Hoe dichtbij is nabij?

Begin jaren tachtig koopt Cor van der Linden een huis en een stuk grond aan de Papenvoortse Heide 4 in het Brabantse Nuenen. Hij begint er een op topsport gerichte paardenfokkerij. Daarvoor is een oprichtingsvergunning nodig op grond van de Wet milieubeheer. Omdat de fokkerij op minder dan 250 meter afstand ligt van een kwetsbaar gebied mogen B en W van Nuenen op grond van de Wet ammoniak en veehouderij echter geen oprichtingsvergunning afgeven.

Het alternatief is dat Van der Linden begint op een perceel met een milieuvergunning en vervolgens een revisievergunning krijgt. Ongeveer 700 meter verderop pacht de fokker voor twintig jaar een stuk land op nummer 3B. De verpachter heeft ooit een milieuvergunning gekregen voor zijn konijnenhouderij. Op 10 april 2007 verlenen B en W van Nuenen Van der Linden de revisievergunning. Maar dan gaan buurman Bob Steensma en negen andere omwonenden dwarsliggen.

Steensma: 'Ik ben zelf een paardenliefhebber en gun hem zijn fokkerij. Maar een grootschalig bedrijf met tachtig tot honderd paarden, zoals Van de Linden wil, past niet in deze kleinschalige omgeving. Het trekt veel verkeer aan en de weggetjes zijn daarvoor te smal.' Steensma c.s. gaan in beroep bij de Raad van State. Daar voeren zij onder meer aan dat zo'n grote fokkerij te veel ammoniak uitstoot, terwijl beide locaties te ver uit elkaar liggen om te kunnen worden gezien als één inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Volgens die wet worden 'installaties' namelijk alleen als één inrichting beschouwd als zij onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid liggen.

De Raad van State concludeert kortweg dat van onmiddellijke nabijheid geen sprake kan zijn gezien de 710 meter afstand tussen beide locaties. Dat is een streep door de vergunning. Hans Verhoeven van de milieudienst van het samenwerkingsverband regio Eindhoven: 'De gemeente Nuenen onderzoekt nu of er nog mogelijkheden zijn op Papenvoortse Heide 4A. Als die ontbreken, zal de fokkerij elders moeten worden voortgezet.'

Destijds was het afgeven van een revisievergunning in overeenstemming met de rechtspraak van de Raad van State. De Raad heeft hangende de procedure echter een nieuwe lijn ingezet. De Raad kijkt nu hoofdzakelijk naar de afstand. Uit de uitspraken van het afgelopen jaar blijkt dat ook bij een afstand van 340 meter meer dan één vergunning nodig is. Waar de Raad de grens precies legt, is niet duidelijk - tot verdriet van Verhoeven en de advocaten in deze zaak. Woordvoerder Daniël Tempelman van de Raad van State: 'Er zijn geen recente uitspraken waarbij de afstand slechts een paar honderd meter of zelfs minder was. De toekomst zal het uitwijzen.'