'Utrecht verantwoordelijk voor lege panden na verhuizing'

Gemeente Utrecht moet meer verantwoordelijkheid nemen om een nieuwe bestemming te vinden voor de vijftien panden die vrijkomen na verhuizing naar het nieuwe stadskantoor. Dat vindt de ChristenUnie in de stad.

69.000 vierkante meter blijft achter

De gemeente verhuist volgens planning in 2014 naar het nieuwe stadskantoor dat wordt gebouwd in het stationsgebied. In het grote pand (65.000 vierkante meter) worden alle gemeentelijke diensten gehuisvest. De gemeente laat daardoor vijftien panden (69.000 vierkante meter) leeg achter in de stad. De ChristenUnie maakt zich zorgen over leegstand daarvan en heeft het college vragen gesteld.

Verantwoordelijkheid voor leegstand

De beantwoording stelt de partij nog niet gerust, zegt fractieleider Mirjam Bikker. ‘De gemeente geeft het formele antwoord dat zij van slechts twee panden eigenaar is en dat de eigenaren van de overige panden als eerste verantwoordelijk zijn voor een nieuwe invulling. Dat klopt, maar de gemeente heeft wel een verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte en de impact van leegstand in een wijk.’

Om tafel met eigenaren

De fractie vindt dat de gemeente actief met de eigenaren om tafel moet om de mogelijkheden te bespreken en te kijken welke bestemmingswijzigingen nodig zijn. Zelf heeft Bikker ideeën over woningen of kleine ondernemingen in diverse beeldbepalende gebouwen.

Voorbeeldfunctie

De gemeente heeft bovendien een voorbeeldfunctie, vindt Bikker. Ze verwijst naar de concept-kantorenstrategie waarin het college stelt dat nieuwbouw niet meer zomaar wordt toegestaan en dat ontwikkelaars eerst moeten kijken wat mogelijk is in bestaande gebouwen.

Alsnog afhaken kost miljoenen

Het college meldt overigens dat een beslissing over het al dan niet bouwen van een nieuw stadskantoor in huidige tijden mogelijk anders zou uitvallen. Het besluit dateert echter van 1997, de bouw is inmiddels vergevorderd. Terugkrabbelen kan niet meer, meldde het college onlangs in een brief aan de raad. Het zou leiden tot contractbreuk, schadeclaims van ontwikkelaar en gemeentelijke desinvesteringen van minimaal 19 miljoen euro.