeftuin
Volgens Groot kan Den Haag ook iets leren van Noord-Groningen. ‘We zouden een interessante proeftuin kunnen zijn voor hoe gemeenten met krimp omgaan. We liggen aan de kust en hebben twee havens, twintig procent van de Nederlandse chemische industrie staat in Delfzijl. Het Rijk moet hier strategische beslissingen nemen op het gebied van kust- en klimaatontwikkeling. En dat heeft weer effect op hoe wij als gemeenten met de krimp omgaan: je moet geen huizen gaan bouwen waar de chemie het niet toestaat. Dus we hebben elkaar hard nodig.’