'Gemeenten kunnen veel meer doen aan klimaatadaptatie'

‘Natuurlijk, klimaatverandering is een mondiaal probleem. Maar dat betekent niet dat je er op lokaal niveau niets aan kunt doen.’ Dit zei Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen, tijdens de VNG Bestuurdersdag op woensdag 30 november.

Kleine maatregelen
Burgers kunnen zelf veel doen om ervoor te zorgen dat het water beter weg kan lopen, bijvoorbeeld door in de eigen tuin steunen te vervangen door beplanting. Maar ook gemeenten kunnen veel meer doen dan nu gebeurt, meent de voorzitter van de Unie van Waterschappen. ‘Bij het inrichten van de openbare ruimte kunnen gemeenten rekening houden met waterafvoer en waterberging. Deze relatief kleine maatregelen dragen al flink bij aan een veilige en droge leefomgeving,’ aldus Oosters.

Niet voldoende
Waterschappen, maar ook gemeenten, provincies en Rijk, zitten niet stil, zegt hij. ‘We wisselen voorbeelden uit, kijken of we met energiebesparing en met beperking van het grondstoffengebruik ons kunnen aanpassen aan het klimaat en of we de klimaatverandering kunnen beperken. Maar dat is allemaal niet voldoende. Als we geen snelheid maken, als we er geen agenda op zetten, dan blijft het dweilen met de kraan open.’

Mindset
Het belangrijkst is volgens Oosters dat de ‘mindset’ verandert. We hebben onze winkelstraten mooi ingericht, zonder stoepranden. Een mooi plaatje, esthetisch verantwoord, maar heel onpraktisch als het hard en langdurig regent. De klimaatverandering moet dus meegenomen worden in nieuwe bouw- en omgevingsplannen. Als openbare overheden hebben wij hier een verantwoordelijkheid in naar de volgende generaties, naar onze kinderen en kleinkinderen.’