Advertentie
ruimte en milieu / Ingezonden

Lokaal bestuur heeft cruciale rol in energiebesparing mobiliteit

Het lokale bestuur kan het voortouw nemen in het verminderen van energieverbruik.

02 mei 2022

Energie besparen is hot. Of de motivatie nu het klimaat, de portemonnee of de geopolitieke situatie is, er is steeds meer aandacht voor het verminderen van het energieverbruik. De focus ligt daarbij vrijwel alleen op energiebesparing in huis. En dat terwijl ruwweg een kwart van het Nederlandse energieverbruik naar het gebruik van voertuigen gaat. Ook mobiliteit kan en moet duurzamer. Hiervoor ligt de sleutel bij lokale overheden, want onze ruimtelijke inrichting beïnvloedt de vervoerskeuze van mensen.

Reizen moet schoner, anders en minder. Een hele klus, met bijna 12 miljoen auto’s, bestelwagens, bussen en vrachtwagens in Nederland. De gemiddelde leeftijd van een auto is ruim 11 jaar. Voordat alle voertuigen elektrisch rijden, zijn we dus heel wat jaar verder. Bovendien moeten we leren altijd eerst te kijken waar er verminderd kan worden. Puur en alleen inzetten op het elektrificeren van het wagenpark is niet de oplossing. Maar hoe pakken we energiebesparing in mobiliteit dan aan?

Het antwoord ligt in het veranderen van mobiliteit en de verplaatsingsbehoefte. De grootste besparing zit daarbij natuurlijk in elke reis die we niet maken. Thuiswerken is daarvan het beste voorbeeld. Maar  lokaal inzetten op korte afstanden en nabijheid van voorzieningen is ook een grote kans. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) concludeerde onlangs dat mensen buiten de grote steden steeds afhankelijker zijn van de auto, omdat reisafstanden tot werk, vrienden en voorzieningen toenemen. Ook binnen steden zijn er verschillen. Als meer voorzieningen zoals scholen, winkels, stations, medische centra op 10 minuten loop- of fietsafstand liggen, stimuleert dat deze ‘actieve mobiliteit’.

Geef lokaal minder ruimte aan de auto. Van alle verplaatsingen tot 7,5 kilometer is een derde met de auto. De helft van alle zeven miljard autoritten is dus korter dan 7,5 kilometer. Dit komt mede doordat we automobiliteit ruimhartig faciliteren: met volop parkeervoorzieningen (vlakbij en goedkoop) en uitbreiding van wegen. Geven we met al die ruimte voor de auto niet het verkeerde signaal?

Het kan en moet anders. Door fietsers en voetgangers meer centraal te stellen in de openbare ruimte. Bepaal met de walkability score de beloopbaarheid van wijken en geef een kwaliteitsimpuls aan fietsnetwerken en wandelroutes. Denk aan lagere verkeerssnelheden, het gebruik van fietsstraten en voorrangssituaties waar infrastructuur elkaar kruist.

Het begint ook al bij de aanleg van nieuwe wijken. Maak bijvoorbeeld niet dezelfde fouten als bij de Vinex-wijken begin vorige eeuw. Toen werden eerst woningen gebouwd en daarna pas voorzieningen. Dat bleek een recept voor langdurige autodominantie.. Gebruik een ‘mobiliteitsnorm’ waarin fiets, deelauto, OV én eigen auto worden meegewogen te gebruiken in plaats van de verouderde ruime parkeernormen. Want wie (een tweede) auto voor de deur heeft staan, zal deze ook eerder gebruiken.

Stimuleer elektrische deelmobiliteit en zorg voor goede bereikbaarheid per OV. Bijvoorbeeld door een fijnmazig netwerk van mobiliteitshubs die deelmobiliteit en OV-overstappunten combineren. Bureau Buiten becijferde dat ongeveer 20% van de bedrijventerreinen in Nederland zeer slecht of niet bereikbaar is met het openbaar vervoer. Zo maken we mensen onnodig afhankelijk van de auto.

Kies dus voor integratie van ruimtelijke ordening en mobiliteit. Want energie besparen in mobiliteit begint met slim, lokaal ruimtelijk mobiliteitsbeleid.

Nienke Onnen, projectleider Mobiliteit Natuur & Milieu

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie